Tuinkamer

Ik weet niet wie als eerste met de term tuinkamer kwam, of ‘garden room’ in het Engels. Het idee erachter is dat je in verschillende delen van een (meestal wat grotere) tuin afschermd van elkaar met bijvoorbeeld heggen of struiken. Zo heb je steeds maar zicht op een deel van de tuin, een tuinkamer. Die je dan naar believen verschillend kunt inrichten. Op kleur, op sfeer, op plantensoort, van alles is mogelijk. Ik denk dan vooral aan TUINkamer.

Tegenwoordig zie je ook een ander soort tuinkamers, zeg maar tuinKAMER. Dat is niet zozeer een stukje van de tuin afscheiden, maar een stukje van het huis naar buiten toe brengen. Een terras aan huis  is de meest directe overgang, en in plaats van kamerplanten in de vensterbank, kuipplanten op het terras. Helemaal mooi als je daar geurende planten neer zet.

Steeds meer zie je -in de wat meer trendy (tuin)tijdschriften voorbeelden van hele bankstellen, haarden en keukensets voor buiten. Of een bar of schuifwandjes of tuinposters. Van die posters op canvas bijvoorbeeld, die je het hele jaar door buiten kunt hangen. Je hebt ze in soorten en maten, je kunt zelf een persoonlijk en goedkoop tuindoek ontwerpen met eigen foto’s of er een uitzoeken van de website. De prijs van een tuinposter is vooral afhankelijk van het ophangsysteem. Op de langere termijn en afhankelijk van de ophangplek (veel direct zon/ UV) ga je waarschijnlijk ook verschillen in kleurechtheid zien.
Zelf heb ik nooit zo aan posters gedacht. Die lijken me vooral handig als je een lelijke schutting  (of gewoon hele grote) muur in de tuin hebt. Je moet een plek hebben om zo’n poster op te hangen. Een tuinposter in de tuin…. ik kijk liever naar de tuin zelf.

Ik heb persoonlijk meer met TUINkamers dan met tuinKAMERS. Nu heb ik toch een idee voor zo’n tuinposter: niet in de tuin maar van de tuin. En ik hang hem binnen, aan de muur in mijn werkkamer. As ik binnen zit, of het regent buiten, of het is winter, dan kan ik naar de tuin kijken. Toch een tuinkamer. Nu alleen nog een mooie tuinfoto uitzoeken. Inmiddels bijna 40000 (!) foto’s in ons digitale fotoarchief, waarvan de grote meerderheid tuinfoto’s… Genoeg om iets moois te vinden.

Bijvoorbeeld zo’n superzonnige nazomertuin
Of een fraaie helenium
Kleurige ratjetoe in de achteruin, rondom juni
Bijtjje en bloemetje (Rosa Veilchen Blau)
Of tuinbeeld, hoogzomer, vanaf het terras….

Misdaad in de tuin

Klimaatverandering heeft ook effect op vogels in de tuin. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Jelmer Samplonius van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is gepromoveerd op de competitie tussen twee tuinvogels : de koolmees en de bonte vliegenvanger.

Koolmezen zijn standvogels, zij reageren op de verschuiving door hun eieren eerder te leggen, afhankelijk van de temperatuur. “Bonte vliegenvangers komen ook eerder terug naar Europa, maar hun aanpassing is minder goed dan die van de koolmezen. Wanneer ze aankomen hangt niet af van de actuele temperatuur in hun broedgebied.” Samplonius weet dit omdat hij en zijn collega’s al tien jaar de aankomst van vliegenvangers hebben geregistreerd, net als de start van het leggen van eieren bij koolmezen en vliegenvangers. Dat gebeurde in twee Drentse nationale parken, Dwingelderveld en het Drents-Friese Wold.

De twee soorten hebben altijd al met elkaar geconcurreerd om nestgelegenheid. “Bonte vliegenvangers proberen ook om nestkasten te stelen van mezen. Ze maken geen kans bij een gevecht in de nestkast, maar het zijn betere vliegers”, vertelt Samplonius. Vliegenvangers blijven dan rond de mezen vliegen die hun nest proberen te bouwen, totdat ze verjaagd zijn. De vraag die Samplonius onderzocht is of klimaatverandering een rol speelt bij de gevechten. “Beide soorten moeten zorgen dat hun jongen uit het ei komen wanneer er een piek is in het aantal rupsen”, zegt Samplonius. Wanneer dat is, hangt af van de verschijning van de eerste bladeren. Een hogere gemiddelde temperatuur verschuift deze gebeurtenissen naar voren in het jaar.

Klimaatverandering zorgt voor zachtere winters. Meer koolmezen overleven, dus meer koolmezen willen nestelen, dus meer concurrentie voor de vliegenvangers en dus meer conflicten. Overigens is klimaatverandering hierbij niet de enige factor: wanneer er tijdens een mastjaar meer beukennootjes zijn overleven er ook meer koolmezen de winter.

Het grootste probleem ontstaat in een koud voorjaar, wanneer koolmezen hun nesten later gaan bouwen terwijl de vliegenvangers vroeg aankomen uit Afrika. In dat geval overlapt de broedtijd voor beide soorten het meest en heb je ook de meeste gevechten. Dat kan er voor zorgen dat tot wel 10 procent van de vliegenvanger-mannetjes die op zoek zijn naar nestgelegenheid door koolmezen wordt gedood, in een periode van ongeveer twee weken. Een behoorlijk groot aantal, in verhouding tot de gemiddelde sterfte tijdens een jaar van zo’n 55 procent.

Jelmer%20Samplonius%20with%20a%20pied%20flycatcher%20new.jpg
Jelmer Samplonius met een bonte vliegenvanger: credit Rob Buiter.png

Jelmer is inmiddels overgestapt naar onderzoek met pimpelmezen bij de universiteit van Edinburgh.

Referentie: Jelmer Samplonius en Christiaan Both: Climate change may affect fatal competition between two bird species. Current Biology, 10 januari 2019

Filmfragment met uitleg in het Engels.

Bodemdieren

Het IVN organiseert de komende week weer een publieksactie in de natuur. Of eigenlijk in de tuin, op het schoolplein, of zelfs in de bloembak op je balkon. Het gaat om het tellen van de kleine beestjes, kruipertjes, glijdertjes, knabbelaars, krabbelaars, wriemelaars die je tegenkomt.
Op de website bodemdierendagen kun je alles over de actie lezen. Van 27 september tot 4 oktober kun je meedoen. Met de overzichtskaart in de hand is het niet zo moeilijk deze beestjes te herkennen. En voor ‘gevorderden’ staan op de achterkant van de kaart nog meer beestjes. Op de mol na kom ik za allemaal zeer regelmatig tegen bij ons in de tuin. 

Ik ga zeker meedoen, ook de ‘keukenpapierproef‘ proberen..

Nederland Zoemt

In de tuin hebben we zoveel mogelijk plekken en biotoopjes voor allerlei beesten en insecten. Binnenkort begint het wilde bijen seizoen weer. Afgelopen week de eerste hommelkoningin – gehoord en toen- gezien. Laag over de grond vliegend van sneeuwklok naar krokus naar winterhei.

Zo veel tegelijk! vast vlak bij een hommelnest. Van website Nederland zoemt.

Van natuur en milieu krijg ik al een tijdje nieuwsbrieven over het landelijke wild- bijen-tel-weekend op 21 en 22 april. Op de website Nederland Zoemt kun je er meer over lezen.

Ook van website Nederland Zoemt

Vogels tellen

Komend weekend is het weer tuinvogeltel-weekend.
Alle voerplekken hebben we bevoorraad, want met de koude paar dagen die achter ons liggen was er een aardig gat geslagen in de hangende vetbollen en pindacakes. De zwartkop bewaakt nog steeds angstvallig zijn kamperfoelieboom waarin nu een  nieuwe pindacake hangt.
We tellen altijd vanuit huis.Lekker warm en verstoort de vogels minder.
Poes is vast aan het oefenen.

Vogeltelstand

Spiegelbeeld, vertel eens even….

Deze foto van een vuurgoudhaantje weerspiegeld in een waterplas staat al een aantal maanden op het bureaublad van mijn computer.  In de linkeronderhoek. En regelmatig klik ik het plaatje weer even open. Wat een parmantig vogeltje, en wat een pracht foto. Piepklein is zo’n vuurgoudhaantje, het kleinste vogeltje in Nederland, denk ik.

Vandaag schrijf ik er een blogje over en kunnen jullie lezers ook genieten van deze mooie foto. Van Mike Seuters, das handig als dat op de foto staat. Vanmorgen naar Mike gemaild of ik zijn foto mocht gebruiken. Ja hoor, dat mocht. Hieronder nog zo’n fraai exemplaar. Op de website van Mike kun je nog veel meer foto’s bekijken.  Bijvoorbeeld van enkele heel bijzonder gekleurde ijsvogels. Bijzonder hoe Mike de vogels zo scherp op de foto krijgt en de achtergrond zo vaag (veel bokeh). dat kan alleen met uitstekende optiek en heel veel geduld. Wil je wat meer over Mike zelf lezen, dan staat hier een interview.

Tuin apps: aankondiging van een serie

Als actief plantenweetjesverzamelaar en liefhebber van puzzels, besteed ik zeker in de winter als er weinig in de tuin te doen is, tijd aan het rondsnuffelen op internet. Op zoek naar leuke weetjes, verrassende feiten, mooie plaatjes en informatie. Met google, mooie websites als plantenvinder of flora van Nederland kom ik vaak een heel eind. In de komende maanden ben ik van plan een serie blogjes te schrijven over tuin-apps of planten apps, voor mobiel of computer.

De eerste drie heb ik al gedownload.

Wordt vervolgd.

Heb je zelf (goede) ervaringen met zo’n app, dan ben ik daarin zeker geinteresseerd.