



Een kaardebol.
Een langlijfje.
Een persicaria.
Een wants.
Vanmorgen acht uur ongeveer, op de foto gezet.
Alles in en om onze tuin
Vorig jaar net voor de winter kreeg ik een sinaasappelboompje in pot. ’s Winters binnen gestaan in de bijkeuken. Daar kwam bloesem in , en ook wat luis. Doordat de bloemen z stevig zijn kon ik de luizen er wel af plukken. In het voorjaar verhuisde het boomtje naar de serre en vervolgens naar het terras. Nu liet het boompje opnieuw, heerlijk geurend. En er zijn sinaasappeltjes, 8-10 mm groot en hartstikke groen. Maar toch! Er komen sinaasappeltjes aan.
Ferdinand Lindheimer, een van oorsprong Duits botanist woonde het grootste deel van zijn leven in New Braunfels, een plaats in Texas in de 19e eeuw gesticht door Duitse immigranten. Hij verzamelde bijna 1500 planten in Texas, waarvan er ongeveer 20 nu zijn naam dragen. Bekendst (voor mij) is de Gaura Lindheimeri. Die overigens tegenwoordig niet meer bij het geslacht Gaura hoort, maar bij de Oenothera (net als de teunisbloem). Als je goed oplet en ziet hoe de bloeiwijze is dan snap ik wel waarom, denk ik. . Alhoewel het misschien wel door DNA onderzoek komt dat het geslacht veranderd is: van onder naar boven steeds een nieuw bloempje dat aan het eind van de dag weer uitgebloeid is.
Stond al langer op mijn lijstje om ooit aan te schaffen, maar nu hebben we er een. Een zaailing, met nog maar 1 bloemstengel, en niet zo’n hele bos wiebelende bloempjes. Ik heb de Gaura neergezet op het verhoogde deel van de border bij het stapelmuurtje, daarmee kleinere kans dat ie ’s winters te nat staat. Daar houdt de Gaura namelijk niet van.
Het boek dat hierboven is afgebeeld ga ik nog eens zoeken op marktplaats oid. Klinkt wel interessant.
Erik (de eekhoorn) zat rustig i9n de hazelaar aan nootjes te knabbelen. Stapte toen over om uit de appelboom een appel te halen om eens lekker aan te knagen. Toen weer terug naar de hazelaar.
Potverdikkie. Is ie nou nog niet weg? Ineens een geroep, bijna kleine blaadjes, en Erik in volle achtervolging achter een andere eekhoorn. Waarschijnlijk een jong vanuit zijn eigen nest die hij een tijdje geleden al de deur gewezen heeft. Groot genoeg om eigen territorium te zoeken. En dan natuurlijk NIET in de hazelaar van zijn Pa.
Gister weer een keer in Franeker, op bezoek in het Eise Eisinga Planetarium (werelderfgoed!). Altijd leuk, echt eens heen gaan als je er niet eerder bent geweest. En anders gewoon nog een keer. Zie foto onderaan.
Rond de Martinikerk in Franeker is een mooie tuin aangelegd, die in de nazomer erg mooi is. Zoals dit hoekje met de zonnehoeden. En volop vlinders op dezer mooie zonnige augustus dag. Kleine vossen, als je goed kijkt zie je er minstens drie op de derde foto. “Die hebben we bij ons in de tuin dit jaar nog niet gezien…”, verzuchtte ik tegen Eddy. “ Volgend jaar maar zonnehoeden planten”.
Ha!
Vandaag, zondag, een kleine vos gezien bij ons in de tuin.
Op een van de vele paars bloeiende kattenstaarten.
Toch maar een zonnig plekje vrijmaken voor de zonnehoeden.
En hopen op een beter jaar wat slakken betreft.
Een lange juffer, metallic blauwgroen. Die landt de afgelopen paar dagen steeds op de uitgebloeide stengel van een vingerhoedskruid. Lekker hoog, mooie uitkijkplek voor de libelle. En mooi voor ons om van dichtbij te bekijken. Een houtpantserjuffer waarschijnlijk.
Maar of het nu de houtpantserjuffer, de gewone, de tengere of de zwervende pantserjuffer is … Daar moet ik toch een betere foto voor zien te maken. Deze week weer eens op de vaste plek gaan kijken.
Hij staat al weer een tijdje aan de rand van ons terras. De rode terrasvaas, waar ik elke keer een paar stengels uit de tuin in zet. Een per ongeluk afgeknipte bloem, of juist als die vrolijk bloeiende, maar onhandig over het tuinpad hangende oreganotakjes. Eddy had laatst een mooie bos bloemen gekregen die binnen p de eettafel stond, maar de paar warme dagen vorige week deden het vaaswater binnen niet erg goed, een soort groene soep. Vandaar dat in de tuinvaas nu ook een aantal bloemen uit de bos staan. De zonnebloemen, en ook die inblauwe bloemen, soort onbekend. En 1 bloem, drijvend in een schaaltje op onze terrastafel.
Wie herkent deze vrucht?
Foto is vandaag in eigen tuin gemaakt.
Antwoord 25 augustus: het is het hart van een uitgebloeide waterlelie, onder water verdwenen en te voorschijn gekomen toen ik de vijver wat aan het opschonen was. Ik zette de ‘knop’ in een glaasje met een bodempje water. De volgende dag: snot.
Strekpoot is een aandoening aan de achterpoten van koeien, maar het is ook de naam van een hooiwagen. De wetenschappelijke naam is Dicranopalpus ramosus. De naam strekpoot komt van het zijwaarts gestrekt houden van de poten in rusthouding, de wetenschappelijke naam slaat op de tweetakkige tasters.
De soort is pas in 1909 in Marokko ontdekt en heeft zich inmiddels over een groot deel van Europa verspreid. De eerste exemplaren zijn in Nederland gemeld in 1992: in Weesp , Utrecht, Hilversum en Amsterdam. Intussen komt de soort overal in Nederland voor, ook in Haren op ons terras. Niet te missen als je hem eenmaal gezien hebt, door de opvallende stand van de poten.
De mannetjes worden tot 4 mm, de vrouwtjes tot 6 mm groot (poten niet inbegrepen).