Bus net weg.
20 minuten wachten.
Pfff.
Bij de bushalte N34.
Rotonde.
Snelweg.
Niet de mooiste plek.
Mueslireep en slokje water.
Wachten maar.
De bushalte heeft bankjes,
onder een een doorzichtige overkapping.
Net als thuis, bij onze serre met glazen dak,
vliegen er vlinders onder.
Wel eronder,
niet eronder uit.
Hevig fladderend.
Omhoog!
Omhoog!
Naar het licht.
Daar zit het glazen plafond.
“Een stukje omlaag”,
moedigen we de vlinder aan.
De vlinder snapt ons niet.
Met zijn petje kan Eddy er net bij.
Dagpauwoog gevangen,
onder het afdak vandaan
De wijde wereld in.
Een klein stukje verderop zit nog een vlinder tegen het glazen plafond.
Beweegt niet.
Eddy gebruikt zijn petje opnieuw als vlindernetje.
Een vuurvlindertje!
Versuft, hongerklap?
Ik loop de berm in met het vlindertje op zoek naar een bloeiende bloem.
Veel is uitgebloeid.
Daar!
Een mooi exemplaar.
Om het vlindertje uit te zetten.
Als dank poseert ze,
voor een fotoshoot.
En de wachttijd is bijna voorbij.