De foto’s van deze twee geelbloeiers zijn van begin juni, andere blogjes kregen voorrang, maar nu zijn ze toch aan de beurt.
De gele lis, iris pseudocarus, bloeit -per bloem- kort, maar als je een dikke bos hebt, zoals bij ons in de vijver, bij elkaar toch nog wel een paar weken. Steeds nieuwe bloemen. Wilde plant, houdt van natte voeten, en stevige zwaardvormige bladeren. Inmiddels (25 juni) zijn de lissen uitgebloeid. Op de dikke bloemstengels vormen zich nu even dikke zaaddozen. Ik probeer deze altijd allemaal af te knippen, voordat de zaaddozen openspringen en de zaden vrijkomen. Mooie zaden trouwens, kleine, glanzend bruine schijfjes van zo’n halve cm in doorsnee en 1 mm dik. De zaden blijven ook goed drijven, en zo kunnen ze via het water op een andere plek van de vijveroever (of rivieroever) terechtkomen en daar nieuwe kolonies vormen.
De santolina of heiligenbloem. Het blad van dit mediterrane struikje is het mooist. En de vorm van de struikjes blijft het mooist als je ze elk jaar weer terugsnoeit. Bij een paar struuikjes knip ik de bloemstengels weg, maar bij anderen laat ik ze zitten. Dan heb je eerst deze leuke kleine knoopjes. Deze santolina groeit bij ons in de (kurk)droge gemetselde bloembak aan de zuidwestkant van het huis. Samen met lavendel en centrantus ruber, alledrie mediterrane planten die van deze omgeving houden.
Op bovenstaande foto van 3 weken geleden waren de knopjes nog bijna dicht en zag je alleen een hint van geel. Nu zijn het inmiddels knalgeelbloeiende schijfjes, van ruim een centimeter in diameter. Met een intense (en overigens niet al te aangename) geur. Zie onder.