Voor het eerst deze winter een aardig sneeuwlaagje. Dinsdagmiddag en avond gevallen. Woensdagochtend eerst even sneeuwschuiven, en toen een paar foto’s van de tuin. Onder andere de serie van vier foto’s die ik regelmatig neem, zittend vanaf de tuinbank, om steeds zelfde perspectief te hebben. Hier en hier.
Deze keer maar even met de billen zwevend boven de besneeuwde tuinbank gedaan. Zal er vast komische uitgezien hebben.
Na sneeuwschuiven en foto’s nemen, komt soms stap 3: een sneeuwpop maken. Niet gelukt, de sneeuw was op dit moment nog zo fijn , allemaal ijskristalletjes, en droog dat er weinig plak in zat. Meer sneeuw aan mijn handschoenen dan op de bal die ik probeerde te maken.
Tip: beetje overbelichten als je instelbaarfototoestel hebt. Anders met nabewerkingsprogramma op de computer beetje meer licht geven, dan is de sneeuw weer wit en verdwijnt de blauwige gloed een beetje.
Vorige week wandelden we in de Chinese Tuin in de Hortus en roken opeens een heerlijke geur. Bloemengeur, op een grijze vriesdag. We volgden onze neus en kwamen uit bij een Chimonanthus praecox struik, een meter of twee hoog.
Aan de kale takken witachtige bloempjes met een rood hart, en dus die heerlijke geur. Nederlandse namen zijn Winterzoet of Meloenboompje.
Het is een langzaam groeiende struik, die -naar verluidt- pas een jaar of 5 na het planten bloeit. En hoe warmer de voorgaande zomer was, hoe rijker de bloei in januari- februari (soms al in december). De beste standplaats is een zonnige plek in de tuin te zijn op een waterdoorlatende bodem. De bloemen witachtig, zoals op de (internet) foto, of wat geliger.
Weer eentje voor op de lijst van wil-ik-ook-hebbuh-planten. In de zijborder langs de oprit denk ik.
Laast was ik bij een presentatie waar de spreker een lans brak voor het openstaan voor nieuwe ideeen en uitvindingen. Hij vertelde vaak dat de gevestigde orde (van wetenschappers) radicaal nieuwe ideeen vaak tegenhouden of ontkennen. Om zijn verhaal kracht bij te zetten vertelde hij het verhaal dat ingenieurs van boeing, de vliegtuigbouwer berekend hadden dat een hommel niet kon vliegen. Met alle hun technische kennis kwamen ze steeds opnieuw tot de conclusie dat het onmogelijk was voor een hommel om in de lucht te blijven. De route van hommelvormige vliegtuigen was dus uitgesloten.
Toch weet iedereen die even om zich heen kijkt in de zomer, dat hommels wel degelijk kunnen vliegen. Hadden de ingenieurs een rekenfout gemaakt? Nee, dat niet. Maar ze hadden de vergissing gemaakt te rekenen aan een ‘hommel-op-vliegtuig-formaat’. En als je dat doet, dan blijkt inderdaad het vleugeloppervlak te klein voor de massa van de reuzenhommel.
Juist omdat insecten als de hommel klein zijn, blijken ze door de stroperigheid van de lucht (viscositeit) extra veel lucht onder hun vleugels te kunnen krijgen, waardoor ze genoeg ‘lift’ hebben om in de lucht te kunnen blijven. Net dan, want hele efficiënte vliegers zijn het niet.
In bijgaande link een college (in het Engels) van John Maynard Smith, theoretisch bioloog (en wiskundige, en aerodynamicus). Scrol naar minuut 20 voor zijn uitleg van de vlucht van de hommel.
Deze dia is eind jaren 50 van de vorige eeuw gemaakt.
Deze dia is eind jaren 50 van de vorige eeuw gemaakt.
Op een mooie voorjaarsdag.
Door mijn vader.
In de keukenhof.
De dames staan er mooi bij,
in gelijkgestemde kleding en tasjes.
De kleuren van de tulpen kun je er een beetje bij denken.
De tand des tijds en de tropenjaren
hebben vooral de groene kleur doen verdwijnen.
Ik maakte met mijn telefoon een foto van het projectiescherm, zie onder. De foto boven is enigszins bewerkt op de computer, het groen en de felle kleuren kreeg ik er niet meer in terug. Wel een beetje rood eruit.
De saxifraga x arendsi, in het Nederlands steenbreek of mossteenbreek, is een vriendelijk wintergroen rotstuinplantje. Bloempjes op hoge stengels vanaf april. Op de foto van dit weekend: ijskristalletjes op de puntjes van de rozetten.
Doet het goed stenige plaatsen, in de zon (grond moet beetje vochtig blijven) of halfschaduw. Bij ons groeit ie het best aan de noordwest kant van een muurtje langs een tegelpad. Geen concurrentie van andere planten daar. De steenbreek houdt er niet van om overschaduwd te worden door andere hogere planten is mijn ervaring.
De ‘x’ in de naam saxifraga x arendsii geeft aan dat het een hybride is. In dit geval een vrij ingewikkeld mengsel, niet van twee maar van minstens vier ouders: Saxifraga exarata, Saxifraga hypnoides, Saxifraga moschata en Saxifraga rosacea. De ouders zijn allemaal wilde planten, die tot aan de poolcirkel groeien. Een beetje sneeuw en ijs deert ze niet.
1. In de supermarkt kwam ik Imker Doeke tegen.
2. Bij wandeling langs de Natuurtuin in Haren zag ik -van een afstandje- onze bijenkasten. Als je goed kijkt op foto 1, zie je middenin de bijenkasten staan. Uitvergroot op foto 2.
3. Bij andere wandeling -in de Hortus- de bijenstal even bekeken. Geen activiteit in de ‘kijkkast’, wel een serie (historische) korven.
In de tuin is nu even niets te doen, dus rondje door de tuin is snel klaar. Voor de dagelijkse portie buitenlucht is een wandeling in de omgeving ook prima. Zaterdag in rap tempo 12 km gewandeld, de zon scheen lekker en staat zo laag aan de hemel dat de zonnebril erg handig was. En vandaag in iets rustiger tempo een rondje door Hortus Haren. Kan niet precies aangeven hoeveel stappen, want de telefoon die ik als fototoestel gebruikte vond het te koud, en hield er halverwege mee op.
Tip: houd je telefoon in je binnenzak als het buiten zo koud is, en niet in de buitenzak van je jas: batterijen houden niet van kou.
Binnen op de lader, en het was zo weer goed overigens.
Terwijl ik al lang dit weblog over de tuin schrijf, is Eddy nog langer bezig met zijn weblog: astronieuws. Over sterrenkunde en ruimtevaart. Als wetenschapsjournalist schrijft hij ook stukken in de NRC over deze onderwerpen.
Het komt zelden voor dat de onderwerpen waar we over schrijven met elkaar te maken hebben, maar deze keer wel! Tekstje op 15 januari.
Op 3 januari is een chinees ruimteschip geland op de achterkant van de maan. De chang’e 4 heeft verschillende wetenschappelijke experimenten aan boord, waarvan er een bedacht is door Chinese studenten. Het gaat om een mini-ecosysteempje van eitjes van fruitvliegjes en drie soorten planten: katoen, aardappel en de zandraket (arabidopsis thaliana).
Een soort minituintje op de maan. Het hele experiment vind plaats in een kleine container, via een raampje kijkt een camera naar binnen om te kijken wat er gebeurt.
De arabidopsis thaliana is aan boord omdat de plant zo snel groeit en bloeit. Idee is om te kijken of de planten zaad zetten. De hele cyclus duurt maar 6 weken tot 3 maanden. Het plantje vormt een rozetje van bladeren en dan aan een bloemstengel diverse kleine witte bloempjes. Lijkt erg op kleine veldkers. De aardappel is mee vanuit de gedachte dat als er in de (verre) toekomst ooit voedsel gekweekt wordt op de maan, de aardappel een waardevolle kandidaat zou kunnen zijn.
Als je de wikipedia pagina van de zandraket leest, kom je een heel bijzonder gebruik tegen van dit plantje: het opsporen van landmijnen.
AANVULLING 20 JANUARI
Bovenstaande tekst schreef ik op 2 januari. Chang’e 4 is veilig geland, heeft een karretje uitgezet en er is een plantje begonnen te groeien. Dat was een dikke week geleden.
Want nu is het bij ons volle maan (let op morgenochtend vroeg maansverduistering!) en dat betekent pikkie donker en ijskoud (-170 graden) aan de achterkant van de maan. Net ontluikend plantje is allang bevroren. Maar toch, heel even groeide er een plantje op de maan.
Een stroboscopische lamp is een lamp die steeds lichtflitsen geeft met vaste tussenpozen. Als die flitsen zo kort zijn zie je dat niet met je ogen. Maar soms wel. Zoals onze buitenlamp, die eerder deze week tijdens een forse hagelbui heel mooi de hagelkorrels volgde.