Pimpels

Een enorm goed pimpelmezenjaar bij ons in de tuin. We hebben een pindasilo hangen in een inmiddels overleden fluweelboom. Het mooie daarvan is dat er geen blad aanzit waardoor we de vogels goe kunnen zien. Genieten vanaf het terras. En als ik er -heel langzaam naar tie loop- kan ik tot een meter of twee vandaan komen voor ze wegvliegen. Vlak na het uitvliegen van de nesten zijn de familiegroepjes van de mezen nog steeds naar elkaar (en de jongen naar hun ouders) aan het roepen. De pimpelmeesjes hebben dan nog licht grijze petjes, nog niet dat heldere lichtblauw. Nu zijn ze veel stiller, maar nog steeds in groepjes. We telden er 7. Links en rechts van de fluweelboom vinden zicht grote rozenstruiken, mooie schuilplaatsen voor de pimpelmezen en koolmezen. Vorige week –grote mezenschrik — toen er een sperwer over de tuin vloog. Paniekroepjes overal, en een hele vlucht meesjes vloog van de ene rozenstruik naar de andere, niet 7 of 8 zoals we eerst dachten, maar we schatten in 25-30! De enige keer dat we er zoveel tegelijk gezien hebben. In een flits.

Elp – Drenthe

Vandaag een prachtige wandeldag. Met Henk en Pauline gaan wandelen in de buurt van Elp, in het natuurgebied ‘Hart van Drenthe‘. Het is net te ver bij ons vandaan om daar makkelijk te komen met de fiets. Vandaag gingen we met de trein naar Assen en vandaar met de auto naar Elp. Een parkeerplaatsje midden in het natuurgebied, en wandelen maar. Een kilometer of 16 en bijna niemand tegengekomen. Bossen, allerlei vennetjes, groot heide veld, heel veel verschillende dennenbomen en sparren. Volgens Pauline en Henk is er ook een boom bij die iets later in het jaar, in de herfst, naar gehaktballen ruikt !! Ze hebben nog niet kunnen vaststellen welke. Nu in ieder geval nog niet te ruiken. Wel de geur van een douglasspar: als je daar een paar naalden fijnwrijft ruik je niet een dennegeur, maar een frisse sinaasappel/ citrus geur. Lekker!

Malvaceae – kaasjeskruidfamilie

De kaasjeskruidfamilie, of malvaceae bestaat uit honderden soorten, die inheems zijn in warme gematigde, subtropische en tropische streken over de hele wereld. Ze bloeien in de nazomer en als je in deze tijd van het jaar een beetje rondkijkt kom je ze overal tegen. In verschillende kleuren, in verschillende maten.

In Nederland en Belgie komen de volgende geslachten voor:

  • Althaea (geslacht Heemst);
  • Malva (geslacht Kaasjeskruid);
  • Tilia (geslacht Linde):
  • Abutilon.

Onder de altheae horen de stokrozen, maar ook de hibiscus- heesters, soms grote struiken, 2 x 2 x 2 meter met honderden kleinere bloemen. zoals bij onze buren in de tuin. Eerder deze week zagen we een eindje verderop in de straat een veel kleinere heester, met GIGANTISCH grote roze bloemen. Echt zo groot als een dinerbord. En diezelfde zagen we vandaag bij Henk en Pauline in de tuin. Hibiscus Moscheutos heet ie. Ik weet niet of ik deze echt mooi vindt, zo enorm groot en knal. Maar wel een eyecather in de tuin waar ie staat. Winterhard tot min 10, sterft wel af bovengronds in onze streken, gedraagt zich als vaste plant.

Amfitheater

Afgelopen week ben ik bezig geweest om een stukje van het oerwoud dat inmiddels rond de vijver is ontstaan wat uit te dunnen. Onder andere een hele partij wateraardbei , deels in de vijver, deels aan ‘land’ weggehaald; ook een deel van de gele lissen en ook een aantal -inmiddels uitgebloeide- kattestaarten. Helemaal vergeten dat er een keienrand aan deze kant van de vijver was, met een kiezelstrandje. Nog terwijl ik er mee bezig was, kwamen de eerste groene kikkers, als in een soort amfitheater op de kiezels zitten. Lekker in de zon, snuit naar het water en wachten op langsvliegende insectjes. Niet makkelijk te zien, maar het zijn er een heleboel! De kikkers bedoel ik. Zo kunnen wij ze ook weer beter zien, tenminste als we heel langzaam komen aanlopen. Anders is het luisteren naar het aantal plonsen.

Nieuwe rups – calophasia lunula

Gisteravond rond uur of negen zat ik op het terras te lezen. Uit een ooghoek zag ik iets bewegen op het terras. Een rups, geel met zwart. Van een soort die ik niet eerder had gezien. Fotootje in de app Obsidentify -en tadaa! – het is de rups van het vlasbekuiltje. Een nachtvlinder met de gele vlasbekjes als waardplant. De gele vlasbekjes hebben we niet in de tuin, maar wel de vlasleeuwebekjes/ walstroleeuwebekjes. Die lust de rups ook wel. Ik zette de rups op zo’n leeuwbekje vlak langs het terras. En ze begon meteen aan een zaaddoosje te knabbelen. Toen ik even verder keek bleken er nog twee rupsen te zijn.

Mooi kleurig pakje hebben ze aan, die rupsen. Rupsen zijn er van juni tot september. Dan gaan ze verpoppen en overwinteren als pop. De vlinders vliegen in twee generaties van mei tot eind augustus. De vlinders vliegen overdag en ’s nachts, op vlasbekken, maar ook op spoorbloemen. Wij hebben in de voortuin een grote bos witte spoorbloemen. Benieuwd of ik daar nog een laatste vlinder zie vliegen. Bruin met bruin met grijs en opvallende witte halve maantjes op de vleugels. Niet zo kleurig als de rups.

Tomaten stilleven

Mooi he, die verschillende tomaten. Dit is oogst van de eerste drie (van vijf) tomaten planten die ik kreeg van Hilde.

Volgens de labeltjes: balkontomaat, roma tomaat en bestomaat.

Waarschijnlijk iets misgegaan bij het labelen van zaailingen. De middelste is geen romatomaat, ander model, andere kleur, maar iets van een “zwarte tomaat”. Hoe ik dat weet? Ben gister middag even bij Hilde in de tuin gaan kijken naar de tomatenoogst daar, en daar stond een ander naambordje bij.

Twee potten op het terras, 3 onder een conifeer. Allemaal in potten, dus wel goed water geven. En vooral regelmatig water geven: een grote plens in 1 keer en de tomaten barsten allemaal open.

Tropisch warm

Vanaf het bankje in de de schaduw van fietsenschuurtje dat met rozen begroeid is.
Schaduw tot een uur of 3 ’s middags.
Mooi om uit te kijken op de bomenrij achter in de tuin.
Het waait een beetje, lauwe wind.
De bomen ruizen.

Glas water naast me, boekje erbij.
Stukje lezen, beetje kijken.

Wel vooral om hoog kijken, want de border recht vooruit heeft inmiddels wat hogere planten. Links een stipa gigantea (sierhaver), rechts een molinia transparant. Inmiddels niet zo transparant meer. Als je door de planten heen naar achter kijkt komt daar eerst grasveld en dan weer een border voor de vijver. Op mijn tuin-to-do lijstje heb ik nu geschreven: hoge planten weghalen uit deze dwarsborder. Ben benieuwd hoe het er volgend jaar om deze tijd bij staat…

Ruimen van pruimen

De drie wilde pruimen stonden ooit keurig op een rij langs de meidoornhaag. De drie stammen staan (uiteraard) nog steeds op een rijtje, maar de kronen hebben de vrije ruimte gekozen. De achterste van de drie is helemaal naar voren gekomen (loodrecht op het rijtje) en heeft zo meer licht voor zichzelf veroverd. Het zijn kleine pruimpjes die ik eigenlijk zelf nooit pluk. a. zijn er veel te veel, b. ze zijn klein (dus veel werk om te ontpitten) en c. hoef ze niet te plukken want ze vallen er zelf makkelijk af. De afgelopen weken , zeker als het ’s avonds stiller wordt, konden we de hele tijd zachte plofjes horen als er weer een afviel. Onder de bomen loopt een houtsnipperpad, de pruimpjes vallen zacht en zijn zo makkelijk te rapen. Ze zijn dan wel eetrijp, ofwel geen bewaarpruimen !

De zachte plofjes werden afgewisseld met de stevige ploffen van de appels van de boom van buurman Jan, net aan de andere kant van de heg.

De resterende pruimen, honderden, net als de meeste andere jaren met de hark onder de heg geveegd. Tenminste aan onze kant van de heg.

Waar zijn de vlinders?

Andere jaren legde ik er ook een stapel op een bord ergens in de zon. De vlinders waren dol op de overrijpe pruimen. Maar helaas, momenteel bijna geen vlinders: alleen een paar witjes en gister 1 atalanta. De budleija’s bloeien volop maar ze zien er maar kaal uit zonder de fladderende vlinders. DE droogte is waarschijnlijk funest voor de rupsen (en misschien poppen).