Hoe meer sneeuwklokjes hoe beter. Onder bladverliezende bomen of struiken. Met een beetje geduld krijg je er elk jaar meer. Door ze steeds na de bloei, maar nog ‘in t groen’ uit de grond te scheppen en in kleinere kluitjes terug te zetten. Als een klomp er al langstaat, dan is er heel veel groen, maar minder bloemetjes dan blaadjes. Bij het uitscheppen van de klomp zie je waarom: de bolletjes verdringen elkaar en hebben geen ruimte om tot echt stevige bolletjes uit te groeimen. Soms zie je dat ze ook in verschillende etages boven elkaar staan.
In een oud nummer van Groei&Bloei las ik een tip van een sneeuwklokjesdeskundige. Die gaf aan dat je delen nog beter iets eerder kon doen: nadat de neuzen boven de grond waren, maar voordat de bolletjes gaan bloeien. Argument zou zijn dat nu de bollen nog veel meer wortels aanmaken daim na de bloei. Dan zijn ze alweer op weg naar hun zomerrust. Gister bij rondje door de tuin, waar later het ‘sneeuwklokjes veld’ zal ontstaan zag ik de neusjes alweer door de laag afgevallen blad heen steken.
Proef op de som: een paar klompjes uitgeschept en in delen herplant. De neuzen waren boven de grond, maar er waren inderdaad nog amper worteltjes aan de bolletjes. Dat komt nog.