Als we na een stukje fietsen of wandelen weer een beetje op tijd terugzijn, dan wil ik na een kopje thee wel weer even naar buiten. Zaterdag waren we tegen drie uur weer thuis. Prima de gelegenheid om nog even een tuinuurtje mee te pikken.
In deze tijd van het jaar geeft dat veel voldoening, je hebt eer van je werk. Ook als je maar één uur bezig bent en een flinke bos oude stengels weghaalt en opruimt. Of wat oud geraniumloof wegharkt. Het is de enige tijd van het jaar dat er her en der een stukje kale grond te zien is in onze tuin. Voordat de groeispurt van alle planten in het voorjaar de tuin weer veelkleurig en groen maakt….
Eind vorig jaar een lezing bijgewoond van landschapsprofessor Theo Spek van de Rijksuniversiteit Groningen Hij had geadviseerd om in de Kleibosch te gaan kijken in het voorjaar. ‘Als de bosanemonen bloeien’. Gisteren met forse wind in de rug richting Foxwolde, een kilometer of 10 naar het westen (oei, straks tegen de wind in), via Peize . Met behulp van de kaarten app op de telefoon het bosje gevonden.
De Kleibosch is een oud verwaarloosd bosje, met kriskras omgevallen bomen, als een soort reuzenmikado. Daardoor komen er weinig mensen in het bosje en is de ondergroei van bosanemonen onverstoord. De bordjes ‘pad gesloten vanwege vallende takken’ hebben we maar even genegeerd. Toch even het (natte) bos is, en al staand onze lunch boterhammetjes opgegeten.
De Kleibosch is een van de rijkste loofbossen in Drenthe. Dat komt door de potklei die hier direct op het niveau van het maaiveld ligt, soms iets dieper. Potklei is erg zware klei die hier drie ijstijden geleden is afgezet, ruim 400.000 jaar geleden. De donkergrijze tot bruinzwarte klei werd gebruikt om potten en aardewerk van te maken. Ook werden er kloostermoppen van gebakken. Voor de bosanemonen bleek het nog te vroeg. In onze tuin al volop in bloei, hier in de Kleibosch nog maar een klein beetje. De eerste paar bloempjes waren open. Over twee weken weer terug?
De laatste twee foto’s zijn gemaakt vanaf de westrand van stad Groningen, bij de wijk Ter Borch. Daar aten we de laatste druifjes op. Naar het westen uitkijkend over de Onlanden , een waterrijk natuurgebied met riet. Beetje avontuurlijk fietsen hier (bordje pad onbegaanbaar genegeerd), met her en der grote modderplassen. Maar het kon wél, rustig aan.
Een tijdje geleden kreeg ik van collega Margreet een nestkastje. Die lag nog in de serre te liggen, totdat Eddy hem kortgeleden ophing. Beste plek is invliegopening op het noordoosten, meter of twee hoog. En dan ook op een plekje -bij voorkeur- waar je het kastje goed kunt zien. Idealiter is een fikse boomstam, niet zo ver van het raam op het zuidwesten. Dan kijk je pal het kastje in. Aan die kant hebben we alleen een stel coniferen staan, er hangt wel een kastje tegen de stam, maar niet zichtbaar vanwege het altijd groene coniferen loof. Deze keer het kastje daarom tegen het huis aan gehangen, bij de werkkamer van Eddy, ongeveer op het noordoosten. Uhh, ingang om de hoek. da’s noord met een klein beetje west. Maar wel beschut door het huis tegen stormachtige westenwinden. Benieuwd of er iemand komt wonen.
Hmm, de dakgoot mag wel een lap hebben bij de grote voorjaarsschoonmaak.
Volop stinzenplanten tijd. Ga vooral eens kijken bij oude landgoederen. Wij waren vorig weekend bij Kasteel Hackfort, een rijksmonument, beheerd door Natuurmonumenten. Met heel veel landerijen, een watermolen, een parkachtig bos, heel veel stinzenplanten. Het kasteel wordt het eerst genoemd in 1392. Latere bouwfases in 1598 en 1788. Je kunt er ook overnachten.
Er is een grote ‘kitchengarden’, een moestuin. De grote moestuin dateert in eerste aanleg van circa 1790 en heeft zijn huidige vorm gekregen rond 1850. In deze kasteelmoestuin ‘Hof van Hackfort’ worden al ruim twee eeuwen groenten, fruit, bloemen en kruiden voor eigen gebruik geteeld. Ook vergeten groenten als kardoen, een enorm grijsgroene distelachtige plant. Nu nog niet, de moestuin is nog bijna in winterstand. Het Hof van Hackfort wordt door vrijwilligers onderhouden. De oogst is voor het restaurant ‘De Keuken van Hackfort’. Met extreem lekkere zelfgemaakte taartjes bij de koffie of thee, hebben we vastgesteld.
Of ga net als Edwin kijken in Amelisweerd bij Utrecht.
Vorig weekend waren we met vrienden een lang weekend op pad, in een klein boerderijtje, km of 10 vanaf Zutphen, en ongeveer 1 km buiten het gehucht De Baak. Een karrenspoor leidde er naar toe, zo klein dat de aanstaande bewoners van een boerderij aan het begin van dat wegje aangaven dat je daar niet verder het pad op kon. Wel hoor! Gelukkig had de eigenaren het supermodderige karrenspoor recent voorzien van een verse lading steengruis. Zo was het prima begaanbaar, zelfs in het donker, gewoon heel rustig rijden. Midden in de weilanden, in een eilandje van hoge bomen (tegen de wind), met heel veel sneeuwklokjes, krokussen en -helaas net uitgebloeide- winterakonieten .
AkonietenOns boerderijtje
We hadden enorme bof met het weer, volop zon in het weekend en bijna 15 graden. Zaterdag lunchen op een bankje uitkijkend over heidevelden en een vennetje omsloten door bos; zondag in Lochem, op een terrasje in de zon, buiten en zonder jas. Fijn om te wandelen, mooi landschap, ook hier op plekken extreem nat. De wandeling over het vlonderpad, werd een heen en weertje; het vlonderpad verdween halverwege onder het water-oppervlak.
Met een soepele sprong ….… tja, verdwijnend vlonderpad; rechtsomkeert.Waar kijken zij naar? Je hoort hem eerder dan dat je hem ziet: de hoog in de lucht zingende leeuwerik!
Maandag terug via Zutphen, met een wandeling door de historische binnenstad. We moeten nog maar eens terugkomen om de wandeling af te maken. Na de lunch huiswaarts, naar Groningen.