Olijke pimpel

Dan komt het mooi uit dat ze in heel veel tuinen te vinden zijn.
In deze tijd van het jaar goed te zien.
Zeker als je een beetje bijvoert in de buurt van je huis, zodat je vanaf de bank kunt meegenieten.
Vanmorgen snel weer een vetbol opgehangen.

Hoe zat het ook meer met de overeenkomsten en verschillen tussen de pimpelmees en de koolmees. Via deze link zie en hoor je de verschillen. En dan morgen buiten luisteren.

Woon je in een omgeving waar het niet lukt, hier nog een link naar een pimpelmees-filmpje met allerlei weetjes. Om vrolijk van te worden.

Oranje

Zo leuk. De grootste vruchten aan ons sinaasappelboompje beginnen oranje te kleuren. DE grootste zijn een cm of 2 in diameter. Dan is er nog een lading donkergroene vruchten tussen de 1 en 1,5 centimeter. Een een derde lichting van hele kleinen vruchtjes, 2-3 mm. Grappige van die kleinste is dat ik daar als ‘bevruchter’ ben opgetreden. De bloemen vormden zich pas toen de plant al op de logeerkamer stond voor de winter. Dus niet makkelijk te bereiken door laagvliegende insecten.

Nog even wachten en dan ga ik de plant weer bijvoeren. Mest geven. Sommige bladeren zien er wat gelig uit, tekort aan het een of ander. IK wil echter niet te vroeg beginnen met mesten. Als er vers jong blad (en bloempjes) komen, dan is de kans op luizen binnen ook groter. Vorig jaar stond de plant in de bijkeuken (iets warmer en iets donkerder ) en toen waren de nodige luizen. Waarschijnlijk overgestapt van een andere plant in de bijkeuken, maar toch.

Plakkerig

Wel zit er op verschillende bladeren een plakkerig goedje. Meestal is dat uitscheiding van luizen. Maar die luizen zie ik dus niet. Voor de zekerheid toch maar een paar kranten onder de plant gelegd, zodat de vloerbedekking in de logeerkamer niet ‘onder het plak’ komt.

Rijp op ruwe bladeren

Combinatie van heldere nacht (afkoeling), beetje mist, paar graden onder nul. En er verschijnen weer allerlei rijmkristalletjes. Vooral bladeren met haartjes of punten doen het goed. Of een suikerachtig randje langs de bladrand.

Een kleine college rijpfoto’s van vanmorgen. Op plekken die de hele dag in de schaduw lagen, bleef het wittig. Ook het ijslaagje op de vijvers in het schaduwdeel zijn er nog, aan het eind van de dag. Inmiddels is het weer donker. En helder: mooie maansikkel met knalheldere planeten Venus, Jupiter en oranje Mars. en helder. Dus morgen misschien nog wat meer ‘rijpen’.

Achter in de tuin nog veel schaduw, maar langzaam komt de zon weer hoger, boven het huis uit. Dan vallen de zonnestralen ook weer op de schaduwdelen van de tuin. Totdat later in de lente de bomen en struiken weer volop in t blad zitten. Dan is de periode van de zomerschaduw.

Rupsenjacht

Al een tijdje staan stekken van de graslelie, chlorophytum, gereed om opgepot te worden. En ineens zie ik dat een onverlaat zich te goed gedaan heeft aan de blaadjes. Allemaal gaten en happen eruit. En rondom het potje allemaal kleinen ‘keuteltjes’, bruingroene korreltjes een beetje brede rijstkorrel groot. Onmiskenbaar wie hier bezig is geweest. Een rups die in de relatieve warmte van de bijkeuken wakker is geworden en tevreden aan de bladeren knaagt.

Ik bekijk de plant is van alle kanten, en kan in eerste instantie geen rups vinden. De dag erna, ligt het beestje gewoon opgekruld op de schotel van eennaburige plant. Op de foto gezet, opgepakt en buiten neergezet tussen wat droge blaadjes.

Antwoord Raadplaatje 25 januari

Als je half kijkt dan denk je een klein restantje sneeuw. Maar de foto is genomen bij ruim 7 graden, geen sneeuw in zicht. De witte substantie is zacht en warm, een soort gelei.

Dit is Sterrenschot, ook wel heksensnot: wit en doorzichtig en je komt het vooral in het voorjaar tegen. Maar wat is het? Het is het restant van een vrouwtje-kikker (of pad), die door een reiger of vos is opgegeten!
In de late winter of vroeg voorjaar is de kikker al bezig om intern voorbereidingen te treffen voor de voortplanting: eitjes klaarmaken, maar ook al de grondstoffen voor het kikkerdril. Mooi compact opgeslagen, pas als de eitjes gelegd zijn in het water zwellen de omhulsels van de eitjes enorm op.
Datzelfde gebeurt als de onfortuinlijke kikker opgegeten wordt. De gelei waar de eitjes in de buik van de kikker zit begint enorm op te zwellen, na het eten. En dat bekomt de rover, reiger of vos, niet goed. De gelei wordt uitgebraakt, en zien wij terug als dit wittige slijm.

En dan de naam: sterrenschot mogelijk omdat men vroeger dacht dat het een stukje van een vallende ster was. Heksensnot omdat men vroeger dacht dat een heks haar neus gesnoten had (zonder zakdoek).

Ik ga er vanuit dat het van de blauwe reiger is, die we vlak in de buurt door de plassen in de Laarmantuin in de Hortus zagen lopen. Maar het kan ook een vos, marterachtige (steenmarter, bunzing), of kraai zijn geweest.