“Wat ruikt het hier zoetig”
“Ruik jij ook bloemetjes?“

Bij de zijdeur, die we als hoofdingang gebruiken, heb ik jaren geleden een kleine sarcococca geplant. Klein groenblijvend struikje met roomwitte kleinen bloempjes. Van dichtbij wel mooi, maar niet heel erg in het oog springend. Maar wel ‘in de neus springend’ of ‘in de neus dringend’ als variant op dat gezegde.
Elk jaar in de winter zijn we wel weer een keer verrast bij het open of sluiten van de deur. Om dan meteen naar de sarcococca te kijken. Jaa, hij bloeit weer, zo tegen het eind van de winter.
Tuindilemma
Nu zit ik met een dilemma.
Een tuindilemma.
Eigenlijk wordt de struik wat te groot op deze plek.
De takken hangen een beetje uit voor de ingang.
Zal ik snoeien? Maar dan geen bloeien.
Zal ik verplaatsen?
Maar sarcococca houdt daar niet erg van.
Of gewoon zo laten.
En dan elke keer een beetje om de takken heen stappen.
Tuindilemma.