Nervatuur

De nervatuur, of nerfstructuur, van een blad zorgt voor de versteviging van het blad én voor de aanvoer van water en voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen. De hoofdnerf loopt van de voet van een blad naar de punt, en verdeeld het blad in twee, vaak gelijke, helften. Uit de hoofdnerf komen zijnerven, die zich weer vertakken in de fijnste nerven, de aderen.

Je hebt handnervige vormen, vedernervig, drie-nervig, vijfnervig , netnervig, voetnervig, rechtnervig en kromnervige bladeren. Bij sommige planten blijft de nervatuur behouden, ook als het blad in de herfst en winter verteert. Dat kan bij bladeren , maar ook bij bloembladeren gebeuren. Met als bekend voorbeeld: de uitgebloeide bloemen van een (boeren) hortensia. Denk dat dit netnervig is.

Moskei

Zwerfstenen vormen een goede ondergrond voor korstmossen en mossen. De korstmossen op plekken waar het wat droger (en vaak wat hoger boven de grond) is. Mossen op plekken waar de stenen steeds beschaduwd blijven en vochtig.
Vandaag troffen we een mooie grote kei, ongeveer een meter in diameter die bijna altijd in de (half) schaduw ligt. Met het gevlekte zonlicht door de nog wat kale boom erboven een mooi gezicht. Ik kon niet anders dan de kei even te ‘aaien’ over de zachte vacht van mos. Middenin zie je een ‘gat’ in het mos. Ook andere bezoekers kunnen hun handen niet van het mos afhouden (en sommigen pulken een stukje eraf).

Deze bijna ronde kei maakt onderdeel uit van het hunebed bij Midlaren (of eigenlijk 2: de D3 en de D4). Elke keer als we in de buurt zijn, lopen we er even langs. Langs een heel smal paadje tussen twee boerderijtjes naar achteren lopen. Het was ons niet eerder opgevallen dat de keien / het hunebed zo groen waren van het mos. Misschien door de laagstaande maart-zon. Of omdat het nog niet zo droog is geweest.

Krokus in overvloed

De Brink in Zuidlaren, lila paars van de krokussen.
Met de zon erop vanmiddag, stonden alle bloemen open.
Hoeveel?

Vele duizenden.
Misschien wel tienduizenden.
Veel x mooi.

In de tuin hebben we er tientallen. Jaren geleden waren het er veel meer. In de zijborder aan de westkant van de tuin stonden ze. Verder stond er daar toen weinig. Na de krokussen, gevolgd door de blauwe bosanemonen, was het het hele jaar kaal in die border. Zeker 15 jaar geleden heb ik een aantal siergras-pollen geplant. Mooi in late zomer, herfst en winter. Pas vorige week heb ik de pollen afgeknipt. Ze moeten hoognodig gedeeld worden, breiden zich steeds verder uit. Inmiddels ook wat andere planten neergezet in deze border. Mooi gedurende het jaar, maar de overvloed aan krokussen is hierdoor wel wat verloren gegaan…..

Kijk omhoog

Galanthofielen (*) lopen vaak met een spiegeltje aan een lange steel rond. Om ombeschaamd onder de rokken van sneeuwklokjes te kunnen kijken. Zonder te hoeven bukken of het bloemetje naar boven te draaien.

Mijn idee was, zet de telefoon op selfie stand, leg de telefoon op de grond naast een sneeuwklokje en maak een foto. Dan kun je de onderkant goed bekijken. Idee was leuk, maar afstand te kort, waardoor de bloem zelf niet helemaal scherp is. De bomen erachter zijn wel.

Galanthus nivalis, de ‘gewone’ en wonderschone sneeuwklok.
Foto in voortuin van kantoor Groninger landschap genomen.

(*) Galanthofiel = sneeuwklokjes- liefhebber

Mollenveld

Vorig weekend was de mollentelling, of eigenlijk molshopen-telling. In grote aantallen zie je in deze tijd van het jaar de bruine hoopjes aarde in de weilanden, langs bermen en soms in tuinen.
Al de hopen op de foto’s zijn waarschijnlijk van 1 mol. Of misschien 2, als ze elkaar even gevonden hebben. Albertina Mol en Momfer de mol wonen namen het hele jaar in eigen gebied, met eigen gangen. Maar rond deze tijd, de paartijd, gaat Momfer graven in de hoop bij het gangenstelsel van Mevrouw Albertina uit te komen. Even paren, en hop, weer terug naar huis.
Bij het mollentellen tel je dus vooral groepen van hopen (of zelfs: zijn er wel of geen hopen in een veld), en niet de individuele hopen.

Links op de bovenste foto zie je een van de twee ooievaars vliegen. Net rechts van het huis aan de bosrand staat de paal met het ooievaarsnest. Bij een wandeling eerder deze week (dit is 10 minuten van ons huis) zaten beide vogels op het nest.

Over mollen gesproken. Vorige week stond dit filmpje op de Vroege Vogels website.
Mol op ijs.
Ahhh, wat zielig.

Gelukkig komt het goed, als je de tekst bij het filmpje leest. De mol weet weer vaste grond onder de graafpoten te krijgen en onder de grond te duiken.