Proeflopen Vogelwandeling

Edda, Els en Hiltje zijn de ‘nestkastjesvrijwilliger’ in Hortus botanicus Haren: voor de winter schoonmaken en controleren van de kastjes en vanaf het voorjaar door het broedseizoen heen monitoren of en waar en hoe er gebroed wordt. Zij vonden het leuk om mee te werken aan een folder voor een themawandeling over vogels. De folder is nu in concept klaar, opgemaakt door onze vaste vormgever Harry, (ook vrijwilliger). Met een kaart met ‘stippen’, een aantal mooie foto’s van Frans en een korte beschrijving, meestal bij een nestkastje of een bankje, per stopplaats. “Vraag me af of mensen de kastjes wel kunnen vinden”, mailt Edda. “Misschien eens uitproberen met proefwandelaars.“, oppert ze.

Goed plan. Bij de balie in de Hortus liggen voor vrijwilligers , maar ook voor bezoekers een aantal clipboards met de folder en een waarneemformulier klaar. In de maand december kun je de route uitproberen. Aangeven welke plekken je kunt vinden, wat duidelijk is, hoe lang je over de wandeling doet. We hebben al goede feedback gekregen: bv. geef aan op de kaart waar de wandeling begint (entreegebouw en horecagelegenheid markeren).

Zelf uitproberen
Vrijdag was ik in de Hortus en besloot zelf ook de route te lopen. Clipboard onder de arm, handschoenen aan (koude wind) en op weg. Begon al mooi met een Groene Specht die in de Hondsrugtuin zat. Nummer 1, 2 en 3 (pleintje met bankjes) kon ik prima vinden. Toen werd het lastig.

Punt 2 van de wandeling, nestkast voor een pimpelmees.

Waar is nestkast punt 4?
Ik stond bij de plek op de kaart, op een heel smal paadje, rechts van me blauw paaltje met nummer 52, links een enorme thuja. Omhoog kijkend, in de takken, zocht ik tevergeefs naar een kastje. Terwijl ik een halve stap opzij zette om beter te kunnen kijken, gleed mijn voet weg.

Paniek!
Naast het paadje loopt een greppel die nu vol met water staat. Ik zag al een nat pak voor me, languit in de greppel. Terugstappen lukte niet meer, ik begon al om te vallen met clipboard in ene hand, pen in de andere. Met een ‘elegante’ sprong lukte het me om over de greppel heen te springen. Op handen en voeten stond ik uit te hijgen aan de overkant. Voeten maar een klein beetje in het water. Handig dat ik mijn bergschoenen aan had. Snel keek ik om me heen: was er iemand die mijn capriolen gezien had? Volgens mij niet. Met de licht vochtige kaart in de hand verder gelopen. Geen nummer 4. Ook nummer 5 bleek lastig: er moest een spechtenhol te zien zijn, maar welke boom wordt bedoeld? Er staan overal bomen om me heen. …

Bankje
Punt 7, bij het gele bankje, is een mooie plek om te gaan zitten en luisteren en kijken. Het is een metalen bankje dus een tikje koud aan de billen. Met een lange jas ook op een koude grijze dag als vandaag prima te doen. Merels en mezen, spechtenhol gevonden (waar spreeuwen in gebroed hebben), er ritselt van alles.

Herkansing punt nummer 4
Toch nog terug gegaan naar punt nummer 4. Ik moest die nestkast toch kunnen vinden! Nu kwam ik van de andere kant, over een iets breder pad, en ja hoor. Daar zag ik de -nog nieuwe- driehoekige boomkleverkast hangen, aan de achterkant van de enorme Thuja Standishii. Het nummer kun je niet zien van de zijkant. Weer even de bocht om naar de plek waar ik bijna te water ging. Ja, ook van die kant te zien, zie foto.

Het nieuwe driehoekige nestkastje aan de linkerstam van de grote conifeer.

Varen-draden

Naast de graslelies hebben zijn er meer kamerplanten die we al heel lang hebben. Een daarvan is een varentje. Inmiddels uitgegroeid tot een forse varen. Deze staat hoog boven op de kast en de bladeren hangen elegant naar beneden. In deze tijd van het jaar maakt de varen ook lange bladloze draden. Een beetje harige draden. Nu zijn ze nog groen en meer dan een meter lang, over een tijdje drogen ze in en dan knip ik ze af. Laatst was ik me wat aan het verdiepen in varens en hoe ze zich voortplanten (sporen), en ineens vroeg ik me af welk nut deze harige draden hebben.


Gevraagd aan Roel en gegoogled. Het varentje lijkt een ‘boston’ varen te zijn, erg veel als kamerplant gebruikt. En inderdaad maakt ze, als ze het naar haar zin heeft, ‘leafless runners; ook wel stolons (in het Engels) of stolonen (in het Nederlands) genoemd. Als de varen gewoon in de volle grond staat dan spreiden deze draden zich horizontaal uit en waar ze de rulle ondergrond raken gaan ze wortelen en nieuwe plantjes maken. Iemand, in een klimaat met warmere winters, beschreef de varen als een invasieve plant, zo veel jonkies maakt ze.

Sommige mensen knippen de draden af, omdat ze het een slordig gezicht vinden. Bij ons blijven ze lekker hangen, en pas als de varen een jaarlijkse knipbeurt krijgt om oud en bruingeworden blad te verwijderen, gaan de dan inmiddels ingedroogde haren er ook af.

Zal ik eens een potje met aarde boven op de kast zetten en daar zo’n stolon in vastprikken? Is wel lastig om water te geven. Misschien juist een potje neerzetten op een plek waar zo’n draad ver naar beneden hangt..

Fijn-ingesneden

Veel van de deurgeraniums (pelargoniums) die zomers buiten op het terras staan, logeren al weer een maand of twee in onze logeerkamer. Een paar exemplaren, waaronder twee bloeiende , niet geurende, pelargoniums en een stek van een onbekend exemplaar, staan nog in de serre. Mijn ervaring was vorig jaar dat de bloeiende geraniums in de winter in no time luizen hadden. Dus laat ik ze eerst maar in de serre staan. Stuk koeler, niet helemaal vorstvrij. Als het echt gaat vriezen moeten ze toch even naar de bijkeuken. (Of je knipt de bloemen eraf, hoor ik daar iemand denken….)

Tot mijn verrassing zag ik naast de knalroze en rode – nog steeds – bloeiende geranium, opeens een witte bloem. De stek van eerder dit jaar was gaan bloeien! Met een uiterst elegant wit bloemetje met ingesneden bloemblaadjes en roze hartje. Als je alleen de bloem ziet zou je denken dat het (muskus)kaasjeskruid is. Eens kijken of ik de naam kan achterhalen.

Drie etages

Een graslelie of Chlorophytum is een makkelijke kamerplant. “Bietel”, noemde we ze vroeger thuis, naar The Beatles met hun lange haar. De graslelie vormt een enthousiaste bos langwerpige bladeren. Je zie meestal de bonte vorm, groen met een brede witte streep in het midden. Wij hebben ook al tientallen jaren een egaal groen vorm. Stekken is heel makkelijk. Als de planten gaan bloeien vormen ze een lange bloemstengel, met kleine witte sterbloempjes. Op aan die lange stengels vormen zich dan ook de kind plantjes. Naarmate de kindslaantjes groter en zwaarder worden gaan ze naar beneden hangen. Het mooist is een standplaats op hoogte, in of bovenop een kast. Dan hangen de ’trossen’ met jonge plantjes elegant naar beneden. De kleine plantjes kun je afknippen en oppotten, of eerst een tijdje in een glas water zetten om worteltjes te maken. Naarmate je ze langer aan de plant laat zitten vormen ze zelf ook steeds meer luchtwortels.

Op de foto zie je een moederplant boven in de kast , een generatie kinderen op ongeveer 1 meter boven de grond, en zelfs kleinkinderen, die vlak boven de vloer hangen.

Judith

Vorige week liep ik nog even langs de Biotoop. Het terrein van de Biotoop ligt direct naast de Hortus botanicus Haren, we zijn buren. Beide stukken grond zijn per 1 jan 2023 in handen van de gemeente Groningen gekomen.
Er werd een kerstmarkt gehouden en veel van de ‘resident’ kunstenaars vertoonden hun werk. Het was kwart voor vier en de markt zou tot vier uur duren. Veel tijd was er niet, maar toch een paar mooie gesprekken.

Zoals met Judith van Esch. Mijn oog werd meteen getrokken door de groen-blauw-turqoise prints die ze op haar stand had liggen. We raakten aan de praat en ik maakte een klein filmpje waar Judith door een van haar tekenboeken heen bladert. Bijgaande foto’s zijn daar uit geknipt. Inspiratie voor Judith ligt in de natuur, het beleven van de natuur. En in haar kunst probeert ze dan de ervaringen die ze op dat moment heeft (had) zo goed mogelijk tot uitdrukking te brengen. Duidelijk verschil te zien tussen zonnige vrolijke dagen, en grijs en somber weer.

Judith geeft ook workshops, dus misschien kunnen we een keer iets organiseren ivm de Hortus.
Mooi, al die vele tinten groen.

Snert weer

Vanmorgen was het eerst zonnig, in de loop van de middag werd het bewolkt, wel droog. En wat doen we dan…. lekker stukje wandelen. Met de bus naar Zuidlaren en vandaar het Drensche Aa gebied heen, uiteindelijk via Anlloo naar Annen en daar weer de bus terug.

Was het dan snertweer? Nee , prima wandelweer. Lees de titel van deze blog als twee woorden: snert weer, of te wel: nog een keer snert, weer snert. Een paar maanden terug waren we in het zelfde restaurantje en at ik snert. Een stevig soepje: de lepel bleef staan!

Aanvankelijk waren we van plan van Anloo naar het westen te lopen, het dal van de Drentsche Aa oversteken en dan weer naar het noorden. Het water stond zo hoog, dat we dat maar niet gedaan hebben. ’s Zomers is het grasveld van het terras bij Café De Drentsche Aa zeker dubbel zo breed (nu half onder water). Het asfaltweggetje dat van het cafeetje naar het westen loopt was ook afgesloten voor auto’s.

Kersthertje

Sint vertrokken en kerstman in aantocht. Dit weekend de kerstdoos van zolder gehaald en spulletjes weer in d woonkamer neergezet. Vroeger thuis was dat een hele grote doos, zo groot als twee verhuisdozen, Daar kwam ook de hele entourage voor kerstboomdankledimng inclusief kerststal uit. Wij hebben een klein doosje, gevuld met spulletjes die de afgelopen jaren in kerstpakketten e.d. zaten. Geen kerstboom, wel sinds gisteravond weer vrolijk flakkerende (elektrische) waxinelichtjes in de vensterbank.

Nieuw is een houten hertje, dat ik vorige week zelf uitbeitelde uit een voorbereid plankje. Dat was op de ‘beurs’ Tech to the Future, gericht op het enthousiasmeren van 2e klas VMBO leerlingen om in techniek verder te gaan.

Het kersthertje, met links ervan een appel van klei van Ma, een kartonnen vogeltje van Margriet en de schaduw van drie houten beschilderde katten op een rijtje van Uschi. Waar het houten ovaaltje (ook voor een theelichtje) vandaan komt weet ik niet meer.

Zelf hebben we nooit een kerstboom, wel een al heel veel jaar opnieuw gebruikt kerststukje, heel mooi ingedroogd. Als we naar buiten kijken kunnen we volop lichtjes zien van de buren van de buren en van de overburen. Kort geleden werd er bij Dirk jan aan de overkant een vlaggenmast in de voortuin gezet. Nu snappen we waarom: voor de kerstverlichting!

Rechts op de foto ons huis, links de nieuwe ‘vlaggenmast’-kerstboom van DirkJan.

10 jaar geleden – gaasvliegenhotel

Bladerend door mijn digitale foto’s , december 2024 , kwam ik er een paar tegen van een gaasvliegenhotel. Had ik op TV gezien , en vond ik leuk om na te maken. Met een paar van de vele honderden bloempotjes die ik ooit van Ome Job, onze vroegere buurman, had geërfd.

Hotel in aanbouw

Het hotel hangt er nog steeds. Of er gaasvliegen in zitten, of gezeten hebben, is moeilijk te zeggen. In dezelfde hazelaar hangt ook het eekhoornvoederhuisje, waar Eddy nog steeds dagelijks wat nootjes in doet voor Erik. En voor mensen die nu voor het eerst bij ons achter in de tuin zouden komen… die herkennen het schuurtje van de foto niet. Helmaal groen en overgroeid met klimop. De gaten van het raam snoei ik elk jaar open. De dakpannen zijn uit beeld verdwenen. Inmiddels is de groei gestopt, hoger kom de klimop niet, en nu is de plant volwassen: dat wil zeggen dat er eerst bloemen en later bessen aankomen. Erg goed voor insecten en vogels.