Als ik dit stel zie moet ik denken aan Bert en Ernie.
Twee vriendjes.
Genoeglijk naast elkaar in de wei.
Aan de Hoornsedijk, tussen Haren en Groningen.
Alles in en om onze tuin
Als ik dit stel zie moet ik denken aan Bert en Ernie.
Twee vriendjes.
Genoeglijk naast elkaar in de wei.
Aan de Hoornsedijk, tussen Haren en Groningen.
Vier uur ’s middags.
Op een zonnige en uitzonderlijke warme 28 februari.
Wim was net vertrokken, na een kopje thee.
Op het terras komt nog geen zon, dus de tuinstoelen staan op het tuinpad richting vijver.
Ik zwaai Wim uit en loop terug naar de tuinstoelen.
Om de theekopjes op te ruimen.
Mijn mond valt open van verbazing.
Op de leuning van de tuinstoel zit een vlinder in de zon.
Een gehakkelde Aurelia die op een beschut plekje heeft overwinterd.
Op 28 februari.
Te vroeg natuurlijk, het gaat weer kouder en natter worden.
Ik vertel mezelf dat ze gewoon weer terug gaat naar haar schuilplek.
Samen genieten we van de voorjaarszon.
Als je paarse krokussen in de tuin hebt kunnen dat boerenkrokussen of bonte krokussen zijn. Of een mengeling, want ze kunnen met elkaar kruisen. In onderstaande tabel een paar verschillen.
Zelf vind ik het makkelijkst te onthouden: bij zonnig weer gaan de boerenkrokussen helemaal open als een sterretje, bijna vlak. De bonte krokus blijft iets ronder als een brede kelk.
Boerenkrokus (Crocus tommasinianus) |
Bonte krokus (Crocus vernus) |
|
---|---|---|
Kleur | Wit met paarse strepen, of paars met witte strepen | Effen lichtpaars, lila tot lavendel blauw |
Buis (bij de vergroeiing van de bloembladeren) | Gekleurde | Effen grijswitte |
Bloeitijd | Februari-maart | Februari-april |
Bloembladeren | Vrij spitse top | Langwerpige eironde top |
Bladbreedte | 2 – 4 mm | 4 – 9 mm |
Dat is het mooie als je bijna bij op de provinciegrens woont! We kunnen vanuit huis zo Drenthe inwandelen, of juist in Groningen wandelen. Met de lenteachtige winterdagen van afgelopen weken hebben we heel wat mooie stukjes landschap gezien. Lage zon, strogeel riet, water, recept voor fraaie foto’s.
Eindeloze open land- en waterschappen. Bewoonde wereld is niet ver weg. Op foto 2 (Eelderdipeje), zie je rechts op de horizon de gebouwen van de suikerfabriek – Hoogkerk, en links op de foto zie je de uitzichtstoren.
Als ik de camera bij het maken van de onderste foto iets verder naar links gedraaid had, zou je de witte pluimen uit de schoorstenen van de industrieen langs het Winschoterdiep tussen Groningen en Hoogezand hebben gezien.
Vorige week bij een wandeling voor het eerst buiten gelunched, wel met jas aan. Vandaag, 24 februari, de eerste was buiten gehangen in de zon. Op de achtergrond rechts het veld met sneeuwklokjes.
Net buiten de foto links is de vijver. Daar zag ik vanmorgen twee kleine watersalamanders rond scharrelen.
Paar foto’s van februari 2002, nu opnieuw gemaakt vanaf ongeveer dezelfde plek.
Paar dingen vallen me op:
De bossen siergras in de tuin hebben voor een mooi wintersilhouet gezorgd in de tuin. De pluimen verliezen steeds meer van hun zaadjes, het lintvormige blad valt af en ligt als een strogeel tapijt rondom de grote pollen miscanthus sinensis. De halmen staan nog stevig overeind. Langzaam aan wordt het tijd de halmen weg te halen en het tapijt op te harken. Nu het droog weer is zijn de halmen zo droog dat ze af te breken zijn, vlak boven de grond. Steeds een bosje tegelijk. Dat is een stuk makkelijker dan ze stuk voor stuk met een tuinschaar door te knippen. Binnen in de bossen komen de eerste groene sprieten al weer omhoog.
Voor de afwisseling doe ik steeds maar 1 grote pol op een tuindag. Ik begin altijd met de zijborder (87), want daar komen heel veel krokussen op. Die kun je mooier bewonderen als ze tegen donkere grond afsteken, dan als ze half onder de grasbladeren zijn verstopt.
Wel altijd weer de vraag, wat doe ik met de halmen. Inmiddels bijna 1 kuub. Weegt niks, maar wel veel ruimte. Te groot en te droog om (zo) te composteren. Voorlopig liggen ze even los bovenop een van de composthopen.
Het vroege voorjaar
wordt ingeluid door de pracht
van de sneeuwklokjes.
Zachtjes bungelend
aan ragfijne bloemsteeltjes,
als de wind ze streelt.
Ik zie de oren,
als van een hangoorkonijn
met een groene snuit.
De knoppen van de kort geleden geplante sierpeer beginnen te zwellen. Fraai in het ‘vroege’ochtendlicht. Het boompje staat vlak bij de fietsenschuur. Een plek waar we heel vaak langskomen. Wat zal dat straks een mooi gezicht zijn als ie -voor de eerste keer bij ons- in bloei staat. Zeker met zo’n blauwe hele erachter.
Een stukje verderop in de straat, twee tuinen vol met krokussen.
Vorige week op een grijze dag: dunne bleke stengeltjes, afstekend tegen de donkere grond, als soldaten in het gelid.
En nu, met de prachtige zonnige dagen. Luidkeels zingende krokussen, lachend naar de zon. Genieten.