Rariteiten van Gerard

Of ik nog glazen potjes heb, vraagt Willie.
Die heb ik. Als ik ze langs breng, dan natuurlijk meteen even een rondje tuin en een praatje. Over de appels die het zo goed doen. En de kweeperen die er aan zitten te komen. Voor het marktje binnenkort, zegt Wille. Een blik in de berging/bijkeuken. Allerlei potjes met verschillende soorten jammen. De diepvries zit vol met alle groenten van de moestuin. We drinken een glaasje versgemaakt druivensap.
Helemaal achter in de tuin is Gerard bezig. Met het opknappen van een oud kastje. Altijd bezig, et spul dat hij ergens op de kop tikt. Zoals allerlei beeldjes.

Van de rommelmarkt en opgeknapt – bijgeschilderd door Gerard. Een hele verzameling inmiddels.
Willie heeft een handkar voor de deur staan, wara ze plantjes te koop aanbied. In dit seizoen ook potjes jam. En zelf samengestelde bosjes bloemen doen het ook heel goed.

Niet op de foto, maar erg leuk: een witte badkuip op pootjes. Midden in de tuin een beetje weggewerkt achter een hekwerk. Gerard wilde zo’n badkuip altijd al hebben. Via Marktplaats op de kop getikt. Heeft afgelopen zomer erg goed dienst gedaan om af te koelen, glundert Willie. Gevuld met water uit de pomp. Om de beurt even in het bad in die warme dagen.

 

Laatste etappe

Geen tuin, maar landschap. Vandaag liepen we de laatste etappe van de Pronkjewailwandelroute (noord). 250 kilometer door het Noord Groningse landschap. Met juweeltjes van dorpjes, verstilde kerkjes, bos (meer dan je denkt) en prachtige open en ruige landschappen. Vandaag van Kolham naar Stad gewandeld. Duidelijk merkbaar dat we weer dichter bij de bewoonde wereld komen. Flinke delen van de weg over fietspad langs de oude provinciale weg (en een halve kilometer verderop de snelweg).

Toch een beetje tuin, de buurttuin in Noorddijk, tegenover het 13e eeuwse kerkje.

We waren niet erg onder de indruk van Scharmer en de borgmeren. Meerstad, zag er beter uit, veel water, eilandjes, zonnepanelen op veel van de nieuwe huizen. En ook een paar huizen waar de lelijkheid van af spatte. Nou ja, ieder zijn meug.

Op een rijtje.

Vlak ten noorden van de stad, in Noorddijk, de laatste pauze bij rustpunt Noaberstee, met een kopje thee en appeltaart. Naar het noorden kijkend, weilanden en weidse landschap. Op nog geen 5 minuten (fietsen) het winkelcentrum van Leeuwenborg.

Eindigend, waar we waren begonnen eind mei, aan de voet van de Martinitoren.

Overvloedige oogst

Dit jaar hadden we een ‘bumper crop’ aan druiven, zoals Monty Don van Gardeners’ World zou zeggen. Andere jaren hebben we wel vaak veel druiven, maar meestal vrij zuur. Zo niet dit jaar. Sappig en zoet. En er zijn overal zo veel andere besjes, dat de merels er nog niet heel veel van hebben opgegeten. Elke paar dagen pluk ik een aantal trossen, niet meer dan we in die paar dagen opeten. Ze blijven het best houdbaar als ze aan de struik blijven hangen.

Een enkel druifje
Van druiven op het terras, naar wijn op het terras. Kan nog steeds.

Hoe was jullie oogst?
Vrienden iets verder op in de straat hebben een druif aan de zuidkant, tegen het huis. Daar is de hele oogst mislukt, alles verdroogd.

Pluizend zaad

Het pluis van een wilgenroosje bij ons in de achtertuin. Op de site van de Flora van Nederland kun je ook een filmpje bekijken. In grote aantallen, langs een bosrand, is een paarsroze zee van wilgenroosjes een impossant en vrolijk makend gezicht. Moet je wel iets eerde in het jaar zijn, juli/begin augustus. Nu is het meeste roze verdwenen.

Wilgenrozenweetje
De bloemen van het wilgenroosje en het ‘harig wilgenroosje‘ lijken zoveel op elkaar dat Linnaeus beiden als één soort behandelde. Toch zijn beide soorten wel goed van elkaar te onderscheiden. Blad en bloeiwijze zijn anders en ze hebben verschillende kleuren stuifmeel. Toen bleek dat onderlinge kruising niet lukt, is het ‘harig wilgenroosje’ als aparte soort naar het geslacht Epilobium verhuisd.

Ring of fire

In maart had ik de zaadjes van de peper Cayenne Ring of fire gezaaid. 6 zaailingen heb ik in grote potten gezet en de oogst is prima. De planten eert in de serre, totdat het zo heet werd. Sindsdien staan ze buiten, een deel overdekt een deel in de open lucht. Elke keer een pepertje, als we ze gebruiken willen. Of drie, toen Eddy vorige week kip Piri-Piri maakte.

Peper cayenne ring of fire, zaad van Diana.

Van een plant heb ik de laatste peper al geoogst en toen ik vandaag de plant op de composthoop wilde gooien zag ik opeens nieuwe bloemknopjes. Wordt waarschijnlijk nooit meer rijp, maar acht. Deze plant gewoon weer in de serre gezet,

Wildeman en tuinvrouw

Toastje met jam in de Wildemansheerd

Zaterdag liepen we de  een na laatste etappe van Pronkjewail wandelroute Noord. Van Steendam (eigenlijk Siddeburen), langs het Schildmeer, door het moerassige natuurgebied ’t RoegWold, via Schaaphok en Woudbloem (echt waar) naar Kolham. 230 kilometer hebben we er nu opzitten, waarvan 25 voor deze etappe.

Tuinmuur, met ervoor heel veel verbena bonariensis
Stukje groentetuin. Veel voor vlinders.
Echt mooi vonden de zussen het beeldje niet, maar het zit al jaren in het raam. Hun moeder vond het beeldje zo mooi. Emotionele waarde, onschatbaar.

In de verschillende dorpjes zijn stempelposten, en deze keer was er onder andere een rustpunt bij de Wildemansheerd in Schipwolde. Behalve de stempel op de kaart kregen we een zakje met…. toastjes. En die konden we zelf besmeren met de zelfgemaakte aardbeien/rabarber jam in de koelkast. Zelf smeren, want zo’n rustpunt is ‘zelf-service’. De vrouw des huizes was wel aanwezig, en samen met haar zus bezig in de tuin. Mooie gelegenheid om een tuinpraatje te maken. Er lag een foldertje van open tuinen Groei& Bloei in het rustpunt-huisje. Of ze ook mee deden, vroeg ik. Nee, zei zus 1 , vroeger deed onze moeder mee. Nu willen we eerst de tuin wat meer op orde krijgen, voordat we eventueel weer een keer mee doen. Aan de noordkant van de tuin een gemetselde tuinmuur, met raampjes erin. Ziet er altijd leuk uit. Engels. En een mooie plek voor een beeldje.
De andere zus bleek de tuinvrouw te zijn van een medetuinier hier in Haren. We blijken een gezamenlijke tuinkennis te hebben. Ik nodigde haar uit om ook eens bij ons langs te komen.