Allium Christophii of sterrenlook. Hier zie je vier bloeiende exemplaren in een verhoogd bed, schuin oplopend naar een klein stapelmuurtje (afgedekt met de dakpannen die je rechts ziet). Bollen met een doorsnee van ongeveer 12 centimeter, helemaal opgebouwd uit kleine sterretjes van bloempjes. Mooie bloeiende bol, voor de late lente en vroege zomer, na de narcissen en later de tulpen. Houdt van volle zon, en niet te nat.
Mooi in groepen tussen lage vaste planten. DE plant kan zichzelf uitzaaien, waarbij de zaailingen dan pas na 4-5 jaar bloeien. Heb ik bij ons nog niet gezien, maar zo lang staan ze er ook nog niet.
Een sprookje over de grote boze wolf en de kleine lieve geitjes.
Alleen is de wolf in dit geval een monster met stekels en zijn de geitjes de luizen op de blauwe knoop aan de rand van ons terras. Voor het eerst dat we er zoveel luizen opzien, echt langs de hele stengel. Daarmee een perfecte snackbar voor allerlei rovers die zich te goed doen aan de luizen.
Sprookjes lopen vaak goed af. In dit geval geldt dat niet voor alle luizen. Maar ja, ook deze lieveheersbeestjes larven moeten eten. En daarna veranderen deze monsters in vriendelijke kevertjes. Een wolf in schaapskleren, want ook de kevertjes eten de luizen in grote aantallen.
Het knalpaars van de geranium met de bolle, bijna pluizige witte schermen. Weet niet welke schermbloem het is, ik hoop een meerjarige. Dan kannen we elk jaar weer genieten van de combinatie.
Bijdrage voor een Engelstalige site, van bomen-volgers. Het idee erachter is om 12 maanden lang 1 boom te volgen. Wij hebben de grote wilg in de achtertuin gekozen.
It is this time of the month… … to write about our willow tree.
The willow is by fare the most ‘voluminous’ tree in our garden. No more soft yellow of the catkins, these all dropped off weeks ago. Full in leave now, greyish-green.
No big changes for several months to come.
The willow is …. A community of wild life. Insects, birds nesting and foraging for these insects. A hunting ground for larger birds, like the magpie and jay, hunting for the smaller birds. A transport route for the red squirel, every now and then we see one in our garden.
In Feikje’s ‘bergtuin’ stond op heel veel plaatsen een vetplantje, uitbundig bloeiend met sierlijke hangende gele bloempluimen. Langs trappetjes, over muurtjes bungelend, maar ook her en der in de borders. Groeit overal, aldus Feikje. Ze pakte een schepje en ‘ropte’ er meteen een paar polletjes uit, voor ons om mee te nemen.
Een paar staan er nu op ons terras in pot. Om van dichtbij te kijken of ze goed aanslaan, en als reminder hoe ze eruit zien. Want we zijn nog op zoek naar de naam. Ik dacht sedum huppeldepup, maar dat is het niet volgens Feikje. In de Nederlandse naam zit iets met ‘goud’, zei ze.
Al even gegoogled op ‘vetplant geel hangend’ en zo, nog niet gevonden. Ik twijfel er niet aan dat ik binnenkort een reactie krijg van een lezer die schrijft: die ken ik, dat is <naam van de plant, nader in te vullen>.
Gister met Jitske op tuinbezoek geweest bij Feikje.
Na een flinke fietstocht, goed dertig kilometer, via rustieke Groningerplaatsjes als Groot Wetsinge, Winsum, Rasquert, werden we gastvrij door Feikje ontvangen. Na een uur met koffie en koek aan de keukentafel op ‘ronde’ door de tuin.
Het huis van Feikje ligt op een deel van een oude wierde (Gronings voor terp), middenin de plaatselijke ijsbaan! Nou ja, af en toe ijsbaan, nu een ijsbaanvormig weiland. Wat moet dat een bijzondere ervaring zijn, als honderden dorpelingen rondjes rond je huis schaatsen! Niet dat dat vaak gebeurt, aldus Feikje, lang niet elke winter ijs, en als het echt hard vriest gaan de jongelui uit het dorp liever schaatsen bij het haventje, daar is van alles te doen.
Nog nooit ben ik in de tuin geweest waar de toegang over een 30-40 meter lange houten voetbrug was, die op een paar meter hoogte over de ijsbaan loopt. Op de eerste foto zie je -op de hoogte van de brug- links de bovenkant van een lantaarnpaal. Langs de leuningen, nu ongeveer tot aan de helft van de brug, de enthousiaste uitlopers van de rambler roos Bobby James. Nog niet in in bloei, maar volop in knop.
Feikje is van huis uit Friezin, maar woont al 36 jaar in dit huis in Groningen. De tuin is helemaal door haar vormgegeven en aangelegd en op onderdelen zelfs ‘gebouwd’. Feikje heeft een in de heuvel gebouwd ‘Hobbit huisje’ voor de kleinkinderen gemaakt, allerlei keermuurtjes, waar de helling wat steil is, veel kronkelige schelpen paadjes, uiteraard ook een moestuin, een kas, trappetjes, een verborgen glijbaan (bofferds, de kleinkids van Feikje, met zo’n oma en zo’n speelomgeving).
De kleine onopvallende bloemetjes van het kindje-op-moeders schoot is enorm in trek bij dit hommeltje. Minuten lang zit ik op het tuinpad ernaast op de grond, gewoon kijken. Eerst poging om foto te maken van hommel in volle vlucht; het beestje vliegt heen en weer, net steeds buiten focus. En dan, laat maar. Gewoon genieten van het schouwspel.
Vingerhoedskruid of digitalis vind ik een geweldige plant. Spectaculaire optorenende (is dat een bestaand woord?) bloemtoortsen, bloeit weken lang eind mei tot juni, soms iets langer afhankelijk van de plek. Het is een bosrand plant, dan weet je meteen wat een goede plek is, ook in de tuin. Half schaduw, niet te droog. Volle zon gaat ook, als de bodem vochtig genoeg is. En als het te droog is, krijg je lage vingerhoedskruiden, een soort dwerggroei (ook wel kaboutergroei).
Raadsel: wat is de overeenkomst tussen een koe en een vingerhoedskruid?
Meestal tweejarig, zaaien in juli, eerste jaar rozet, tweede jaar de bloei.
Een paar vingerhoedskruiden in de tuin dit jaar, zijn in hun derde jaar, maar dat kwam omdat ik ze als zaailing te lang in minipotjes had laten staan, daarmee hebben ze 2015 overgeslagen als bloeijaar. Begin dit jaar heb ik ze op een paar plekken in de tuin gezet, en taadaaa, prachtige toortsen. De Sutton’s apricot, is zachtroze, met inderdaad een licht oranje tintje. Valt vooral op op een beetje bewolkte dag, met op dit moment een hele licht regen. Naast het vele groen in de tuin komen de kleuren nu prachtig naar voren.
Antwoord: elk exemplaar/ individu heeft een eigen, uniek vlekken patroon.
Vorig jaar nog geen Oranje Balletjes aan onze buddleja globosa, maar van de week zag ik opeens de eerste bloeiwijzen! Meteen camera erbij en wat foto’s gemaakt. Eerst van een afstandje, en toen dichterbij. Op de eerste foto zie je een klodder schuim, dat blijkt de schuimcicade te zijn, die deze buddleija blijkbaar lekker vindt. In die grote klodder zaten vijf cicades, zie foto 2. Die heb ik even op een plant ernaast gezet.
Deze buddleja bloeit veel eerder dan de bekende vlinderstruiken met de puntige pluimen. Vlinders heb ik er nog niet op gezien. Wel schuimcicades dus, en parende wantsen. Op foto 5 had ik de bedoeling de wantsen te fotograferen (onscherp op de rechter bol), maar ze bleven steeds naar de andere kant van het bolletje lopen …