De rode regenworm

Kun je daar een hele lezing mee vullen, een verhaal over regenwormen?

Makkelijk!
Afgelopen week luisterde ik met bijna vijftig andere geïnteresseerden geboeid naar een verhaal over rode regenwormen georganiseerd door IVN Groningen/Haren. Onderzoeker Jeroen Onrust van de Rijksuniversiteit Groningen vertelde zijn persoonlijke ervaringen en onderzoek met regenwormen. Al vanaf zijn afstudeeronderzoek is hij er mee bezig: voor hem geen onderzoek aan de Grutto, onze nationale vogel. Daar wordt al genoeg rond onderzocht. Maar onderzoek naar regenwormen. Zou het zo kunnen zijn dat afname van weidevogels aan afname van wormen ligt? Ook het promotieonderzoek van Jeroen ging over regenwormen, en na zijn promotie onderzoekt hij gewoon door.

Jeroen bracht zijn enthousiasme duidelijk over op zijn publiek. Hieronder een een paar mooie plaatjes uit zijn presentatie. Na dit verhaal zal menigeen de drang hebben om een keer ’s avonds, als het een graad of 10 is, met een zaklantaren naar de wormen in eigen grasveld te gaan kijken. Wormen fourageren ’s nachts. In 2022 organiseerde Jeroen zelfs een ‘nationale wormentelling’. Als je die -net als ik- gemist hebt, de zoekkaart kun je nog downloaden.

Wormenweetjes

Er zijn twee hoofdgroepen: de rode regenwormen, de pendelaars en strooisel wormen, die organisch materiaal eten en verticaal in de grond beweegt of juist door horizontaal door de strooisellaag, en de grijze regenwormen (die komen vrijwel nooit bovengronds, ‘eten’ grond waar ze deels verteerde organische stoffen uithalen en poepen dat weer uit (wormenhoopjes). Zij bewegen horizontaal onder de grond, wat dieper.

  • In Nederland 25 soorten regenwormen
  • Nederland is delta, veel grasland
  • Grootste regenwormendichtheid van Europa
  • De grijze regenworm kan deels regenereren (niet staartje vormen); de rode niet: doorgehakt is jammer maar helaas.
  • Regenwormen kunnen tot 15 jaar oud worden, en blijven doorgroeien, dus langer = ouder.
  • In bemest boerenland zijn veel wormen, maar vooral grijze, en vooral kleintjes (dus geen oudere wormen)
  • Juist de rode wormen zijn cruciaal voor de bodemkwaliteit
  • In natuurgebieden vaak minder wormen, mede door verzuring

Omgevallen gras

Een paar nachten flinke vorst en de bomen hebben abrupt grootste deel van blad laten vallen. Ook de halmen van de pollen molinia houden het voor gezien. Ze zijn er bij gaan liggen. Op zaterdag, in een periode van een paar uurtjes droog, even de tuin in. het was inmiddels 7 graden en verrassend aangenaam. De molinia halmen opgeruimd, de blaadjes van de paden en het gras geharkt en deels in de borders gestrooid. Andere deel van het bald is terecht gekomen op een grote hoop achter in de tuin. Verder heb ik een flinke voorraad blaadjes uit de vijver gevist. Niet allemaal nog. Ik had geen laarzen aan maar gympen, en stond een beetje balancerend aan de rand van de vijver. Het was overigens helemaal niet koud aan de vingers heb ik gecostateerd, terwijl ik blaadjes uit de vijver haalde en nat blad opraapte. Toen ging het weer regenen. Komende periode maar weer eens regelmatig een tuinuurtje stelen. Met rondom getsjilp van de mussen (zolang ze de silo met zaad nog niet leeg hebben) en gekwetter van meesjes.

Simon Schaaft

Van de zomer is Simon langs geweest en heeft onze beide schuren van een nieuwe deur voorzien. Dat was in een zeer droge periode, en de laatste maanden was het juist heel nat. Een van de twee deuren was zodanig uitgezet dat ie niet meer dicht kon. Simon kwam weer even langs en name de deur mee om er een stukje af te schaven. Nu hangt ie weer keurig en kan ook weer dicht.

NVBT

Regelmatig schrijf ik stukjes over ‘de’ Hortus, waarbij ik Hortus Haren bedoel , die maar een kwartiertje lopen bij ons vandaan ligt. Niet voor iedereen bereikbaar. Maar er zijn bijna 30 Botanische tuinen, ten minste, tuinen die lid zijn van de Nederlandse Vereniging voor Botanische Tuinen. Op de website van de NVBT kun je lezen of en welke activiteiten er in welke tuin worden georganiseerd.

Bovenstaande figuur staat in de laatste nieuwsbrief . Met de vraag: welke plant – insect combinatie vinden jullie het mooist. Hoeft niet van de tekening te zijn. De eerste combinatie die mij te binnen schoot: steenhommel op bieslook, elk jaar weer genieten in de tuin. Begin juni, de zomer is echt begonnen.

Vanaf 2019 heb ik onderstaande foto van deze mooie combinatie als openingsscherm op mijn telefoon staan. Dan nu voor jullie: welke plant – insect combinatie vinden jullie het mooist?

Verstekelingen

Bij het opmaken van het bed voor George in de logeerkamer, viel me op dat er weer poepjes in de vensterbank laten. De verschillende geurgeraniums die zomers in de tuin staan in potten staan voor de winter binnen. In de logeerkamer, koel, licht, vrijwel droog. Elke twee weken kijk ik even in hoeverre ze een beetje water nodig hebben, echt een beetje. De laatste keer had ik al het dorre blad weggehaald en ook de poepjes. Geen beest kunnen vinden.

En nu lagen er weer een stel. Tegen het glas aan ook wat afgeknaagde restjes blad, nog vers. Weer alle potten opgetild en deze keer de boosdoener wel ontdekt. Een bruine rups, wellicht een uiltje (nachtvlinder). Het beestje opgepakt en buiten tussen de blaadjes uitgezet.

Omdat het inmiddels ’s nachts flink kan vriezen, en het in de serre nauwelijks boven nul blijft, had ik de resterende pelargoniums alvast in de serre gezet. En daar bleek ook een kleine rups zich aan de blaadjes te goed te doen. Een agaatvlinder-rups misschien. Ook deze buiten gezet.