Erik, de eekhoorn, had gehoord dat er foto’s gemaakt zouden worden. Leek hem wel wat. Na het halen van een nootje uit het eekhoornvoederkastje in de hazelaar, bleef hij zeker een minuut zitten en poseerde als een volleerd model.
Foto: Eddy
Meestal verklein ik de foto’s een beetje, zodat ze minder digitale ruimte innemen. Nu niet gedaan: om alle fijne details te bewaren. Zoals de zon die door zijn oor schijnt en de schaduw van zijn nagels op de tak.
We zien hem niet elke dag, maar weten wel wanneer ie langs geweest is. Om een paar pinda’s of een van de twee dagelijkse walnoten uit het eekhoornvoederhuisje te halen. Vrijdag aan het werk in de tuin, aangenaam weer, en met tijdens de koffie kwamen Erik en Erika even een showtje geven. Toen geen fototoestel bij de hand. Op zaterdag wel. Heel even kwam Erik in beeld, van de tuinen rechts van ons kwam hij aan. Even in de Zwarte Els, waar hij -volgens Eddy- iets aan de tak leek te smeren. Om vervolgens naar de tuinen links van ons weer te vertrekken.
Schreef ik vorige week zondag nog dat het (schrikbarend) stil was in de vijver, maandag al was dat anders. Bruine kikkers waren er in grote aantallen. De mannetjes hingen een beetje rond in de vijver. In deze tijd van het jaar heel donker, zwart grijs van boven, en een lichtblauw kinnetje. Wachtend op de dames, groter, bruinoranje van kleur, de buik vol met eitjes. Dan volt een heel gedrang van de mannen: wie lukt het om op de rug van een zwanger vrouwtje te kruipen. En dan niet meer loslaten tot de eitjes gelegd en bevrucht zijn. Buurkleinkind Noor kwam zaterdag even kijken. Of er al kikkers waren (ja!) en of er al dril was (nee). Wel tandems van kikkers -vandaag hoorde ik de term dubbeldekker – en zelfs een trio.
KIikkertrio danstTwee zwemmen de rugslagKikker trio close up – foto’s Eddy
Vanmiddag telde ik 44 bruine kikkers. En tegen het einde van de middag de eerste drie blogs kikkerdril. Op 30 maart, in het diepere deel van de vijver, tussen de waterplanten.
Aanvulling 6 april: Een paar dagen later, op woensdag: 60 kikkers geteld, vijver vol dril, allemaal in het diepe deel. Door de droogte (droogste maand maart sinds begin metingen in 1906) is het waterpeil van de vijver flink gedaald,. Het ondiepe deel van de vijver is nu wel erg ondiep geworden.
Zaterdag kwam ie eens onze tuin verkennen. Voorlopig heet ie Poes Grijs, tot we weten waar ie woont en hoe ie heet. Een jong katje, lichtgrijze cyper. Overal rondkijkend en snuffelend.
Afgelopen donderdag, 20 maart, was het wereldmussendag. Het initiatief is ontstaan in Frankrijk en India in 2010. Mussen zijn de meest wijdverspreide vogels ter wereld, ze komen voor op alle continenten , behalve Antarctica. Oorspronkelijk alleen in Eurazië, maar na de laatste ijstijd, begonnen ze zich te verspreiden. En toen de mens 6000 Jara geleden met landbouw begon ging het pas echt hard met de mussen. Ze ontwikkelden een dikkere/ hardere schedel en stevigere snavel. En daarmee werden ze een echte mensenvolger. Door hun aangepaste bouw konden ze letterlijk ‘een graantje meepikken’. Waar andere vogels de harde graankorrels niet konden kraken konden mussen dat wel.
Foto’s van Eddy
Vanmorgen een leuk item over de mus op de radio. Beluister het item op Vroege Vogels. De mens heeft de mus waarschijnlijk wel een handje geholpen. Door een aantal exemplaren ‘per ongeluk’ mee te nemen op schepen naar bv de Amerika’s. Of express omdat emigranten de mus zo gezellig vonden en enkele exemplaren mee namen. Voor een beetje thuisgevoel ver weg van huis. Leuk weetje: hoewel de huismus de meest wijdverspreide soort is, blijft een individuele mus meestal zijn/ haar hele leven in een heel klein gebiedje wonen, een paar km rondom de geboorte plek.
Als een kind een klein kort neusje heeft, dan noemen we dat een dopneusje. Dat woord past wel bij het korte stomp driehoekige snaveltje van de staartmees: een dopsnavel.
Foto’s: Eddy
Zoals altijd kwamen de staartmeesjes vandaag weer in een groepje langs. Naar elkaar roepend met hoge geluidjes. Je hoort ze vaak al van verre aankomen, en even later ook weer vertrekken. Je moet wel met de camera in aanslag zitten als je ze hoort, want vlak erna zie je alleen nog de achterkant van de vertrekkende troepjes staartmezen. Enorm fotogeniek.
Voor het geval je het nog niet wist: een startmees is geen familie van de mezen, als koolmees en pimpelmees.
Eddy heeft een grote toeter gekocht, een enorme telelens, 150 – 600 mm. 2 kilo schoon aan de haak. Bedoeld voor sterrenfoto’s en maanfoto’s, maar natuurlijk ook om uit te proberen op vogels in de tuin. Is best lastig, want ze zitten natuurlijk niet stil. De eerste foto’s, met de camera met enorme lens gewoon los in de hand, zijn veelbelovend.
Op zaterdag 8 maart ben ik een groot deel van de dag in de tuin geweest. IN het begin met een jasje, later in fleece, en nog later was T shirt genoeg. Een flinke slag geslagen in het opschonen van de vijver. En terwijl ik. daarmee bezig was hoorde ik vlakbij geritsel. Steeds dichterbij. het bleek de eerste bruine kikker te zijn die terugkeerde naar zijn/haar geboorteplek: de grote vijver in onze tuin. Een klein zetje, en plons, de vijver in.
Noor, de buur-kleindochter , kwam kort daarvoor langs om te kijken of er al kleine kikkertjes waren. Nee, dat niet. Geen kikker te zien. Beetje teleurgesteld ging ze weer naar opa en oma. Kort daarna kwam deze eersteling de vijver in. Snel nog even Noor gehaald om de kikker -onderwater – te bekijken.
Niet helemaal scherp door het verre inzoomen, maar je hoort hier gewoon de plas bij 🙂
Later kwamen er nog een paar kikkers bij. Nog geen groot feest, zal niet lang duren.