IJsvogel

Net niet in eigen tuin, maar wel vlakbij.
Een ijsvogel die vlakbij zat te vissen, langs ons meest gelopen ommetje, de Moarweg.

Is ie niet prachtig in de late middagzon zaterdagmiddag?

Een beetje smokkelen trouwens. De foto hebben we niet zelf gemaakt. Sterker nog, de ijsvogel hebben we niet zelf gezien, wel gehoord. Toen we langs de Moarweg wandeleden, op nog geen 5 minuten van huis, zagen we iemand met een enorme lens en statief op ons pad. Hij keek geconcentreerd naar de rietkraag. Toen we hem bij hem aangekomen waren, vroegen we waar hij zo naar aan het kijken was. Niet naar het water, naar de eendjes. Trots liet hij ons de zojuist gemaakte foto zien. De fotograaf komt uit Amsterdam en was nog even wat mooie plaatjes aan het maken, voordat hij met vrienden ging uiteten. En toen vloog hem dit kadootje in beeld. Zonder de enorme telelens, 600 mm, was het niet gelukt. “Ik hoorde de ijsvogel wel”, zei de fotograaf, ” maar zag hem met het blote oog niet. IK bewoog de cameralens wat heen en weer en zag ineens de oranje-blauwe vogel. Prachtig! “

Foto van de foto

Het wordt weer druk

Met de stevige wind en koude nachten afgelopen week zijn veel bomen opeens vrijwel kaal. De vogels en binnenkort de eekhoorn worden steeds zichtbaarder. ’s Morgens is het een vrolijk gekrakeel als de vogeltjes hun ontbijt komen halen . Erik (de eekhoorn) maakt nog ook elke dag zijn bakje leeg: twee walnoten, tamme kastanjes en pinda’s. De komende periode kunnen jullie weer meer en meer vogelfoto’s verwachten. De planten gaan in rust, de vogels komen dicht bij huis.

Zoals deze parmantige pimpelmees (cyanistes caeruleussynoniemParus caeruleus).
Foto’s van 1 december. Superhandig in het manoeuvreren rond pindabollen en vetblokken. Had je teunisbloemen in de tuin, laat ze vooral staan, zeker als ze vlak bij het raam staan. Dan zie je deze acrobaatjes-met-blauwe-pet het hele winterseizoen zaadjes uit de uit de verdroogde zaaddoosjes pikken.

IJstijd

Kort na de laatste ijstijd waren er nog nauwelijks bomen in het Drentsche landschap. De gletsjers trokken zich terug, beken werden gevormd, en ook zandruggen als de Hondsrug. Onze tuin ligt op de westflank van de Hondsrug; Hortus Haren ligt op de oostflank. Daar is ook een Hondsrugtuin aangelegd, die langzaam steeds meer op het landschap van 10.000 jaar geleden moet gaan lijken. Afgelopen weekend met bijpassend weer.

Zag ik daar nou een mammoet lopen?
Of was dat de sneeuw op mijn brillenglazen.?

Nestkastjes

Het gaat langzamerhand kouder worden en soms al (licht) vriezen ’s avonds. Mooi om weer wat vetblokken en pinda’s voor de vogels in de tuin in te slaan. En de hoogste tijd om ook de (rest van) de nestkasten in de tuin schoon te maken. Met de keukentrap de tuin in. Bij de allereerste kast, eentje van houtbeton, even een schrikmoment. Het is een kastje waar de hele voorkant makkelijk uit kan. In een nestkastje kan natuurlijk een verlaten nest, mislukt legsel of mummie van een kuikentje liggen. Waar ik niet op gerekend had was dat er een nog kakelvers er uit zien koolmeesje in zou liggen, pootjes in de lucht. Verder woonden er verschillende naaktslakken en een kudde pissebedden in het kastje. In de andere kasten ook geen broedsel geweest. De enige kast met succesvolle bewoning dit jaar is het elk jaar bewoonde kastje (pimpelmezen) aan de achterkant van de verre schuur. Ik heb nu een van ‘ongebruikte’ nestkastjes naar die zelfde muur verplaatsen.

De drie nestkasten van houtbeton hangen nu voor het derde jaar in de tuin, of misschien wel vierde. En ze zijn nog als broedplek gebruikt. Ligt het aan de kastjes of aan de plek.

Heeft iemand hier ervaring mee?

In de brievenbus

Zaterdag ochtend ging ik de krant uit de brievenbus halen en uit een ooghoek zag ik de krant bewegen. Nou ja, iets dat op de krant zat. Onwillekeurig maakte ik een schrikbeweging en liet de krant bijna vallen. Wat had daar nou bewogen?

Ik keek op het grindpad waar ‘iets’ was gevallen. Eerst niets te zien , maar toen zag ik hem (of haar?) zitten. Een forse spin, hieronder nog iets verder uitvergroot. Het is de valse wolfspin of zoropsis spinimana. Een soort uit Zuid Europa die pas in 2007 in Nederland is gezien, toen nog heel sporadisch, nu op meer en meer plekken. Het is niet helemaal zeker of ze nu langzaam (bv door warmere winters) naar het noorden zijn. getrokken, of meegekomen zijn met plant materiaal e.d. uit Zuid Europa. Het is een actief jagende spin, meestal zie je ze niet want ze jagen ’s nachts. Deze spin had na een actieve nacht (het is nog gek warm, ook ’s nachts nog 14 graden) een lekker donker plekje in de brievenbus opgezocht om te slapen. Voordat ze door mij daar werd verstoord.

Hark

Afgelopen vrijdag in Gardener’s World, mijn favoriete tuinprogramma, op BBC 2, weer de jaarlijkse tip van presentator Monty Don om met een draadhark de ’thatch’ uit het grasveld weg te harken. Thatch is het Engelse woord voor het viltachtige dode materiaal wat zich in de loop van een seizoen tussen de grashalmen besteld. Beter om dit nu – voor de herfst- eruit te harken, te verticuteren , gaatjes te prikken in het gras, en waar nodig een beetje graszaad bij te zaaien. Nu is het nog warm genoeg om te ontkiemen. Voor nu ziet het grasveld er dan wat rommelig en hobbelig uit (wat komt er veel spul af, althans bij ons op de zure veengrond, veel mos ook), maar voor de groeiomstandigheden in het volgende seizoen is het een goede actie.

Zaterdagochtend naar de verre schuur, daar staat nog een oude draadhark van de vorige bewoner ‘Ome Job’ geërfd. Ik wilde net beginnen met harken toe ik zag dat er een vlinder, een dagpauwoog dichtgeklapt , op de hark zat. Voorzichtig haalde ik wat spinrag rond de vleugeltje weg, en zette de hark in de zon. Zo leuk. Even later begon de vlinder zachtjes te trillen, kwamen de antennes tussen de vleugels vandaan, en nog een paar minuten later klapten de vleugels open. Pas toen de vlinder voldoende opgewarmd was en wegvloog, was de hark beschikbaar voor de hark-klus.

Bodemdierendagen 2024

Van 20 september tot 7 oktober loopt de ‘burger-wetenschap’ activiteit om bodemdieren te tellen. OP safari in eigen tuin. De jacht is niet op de ‘Big five’ op safari in Afrika, maar gericht op de ‘Tiny Ten’.

10 soorten die iets zeggen over de bodem. Zonder bodemdieren geen gezonde bodem. Afgelopen zaterdag struinden we een half uurtje door de tuin. Bakstenen optillen, achter bloempotten kijken, in donkere hoekjes en onder overhangend blad. IK had ook een valletje gezet (een ingegraven yoghurt emmertje), maar daar zat niet veel in: springstaartjes, maar die telden niet mee voor de Tiny ten.

Op de website bodendierendagen.nl kun je de zoekkaart en telformulier downloaden. Via de website kun je ook je resultaten weer invoeren en per omgaande krijg je een ‘score’ over de kwaliteit van de bodem/ biodiversiteit van je zoekplek.

Onze groene tuin scoorde – niet onder wacht- hoog: een 9. Er is er 1 van de 10 die we niet gezien hebben, ook niet het resultaat van zijn aanwezigheid. Dat is de mol. Wel weer gezien egel, bruine kikkers en een muis. Die scharrelen ook over de bodem.

Doen jullie ook mee, er mogen nog wel wat meer tellingen bij komen. Kleine moeite en leuk te doen. Zeker met meer dan 1, met kinderen of kleinkinderen bv. Of als je alleen woont: vraag een naaste buur.

Vaste gast

Nu de jongen het nest verlaten hebben komt mevrouw egel elke avond een langs op het terras. Om rond te scharrelen op zoek naar insecten die daar in de loop van de dag zijn terechtgekomen. Misschien kwam ze al veel langer, maar dan waren wij al weer naar binnen. En nu het weer vroeger donker wordt en we in de serre zitten (uitkijkend op het terras) zien we haar op een vast ronde steeds even langskomen. Erg leuk om bijna neus aan neus (met glazen serre deur ertussen) te staan zonder dat ze het door heeft of van ons schrikt. Even later verdwijnt ze weer en duikt met haar neus in de struikjes. Ah, een slak. Smak smak smak.

Mooimentje

Bus net weg.
20 minuten wachten.
Pfff.
Bij de bushalte N34.
Rotonde.
Snelweg.
Niet de mooiste plek.
Mueslireep en slokje water.
Wachten maar.

De bushalte heeft bankjes,
onder een een doorzichtige overkapping.
Net als thuis, bij onze serre met glazen dak,
vliegen er vlinders onder.

Wel eronder,
niet eronder uit.

Hevig fladderend.
Omhoog!
Omhoog!
Naar het licht.

Daar zit het glazen plafond.
“Een stukje omlaag”,
moedigen we de vlinder aan.
De vlinder snapt ons niet.

Met zijn petje kan Eddy er net bij.
Dagpauwoog gevangen,
onder het afdak vandaan
De wijde wereld in.

Een klein stukje verderop zit nog een vlinder tegen het glazen plafond.
Beweegt niet.
Eddy gebruikt zijn petje opnieuw als vlindernetje.

Een vuurvlindertje!
Versuft, hongerklap?
Ik loop de berm in met het vlindertje op zoek naar een bloeiende bloem.
Veel is uitgebloeid.

Daar!
Een mooi exemplaar.
Om het vlindertje uit te zetten.

Als dank poseert ze,
voor een fotoshoot.

En de wachttijd is bijna voorbij.