
Grootste deel van de vijverrand was al in de schaduw vanmiddag. Met zijn alleen wilden ze toch in dat laatste zonplekje zitten. Lekker hutjemutje, dat wel. Toen ik nog een stap dichterbij kwam, sprongen ze pardoes allemaal het water in.

Alles in en om onze tuin
Grootste deel van de vijverrand was al in de schaduw vanmiddag. Met zijn alleen wilden ze toch in dat laatste zonplekje zitten. Lekker hutjemutje, dat wel. Toen ik nog een stap dichterbij kwam, sprongen ze pardoes allemaal het water in.
Vorige week lilaexpemplaren, nu een kudde zwarte luizen. Dit jaar is de xxx jasmijn overladen met zwarte luizen. De sappige stengels net onder de bloemknoppen zien zwart, de bladeren eronder glimmend en plakkerig van het zoete spul dat de luizen afscheiden. Ik ben al een paar keer op ‘jacht’ gegaan naar lieveheersbeestjes, vaak vond ik ze op de vingerhoedskruiden, om die op de jasmijn te zetten. De larve van een lieveheersbeestje ook, dat zijn enorme luizenverslinders.
Deze jasmijn, philadelphus ‘Belle Etoile‘ geeft grote witte bloemen, met een rood hart. Een heerlijke geur, in Engeland noemen ze hem ‘mock orange’.
Langzamerhand raakt het longkruid uitgebloeit. Op de laatste bloempjes, of eigenlijk onder de laatste bloemetjes, hangen nog wat wilde bijen en hommels. Ook de buisvormige smeerwortel bloemen kunnen nog rekenen op frequent bijenbezoek.
Gister middag door de tuin wandelend viel mijn oog van een afstandje op de ruit, die bijna in bloei gaat. Groter dan voorgaande jaren, met veel lilabloempjes. Ik kwam dichterbij en verbaasde me een beetje dat ook de bloemstengels zo lila gekleurd waren, kon ik me niet herinneren van voorgaande jaren. Vrolijk gezicht.
Nog dichterbij en toen zag ik dat de stengels lila waren, niet van zichzelf, maar van een invasie van lila kleurige luizen. Tja….
De wetenschappelijke naam van de vuurwants is Pyrrhocoris apterus. De naam komt uit het Grieks en betekent letterlijk rood insect (Pyrrho-coris) zonder vleugels (a-pterus). De wants kan niet vliegen, maar heeft wel degelijk vleugels, zij het een beetje klein en verkort. Dit tweetal kwam ik vandaag tegen op het longkruid. Ze schijnen in grote aantallen voor te komen in de buurt van lindebomen. Vroeger zagen we ze alleen in warmere streken, maar ze trekken steeds verder naar het noorden, nu tot Zuid-Zweden en Denemarken.
Buxusmotrupsen houden vooral van het verse, net uitgelopen jonge blad. Op dit moment zijn ze dat ook vrij makkelijk te vonden.
Daar waar het lichte groen weg is, en je het donkergroene blad van vorig jaar ziet. Daar zie je dan wat spinseldraden en als je nog even kijkt en wat blaadjes omdraait: de rups.
Er schijnen buxusvallen te zijn, die met feromonen de mannetjes motten vangen. Voor de vogels te hopen, dat niet te veel mensen gaan spuiten met gif…. Wij in ieder geval niet.
Vorig jaar schreef ik een blogje, met een foto van een buxusvlinder, bij ons in de tuin op de conifeer. Zou dat de eerste van velen worden? Het ziet er wel naar uit.
Afgelopen vrijdag zat ik op het terras en zag twee pimpelmezen heel enthousiast in een grote buxusstruik bungelen. Wat zouden ze daar smikkelen, luizen op de bloempjes of…
Ik ging naar het buxushaagje langs de serre, en zag een klein plekje waar het verse groene blad weg was, daarin een plukje spinsel. En toen ik nog eens keek: deze fraaie groene rups, met olijke zwarte vlekjes. Even googlen bevestigde mijn verwachting, het is de rups van de buxus mot. In het betreffende heggetje zag ik (3 mei) maar 1 kaal plekje.
Toen ik bij een ander heggetje ging kijken. Ook 1 rups (op dit moment). Dikke kans dat er meer zijn.
Zou ik de koolmeesjes zo ver krijgen dat als ik rupsen uit de heg pluk en op voederplateau leg, dat ze dan de rupsen komen haen voordat die zich weer verstopt hebben?
En als ik de rupsen over de greppel heel mik, waar geen buxus is, wat dan?
Zal binnenkort weer gaan kijken.
Twee rupsen maken immers nog geen plaag…
Donderdag 24 april was een warme, zonnige dag ruim boven de 20, bijna 25 graden. Tegen 19:00 was ik thuis. Net op tijd, want een paar minuten later barstte een onweersbui los. Eddy had gekookt en we zaten te eten op het overdekte terras. De grote druppels ploften op de grond en het vijveroppervlak.
De tuin begon te bewegen. De eerste flinke bui is het signaal voor de bruine kikkers, die na de paringstijd nog in de vijver waren blijven rondhangen: vertrektijd!
Overal hopten de kikkers rond, over het grasveld, over het pad voor het terras, sommige over het terras. Minstens 10 konden we zien vanaf de plek waar we zaten te eten. Sommige mannetjes nog met de lichtblauwe kin/borst die hoort bij de paringskleed.
Baassie
Praatgraag
Schootplakker.
Dol op zuivel
en goede afwashulp.
Borden bijna kastschoon na je likbeurt.
Bijna achttien,
oud katte-mannetje.
Steeds meer slapen,
dromen,
op de verwarming,
in ’t zonnetje.
Donderdag was je klaar.
Huis en tuin zijn een stukje leger.