Kilo’s

Grote tuinemmer, en wat zit er in?
Het resultaat van een minuut of 10 verzamelen in de tuin.
Voornamelijk op de composthoop.

Kilootje slakken. Tja, en wat doe je er dan mee? Ik heb ze in een klein emmertje gedaan, dekseltje erop, en een eindje gaan wandelen. In de brede berm bij transferium heb ik ze uitgelaten. Dat was gister. En vandaag aan het eind van de dag…. weer een kilootje. Buurman Jan moest erg lachten toen hij me weer met het emmertje zag langslopen. Water naar de zee dragen.

Smalle randwants

Kriebel, kriebel, wat loopt daar over mijn arm. Een mini – mini wantsje. Wantsen zijn vaak erg alert en bewegen continu met hun grote antenne’s. Bij dit kleine exemplaar zijn de antennes in verhouding reusachtig. De volwassen wants (na aantal x vervellen) is bruin. Maar deze juveniel heeft nog een stipje groen. Als je met je vinger in de buurt komt, draait de wants zich meteen om, bijna in een soort vechthouding: “Kom maar op, ik kan je wel aan! ‘, hoor ik de wants bijna uitdagend zeggen.

De smalle randwants is een algemene soort in nederland en houdt van besdragende struiken, zoals meidoorn en lijsterbes, maar ook op de hazelaar. Parasiteert op de vruchten. Wetenschappelijke naam: gonocerus acuteangulatus, naam gegeven door Goeze in 1778. Zou de naam … angulatus komen door de hoekige schoudertjes van de volwassen wants?

Meidoornkielwants

Aardig scrabblewoord. Een mooie grote wants, glimmend groen met rode elementen en gele voetjes. Komt niet alleen op de meidoorn voor maar op allerlei bomen en struiken met bessen. In dit geval zat ie op een hypericum struikje. Wantsen zijn vaak alert. Als je met een vinger in de buurt komt, ze van achter benadert, dan draaien ze zich meteen om. Soms richten ze zich zelfs een beetje op. Om meer indruk te maken en de ‘vijand’ (de vinger) angst aan te jagen.

En als je kleine ’tonvormige’ eitjes in een kluitje bij elkaar vindt, zoals hier bij het snoeien van de klimop, dan zijn deze ook van een wants. Ben rigoreus aan het snoeien geslagen bij de klimop aan de westkant van het huis. Van zeker een halve meter breed naar iets minder dan de helft. Benieuwd of we in het najaar dan nog zoveel bessen krijgen (of dat die alleen op twee of meerjarig hout komen).

Meeldraden in oranje

Hypericum calycimum is een laag blijvende wintergroene heester, die zich met worteluitlopers vermeerderd (ook via zaad). In verschillende staten van de VS invasief. Kan ik me wat bij voorstellen, hier groeit deze hypericum in de zijborder en neemt grote stukken over. Bij vorst kan het blad wat beschadigd raken (verbranden). Mooi groen uitlopend vers blad, dikke bloemknoppen, en dan barsten de knoppen open. Grote gele bloemen met op de eerste dag een koepeltje van oranje-getipte meeldraden. Grote gele bloemen. Enorme insectenlokkers.

  • Hypericum: Grieks, hyper, boven, en eikon, een beeld, een schilderij; een takje calycinum werd -volgens wikipedia – boven schilderijen gehangen om boze gesten af te weren. calycimum : met een opvallende calyx.
  • De Calyx (kelk) van een bloem is de buitenste krans van de bloem en staat ingeplant op de bloembodem.

Helmkruidrups

Afgelopen week, op weg naar het koor, even wachten op Hilde (en onze chauffeur van de avond Alexa). In de voortuin van Hilde, tikkie overgroeid, groeide o.a. helmkruid. Twee planten naast elkaar. Er op zagen we opeens een paar fel gekleurde rupsen: geel, zwart en wit. Het blijkt de rups van de helmkruidvlinder te zijn. De vlinder, een nachtvlinder, is zelf niet heel bijzonder; een beetje bruinig.

De volgende dag in onze eigen tuin gaan kijken, daar staat ook wat helmkruid. Maar helaas, hier geen vrolijke rupsen. Ik blijf de planten in de gaten houden.

NB. het look zonder look was een week of twee geleden bezaaid met rupsjes van het oranje tipje. En nu? Niks, nakkes. Of de rupsen zijn allemaal opgegeten door koolmeesjes en roodborstjes. Of de rupsen hebben zich ergens teruggetrokken om te verpoppen. Op zoek naar poppen, maar niet kunnen vinden.

Maak kennis met WilhelMUS

Sinds een paar dagen krijgen we bezoek van een mus onder de glazenkap van de serre. Het beestje heeft inmiddels een naam, Wilhel-mus. We weten zeker dat het elke keer dezelfde is, want er steekt een veertje parmantig uit de rechterzijde. Zij komt beestjes vangen en heeft blijkbaar nog joingen in de buurt. De insecten worden niet ter plekke opgegeten, maar met een sierlijke vlucht vligt ze weer onder de kap vandaan en verdwijnt ergens richting tuin buurman Jan en verder. Na twee dagen zetten we ook een schoiteltje met pinda;s op ons terrastafeltje. Vanmiddag zaten we buiten, beiden op het terras te lezen. Frrrrt, frrrrt, daar vloog Wilhel-mus weer boven ons hoofd. Geprobeerd een filmpje te maken, maar daar vloog ze te snel voor. Wel alvast deze twee screendumps uit het (onrustige) filmpje.



Met het avondeten was het wat te koud geworden buiten en zaten we binnen in de serre. Daar kwam Wilhelmus weer beestjes vangen. En ze had haar maatje meegenomen. Die had meer belangstelling voor de pinda’s op de terrastafel.

Look zonder look met …

Ik stond op het punt om een bosje met look zonder look uit te trekken.

Om te voorkomen dat het zich al te enthousiast gaat uitzaaien. Vorige week waren de laatste witte bloempjes in bloei en nu zijn de zaadpeulen aan het rijpen. Terwijl ik me gereed maakte om met beide handen de bos vast te pakken en als geheel uit de border te trekken, stopte ik. Vorige week had ik al gekeken of ik eitjes van het oranjetipje kon vinden. Look zonder look is, net als de pinksterbloem, een waardplant van het oranjetipje. Geen eitjes. Dus ik verwachte ook geen rupsen. Net op tijd zag ik opeens, parallel aan een stengel een klein rupsje. En nog een, en nog een. Een plantje had ik al uitgetrokken., Die rupsjes verhuisde ik zorgvuldig naar de overgebleven planten. Laten staan dus. En als de koolmezen ze niet vinden … over een tijdje eerst poppen (benieuwd of ik die dan kan vinden. En later weer vlindertjes.

Challenge: Zweefvlieg

Het is weer de tijd van de bijen en zweefvliegen.
Soms hangt er zomaar een bijtje stil , vlak bij je.
Steeds op dezelfde plaats.

Als ie stil hangt is het geen bij, maar een zweefvlieg.
Minuten lang kan ie het volhouden.
Soms even wegschietend, en met een’ achtje’ weer terug naar vrijwel dezelfde plek.
Territoriaal gedrag, van de zweefvlieg.

Een uitgelezen kans om de zweefvlieg van dichtbij – vliegend- op de foto te zetten.
Het lijkt makkelijk, maar valt nog niet mee.
Hoe stel je camera scherp op een beestje dat steeds zo maar uit beeld vliegt…

Huisje om de hoek bewoond

Tegen onze achterbouw hangt een vogelhuisje , vlak bij de kliko’s die verstopt staan achter het stukje Frans schapenhek.

Van de week hoorde ik opeens frt, frt.
Koolmees vloog langs met frutsels in zijn snavel.
Klein gepiep uit het nestkastje. Bewoning!

Pa en ma koolmees hebben het er maar druk mee, ze vliegen aan (met voer) en af (met uitwerpselenzakjes).

Zo veel groene kikkers!

Elk jaar weer een sport om te tellen hoeveel kikkers we in onze vijver kunnen tellen. Dit jaar in ieder geval een absoluut record. Grote, middelgrote, kleintjes. ’s Morgens beginnen ze op te warme op de waterlelie bladeren, daar zijn ze het makkelijkst te tellen. Daarna verhuizen ze naar het randmuurtje. En nog later aan de oever vlak bij het pad, of aan de overkant van de brug. Veel lastiger te tellen door al het overhangend blad. Erg leuk om bij het langslopen opeens een spektakel aan plonzen te horen. Of als poes Flock langsloopt…