Vlindertelling 2018

Omdat de vlindertelling dit jaar voor de tiende keer wordt gehouden was het feest: niet 1 weekend tellen, maar tien dagen lang de tijd. Steeds een kwartier tellen. En dan opschrijven van elke soort hoeveel je er maximaal tegelijk hebt gezien in je tuin.

Met de hitte en de droogte van afgelopen weken, bleek het dramatisch te zijn met de vlinders. Waar we op 8 juli toen de vlinderstruiken net in bloei stonden een aardig aantal dagpauwogen zagen, nu geen een. De vlinderstruiken zijn nu bijna uitgebloeid, maar de afgelopen dagen, nauwelijks een vlinder te bekennen. De enige soort die het redelijk deed was het kleine koolwitje. Een paar weken geleden ook het grote koolwitje, maar die is nu op. Dor de warmte leven de vlinders ook veel sneller, dus korter.
In totaal ongeveer 10 tellingen gedaan van 1 kwartier.
Maximum per soort (niet allemaal in het zelfde kwartier!).

Klein koolwitje 5
Groot koolwitje 1
Klein geaderd witje 1
Boomblauwtje 3
Bont zandoogje 1
Gammavlinder 3
Atalanta 1
Kleine Vos 1 (in slaapkamer)

Klein koolwitje op watermunt

Score 2017. klik hier. En wil je weten wat goede vlinderplanten zijn, kijk bijvoorbeeld op de website van de vlinderstichting.

Hardlopen

Egel vrouwtje. Op het beeldscherm zag ik dat ze een teek op haar rechterwang heeft.

Het blad dat her en der al van de bomen valt is kurkdroog.
Soms hoor ik overdag enorm geritsel, blijkt gewoon een merel te zijn, die in de bladeren naar beestjes zoekt. En wat later op de avond, helpt het geritsel om de egelmevrouw te horen aankomen. Ze kan hard lopen, zie hier.

Een slak genaamd Isaac

Er was eens een slak die Isaac heette. Isaacs ouders warren geletterde slakken en die gaven elk groep jonge slakjes een naam met een opeenvolgende letter. De eerst lichting slakjes had een naam beginnend met een A, Isaac kwam uit de negende groep, naar Ivan, Ilona , Ids en nog een heel stel anderen. Isaac was genoemd naar Isaac Newton, en of het nou toeval was of niet, Isaac had belangstelling voor de natuur en alles wat daar gebeurde. Hij probeerde allerlei dingen uit, proefondervindelijk. Zo kwam het dat Isaac leerde vliegen.

Op een dag gleed Isaac op zijn slakkenvoet over een hobbelig grindpad. In gedachten peuzelde hij de verlepte bloemblaadjes op die daar lagen. Dat is namelijk het dagelijks werk van slakken. Restjes opruimen, van uitgebloeide bloemen, en plantjes. Heerlijk, deze blaadjes, waar zouden ze vandaan komen, vroeg Isaac zich af. Misschien zijn ze lekkerder als ze nog verser zijn. Met zijn ogen op steeltjes keek Isaac rond of hij de bron van de bloemblaadjes kon vinden. Overal groen, zag hij, op slakkenooghoogte, maar geen gekleurde bloemen. En aan de ene kant een witte muur die als een steile klif omhoog stak. Isaac’s blik dwaalde omhoog. Ver, ver boven hem uit zag hij iets overhangen vanuit de klif. Heel scherp zag hij het niet op die afstand, maar het leek wel gekleurd. Misschien wel bloemen, dacht Isaac, en hij maakte een sprongetje van plezier.

Toen bleek het natuurkundig inzicht van Isaac: als daar heel ver boven bloemen waren, en hier beneden lagen bloemblaadjes…. dan was vast de zwaartekracht aan het werk geweest die de blaadjes van boven naar beneden bracht. Dus alles wat hij hoefde te doen om verse bloemblaadjes te vinden was tegen de zwaartekracht in te gaan. Hoe? Slakkeneindje voor slakkeneindje, de grote klif beklimmen. Hij was er bijna.

Isaac op weg naar de verse bloemen, de zwaartekracht trotserend
Nog een klein stukje
Vanuit de serre, buiten miezert het, zie ik een slak tegen de muur opklimmen

He kijk, daar loopt een huisjesslak tegen de muur op weg naar de hanging basket, zeg ik tegen Eddy. Ik pak de slak voorzichtig bij zijn huisje en gooi hem met een grote boog naar achter in de tuin. Een vliegende slak, die kom ik regelmatig tegen in onze tuin.

Zwaan aan de wandel

Een zwaan is geen tuinvogel.
En hij liep ook niet in een tuin.
Toch vind ik deze foto’s leuk genoeg om in een tuinblog te zetten. Vandaag tijdens het wandelen ook in de tuin bij landgoed Ewsum geweest en we wilden het borgterrein net weer afwandelen, toen een groepje wandelende dames in de verte richting de  borg kwam. En daar parmantig vooruit een grote zwaan, alsof ie ook een wandelaar van de pronkjewailroute was.

Wie passeert als eerste de meet: de zwaan of de wandelaars?

Op gepaste afstand passeerden we de zwaan .

Slechtvalken

Met webcams dieren volgen in hun ontwikkeling zonder ze te storen vind ik een mooie uitvinding. Afgelopen jaren hebben we in onze spreeuwenkast-met-camera steeds koolmezen gehad. Dit jaar niets. De kast is leeg. En voor het eerst hebben we wel een spreeuwennest in de tuin (zonder camera) in de grote wilg. In het spechtennest van een paar jaar geleden, broedden vorig jaar kauwtjes en dit jaar dus spreeuwen. Grappig is het hele arsenaal aan nieuwe vogelgeluiden dat we nu in de tuin hebben. Wel geluid, geen beeld.

Voor beeld kan ik naar de camera’s van Beleef de Lente of naar de webcam van de Gasunie-slechtvalken. Twee jongen dit jaar (en 1 niet uitgekomen ei). Toen ze nog klein waren kropen ze onder uit beeld van de camera. Dus vele uren live stream van een lege nestkast met grind. Maar als een van de ouders kwam met eten kwamen ze in beeld. inmiddels zijn ze flink gegroeid, net zo groot als de ouders, en beginnen er delen van het bruine verenkleed onder het witte pluis vandaan te komen.

Paar screensjots van zondagavond 27 mei.

21:43 uur

Flocky

Wat een plaatje!

Buurpoes Flock die ons hier aankijkt. Het lijkt alsof ie helemaal in het groen zit. Schijn bedriegt. Er loopt een pad van twee tegels breed vlak voor het terras langs met een klein reepje gras tussen terras en pad. Flock zit op pad, ongeveer twee meter van ons vandaan.

En hij zit daar helemaal niet rustig te soezen, zoals poezen goed kunnen. Hij kijkt of ie langs ons heen de serre in kan glippen en dan door naar de keuken, waar poezenbakjes voor onze poezen klaar staan.
Flock denkt toch echt dat ze voor hem zijn.

Bezoeker: weidebeekjuffer

Weidebeekjuffer, uitzichtplek op blad gele lis
Van iets verder weg
Van boven, met de telefoon
Kantwerk vleugel

Op zaterdagmiddag zat ie er zomaar. Een weidebeekjuffer, een mannetje. We hebben ze eerder gezien, bij de Drentsch Aa, maar nog nooit bij ons in de tuin. Geen beek, geen stromend water, maar wel even op bezoek bij onze vijver. Ik bleef staan kijken, naar het bijzondere beestje, terwijl Eddy het fototoestel ging halen. De rode vuurjuffers vliegen nu in grote aantallen rond, in tandem, vliegende lucifers. Deze beekjuffer is duidelijk groter en forser. En heel opvallend, de zwarte vlekken op de vleugels.

Waarschijnlijk een passant, na dit ene half uurtje niet meer gezien. Ook niet duidelijk of er ook een mevrouw weidebeekjuffer geweest is, groene met bruine vleugels.

In Nederland komen twee soorten beekjuffers (vrij algemeen) voor. De weidebeekjuffer of Calopteryx splendens is 45-48 mm lang, een forse juffer dus. En de bosbeekjuffer, de man met met helemaal donkere vleugels.DE beekjuffers zijn erg territoriaal en jagen andere soortgenoeten weg.