Binnen ligt Poes voor de verwarming.
Is niet van plan er vandaag nog vandaan te komen.
Hij ziet niets in buiten.
De eerste sneeuw valt.
Wordt drab.
Binnen is het warm.
Alles in en om onze tuin
Binnen ligt Poes voor de verwarming.
Is niet van plan er vandaag nog vandaan te komen.
Hij ziet niets in buiten.
De eerste sneeuw valt.
Wordt drab.
Binnen is het warm.
Een polletje gras, descampsia. Om een idee te hebben van de schaal: doorsnede pol centimeter of 30-40. Niets bijzonders. Of toch?
Descampsia is wintergroen. Elk jaar sterft een deel van de grassprieten af en komen er nieuwe verse bij. Het oude spul haal ik af en toe weg . Toen ik dat een maand of twee geleden deed vond ik in het stroachtige spul een soort nest. Van muis? Wie weet. Zo’n wintergroene pol is een mooie overwinterplek. Een deel van het stroblad liet ik zitten. Of ik het toen zo heb opgerold als boven op de foto…. dat weet ik niet meer.
Misschien zit er wel een egel, die heel knus al het stro-gras -als een dekbed- om zich heen heeft getrokken. Ik heb al eerder een slapende egel onder een pol descampsia aangetroffen.
Zal ik er nog wat extra takken en bladeren overheen doen?
Achter in de tuin stond ik te rommelen bij de composthoop, toe ik een heel gebabbel van vogeltjes hoorden. Niet standaard geluid, dat ik meteen kon thuisbrengen. Leunend op de bezem, stond ik een tijdje naar boven te kijken. Een hele vlucht, wel 10. In de hazelaar.
Babbel, babbel. Hier is wat lekkers te halen.
Babbel, kwetter. Hier ook.
De hazelaar heeft inmiddels bijna al het blad verloren. Tussen de duizenden katjes in wording, kon ik ze zien. Staartmeesjes. Naast de hoge pieptonen kunnen ze dus ook babbelen.
Allerlei plantjes staan nog in potjes naast de schuur. Die wil ik eigenlijk nog ‘voor de winter’ in de grond zetten (met potje en al. Dan overleven ze de winter beter. Voorlopig lukt dat even niet, zo nat is de tuin. Dus geen tuinklusjes vandaag. Maar wel heel even naar buiten, en een klein rondje door de tuin. Rondom het huis. Gevolgd en daarna voorgegaan door Poes Sprot. Komt ie ook nog aan zijn loopje toe.
Het vogelvoederseizoen is weer begonnen!
In de kamperfoelieboom vlak bij het raam van de voorkamer hang de eerste pindacake en vooral pimpelmezen en af en toe een koolmees weten die al te vinden. Aan de zijkant van het huis hebben we een vetblok in ‘huisje Moldau’ gehangen. Zeer gewaardeerd door de boomklever, die snavels vol komt halen. Grote bonte specht ook in een flits gezien.
Deze vetblokken en pindacakes hadden we nog over van het vorige voederseizoen, en konden meteen buitengehangen worden. Gister hebben we onze jaarlijkse bestelling gedaan bij Vivara: grote zak zadenmix en grote zak pinda’s. Vandaag ga ik de pinda en vogelvoersilo’s vast klaar zetten in de tuin, en als in de loop van de week het voer binnenkomt…. smullen maar.
In de nacht van maandag op dinsdag komt mogelijk de eerste nachtvorst, vorst aan de grond.
In mei van dit jaar stonden er artikelen in de krant naar aanleiding van een wetenschappelijke publicatie in Science. In Duitse natuurgebieden rondom de Duitse plaats Krefeld is de insectenpopulatie in de afgelopen 25 jaar met 80% gedaald. Vorige week kwam dit opnieuw in het nieuws naar aanleiding van verder onderzoek. Niet alleen in Duitsland loopt de insectenstand sterk terug, ook in andere landen. Bijen, vlinders, krekels, steeds minder. Wat er precies aan de hand is is niet zeker. Wat wel zeker is: bestrijdingsmiddelen in de landbouw (neonicotinoiden) en hoge stikstofconcentraties uit de lucht en regen hebben sterk nadelige effecten.
In de natuurgebieden zou juist de grote stikstofhoeveelheid de grootste boosdoener kunnen zijn. Door de stikstof groeien de planten zo snel, dat ze vooral blad maken en geen bloemen. De rupsen en larven op de planten hebben dan misschien wel genoeg te eten, maar de vlinders en insecten verhongeren door een gebrek aan bloemen.
Help mee en zorg voor (wilde) bloemen in je tuin en wat rommelhoekjes. Winterklaar is lekker rommelig. Asters bloeien in de nazomer, mooi, en echte beestjeslokkers. Bijgaande vlinderfoto’s zijn van een zonnige septembermiddag, de 23ste.
Half oktober bloeien er veel grassen, die zijn dan op hun mooist. ER valt niet te eten aan die graspluimen, als je een bij of insect bent. Hoe anders is dat met klimop, althans de ‘ volwassen’ vorm. De bolle bloemhoofdjes zijn een magneet voor de vliegende beestjes. Als de zon er dan nog op staat….
Het filmpje is van 15 oktober, met zijn uitzonderlijke hoge temperatuur voor de tijd van het jaar en volop zon.
Ze zit te wachten
tot de trilling van het web
haar prooi aankondigt.
Heerlijk zoet, de druiven dit jaar. De vogels weten ze aardig te vinden. Dat betekent dat er ook regelmatig een druif over de grond rolt. Voor de grondbeestjes.
Afgelopen week floepte op een avond het buitenlicht- met- bewegingsmelder aan. Zal wel een kat wezen, dachten we, en keken even zijdelings naar buiten. Nee, geen kat. Telefoon gepakt, camera app aan.
Op nog geen anderhalve meter van de zijdeur zat een steenmarter, druiven te eten. In het volle licht van de lamp. Hij keek me eens aan en huppelde weg, richting de heg. Niet op de foto gekregen. Vol bewondering keek ik naar het beestje, dat vlak voor de heg buiten de lichtcirkel bleef zitten.
Gerommel in de plantjes onder de pergola. Een tweede exemplaar. Het is een paartje marters! Deze ging zich uitgebreid krabben, en poseerde even voor me. Toen verdwenen ze met zijn tweeën onder de heg.
WoW!
Buitenkansje voor de bijen als er nog een mooie zonnige dag in de nazomer is. ’s Middags schijnt de zon op de sedum, dit was op 23 september. De honingbijen vieren feest.