Land van Ons

Boerenbedrijf en natuur, kan dat samen gaan? Verschillende boeren laten zien dat dat kan. Minder intesief, minder vee. Meer aandacht voor diversiteit. En initiatieven als Land van Ons willen ook een stukje bijdragen. Door, via lokale crowdfunding, stukken agrarisch land te kopen. Met lokaal geld, in overleg met de boer die het land bewerkt. Een van de percelen van Land van Ons is hier vlakbij, de Onner Es (of Onneresch). We gaan er vaak wandelen , als we een wat langer rondje doen. Boterhammetje mee, en lunchen op het bankje. Afgelopen week was er een lezing over land van Ons, het beheer van dit perceel, en de plannen voor de toekomst. Ik was er met Jitske. We luisterden naar bijdragen van van Amanda, Chris, Gerjan en Edda.

Werkgroep diversiteit

In 2021 startte de werkgroep diversiteit. In overtleg met Boer Berend, zijn vrouw Wilma en zoon Wouter. Het eerste jaar werd boekweit gezaaid op een deel van het land. In 2022 huttentut, Italiaans raaigras en triticale (een graansoort). Opsteker was de scholekster die midden in de huttentut akker een nestje maakte. Verschillende werkgroepen kijken naar verschillende aspecten: hoe zit het met vogels (er is een kwartel gehoord!), waar staan de meeste wilde planten (aan de randjes van het perceel, waar het voor de grote landbouwmachines moeilijk komen was. De Onner Es was een dikke laag dekzand, die een jaar of 100 geleden voor een groot deel is afgegraven. Het zand werd gebruikt voor het spoorwegemplacement. Bij werkzaamheden is een archeologisch grafveld ontdekt. Dat is de reden dat er niet diep geploegd mag worden.

Kevers

De laatste bijdrage was van Chris, van de KNNV. Zij vertelde dat Land van Ons haar vroeg om een inventarisatie te doen van alle insecten die er waren. 26 hectare (nu 25: een hectare minder, door het ruilen van een stukje land voor het veentje (een oude pingoruine). Ze wilde het gebied eerst met eigen ogen zien en was helemaal verkocht toen ze op de eerste excursie een zeer zeldzame kever vond: de achtvlekpriemkever. Heel zeldzaam en in Nederland pas in twee andere provincies eerder gezien. Land van Ons kon niet meer stuk voor Chris. Een hele inventarisatie was te gek, gebied veel te groot. Maar een inventarisatie van kevers dat kwam in de buurt. Iets specifieker: alleen loopkevers,. kortschild kevers en overige kevers. En alleen op een strook van het land, vanaf de eikenboom naar de rand van het perceel: op 10 plekken, 10 meter uit elkaar werden vangpotjes geplaatst. Vrijwilligers plaatsten de potjes, leegden ze en hielpen met determineren. Een keer deed ik mee. Vandaag vertelde Chris dat de kever die het meest in de ‘samples’ zat, de koperen kielspriet, eigenlijk een soort kiloknaller is. Waar je niet blij mee bent als natuurliefhebber : deze kever zit in een zeer ‘niet-divers’ landschap. Monter eindigt Chris met :
Dit blijft boerenland; geen natuurgebied.

Tip voor de volgende wandeling langs de zandweg: letten op de vele sporen van kevers.

Loopkevers en meer

Jitske had al een paar keer gevraagd of ik het leuk zou vinden een keer mee te gaan naar een determinatieavond van kevers. De Onneresch is een stuk land dat aangekocht is door Land van Ons. Met de bedoeling van dit agrarische land een steeds diverser stuk land te maken, minder intensieve landbouw, geen chemicaliën, andere gewassen (bv boekweit), en extensiever maaibeheer. Vanaf maart 2022 loopt er een leverproject. Vrijwilligers van Land van ons graven potjes met alcohol op verschillende plekken op een stuk weiland in, en halen die een paar dagen water weer op: met een oogst aan kevertjes en andere kleine beestjes. En met (andere) vrijwilligers , onder leiding van een zeer enthousiaste dame Chris, worden de beestjes daarna uitgezocht en zo mogelijk -onder de microscoop- op naam gebracht.

Afgelopen dinsdag ging ik mee. Elk een microscoop, en een bakje met beestjes. Chris had de oogst vooraf gezeefd: een grove zeef voor de grote beestjes, en een fijne zeef voor minibeestjes. Wij namen een potje met grote. De eerste opdracht was: selecteer op 1. loopkevers, 2. kortschild kevers, 3. overige kevers en 4. de rest. Na een korte instructie konden we beginnen, met pincet de beestjes sorteren. Een heel gepriegel. Daarna in aparte buisjes bewaren, extra alcohol erbij, briefje met hoofdgroep in het buisje en op het buisje (met alcoholbestendige inkt!) . En daarna een beginnetje met determineren. Een buisje met ‘onze’ loopkevers: dat was wel makkelijk, bijna allemaal dezelfde: de veelkleurige kielspriet. Een van de determineerders vond ook een koperkleurige koelspriet (lijkt er sprekend op, maar met kleine puntjes in het halsschild).

Het beste kon je de kevers op hun rug leggen, en dan met de pincet de achtste poten een beetje uitstrekken. Ver volgens het aantal stekels aan de binnenkant van de scheen van de kever tellen. Op dat detailniveau gaat het determineren! En dan is een goede microscoop echt nodig. Een mooie site met kevers hier.

Als we het niet zeker wisten, kwam Chris even meekijken: ik had 1 afwijkende kever, dacht ik, zag er wat anders uit. “Een leuk soortje”, aldus Chris, “een chlaenius”. Met een behaard in plaats van glad dekschildje. We hadden geen tijd om verder in detail te determineren, dus de chlaenius ging samen met de andere loopkevers weer in een apart buisje’loopkovers’. Voor een andere keer.

Bloem en bij

In de achtertuin hebben we een forse pol asters die nog prachtig staan te bloeien. IN de achtertuin, half overschaduwd soms door de pruimenbomen zijn ze hoog geworden en na de regen van afgelopen week is de pol een beetje uit elkaar gevallen. De bloemen hangen nu breeduit over een zijpaadje dat al maanden niet meer begaanbaar is. Overgroeid door van alles en nog wat, en nu dus de hangende asters er bij. Geeft niks, we kunnen altijd met een omwegen aan de andere kant van het zijpaadje uitkomen, langs de meidoorn haag met buurman Jan.

Mooi ook bij siergrassen. Zoals de hele uitstalling die we zagen bij een kwekerij in Onnen, tijdens ons wandelrondje vandaag.

Kiekeboe

Mijn thuiswerkplek is de kamer aan de voorkant van het huis. Als ik opzij kijk naar recht een raam waardoor ik uitkijk over een bloembak met (nu uitgebloeide) lavendel en santolina. Tijdens het bellen afgelopen donderdag zag ik uit een ooghoek iets bewegen. Kiekeboe, wie kijkt naar nieuwsgierig naar binnen? We noemen haar Aagje. Ze moet ergens hier in de buurt wonen, banjert regelmatig door de tuin.

Nieuwsgierig Aagje

Wants en wants

Twee wantsen op de stokroos. De rode vuurwants was me als eerste opgevallen. Bij de hoek van het huis hebben we een paar stokrozen staan en daar bleken verschillende vuurwantsen op te zitten. Toen ik de camera haalde om deze foto’s te maken zag ik opeens ook de groene wants. Veel breder schild ook.

Pimpels

Een enorm goed pimpelmezenjaar bij ons in de tuin. We hebben een pindasilo hangen in een inmiddels overleden fluweelboom. Het mooie daarvan is dat er geen blad aanzit waardoor we de vogels goe kunnen zien. Genieten vanaf het terras. En als ik er -heel langzaam naar tie loop- kan ik tot een meter of twee vandaan komen voor ze wegvliegen. Vlak na het uitvliegen van de nesten zijn de familiegroepjes van de mezen nog steeds naar elkaar (en de jongen naar hun ouders) aan het roepen. De pimpelmeesjes hebben dan nog licht grijze petjes, nog niet dat heldere lichtblauw. Nu zijn ze veel stiller, maar nog steeds in groepjes. We telden er 7. Links en rechts van de fluweelboom vinden zicht grote rozenstruiken, mooie schuilplaatsen voor de pimpelmezen en koolmezen. Vorige week –grote mezenschrik — toen er een sperwer over de tuin vloog. Paniekroepjes overal, en een hele vlucht meesjes vloog van de ene rozenstruik naar de andere, niet 7 of 8 zoals we eerst dachten, maar we schatten in 25-30! De enige keer dat we er zoveel tegelijk gezien hebben. In een flits.

Amfitheater

Afgelopen week ben ik bezig geweest om een stukje van het oerwoud dat inmiddels rond de vijver is ontstaan wat uit te dunnen. Onder andere een hele partij wateraardbei , deels in de vijver, deels aan ‘land’ weggehaald; ook een deel van de gele lissen en ook een aantal -inmiddels uitgebloeide- kattestaarten. Helemaal vergeten dat er een keienrand aan deze kant van de vijver was, met een kiezelstrandje. Nog terwijl ik er mee bezig was, kwamen de eerste groene kikkers, als in een soort amfitheater op de kiezels zitten. Lekker in de zon, snuit naar het water en wachten op langsvliegende insectjes. Niet makkelijk te zien, maar het zijn er een heleboel! De kikkers bedoel ik. Zo kunnen wij ze ook weer beter zien, tenminste als we heel langzaam komen aanlopen. Anders is het luisteren naar het aantal plonsen.

Nieuwe rups – calophasia lunula

Gisteravond rond uur of negen zat ik op het terras te lezen. Uit een ooghoek zag ik iets bewegen op het terras. Een rups, geel met zwart. Van een soort die ik niet eerder had gezien. Fotootje in de app Obsidentify -en tadaa! – het is de rups van het vlasbekuiltje. Een nachtvlinder met de gele vlasbekjes als waardplant. De gele vlasbekjes hebben we niet in de tuin, maar wel de vlasleeuwebekjes/ walstroleeuwebekjes. Die lust de rups ook wel. Ik zette de rups op zo’n leeuwbekje vlak langs het terras. En ze begon meteen aan een zaaddoosje te knabbelen. Toen ik even verder keek bleken er nog twee rupsen te zijn.

Mooi kleurig pakje hebben ze aan, die rupsen. Rupsen zijn er van juni tot september. Dan gaan ze verpoppen en overwinteren als pop. De vlinders vliegen in twee generaties van mei tot eind augustus. De vlinders vliegen overdag en ’s nachts, op vlasbekken, maar ook op spoorbloemen. Wij hebben in de voortuin een grote bos witte spoorbloemen. Benieuwd of ik daar nog een laatste vlinder zie vliegen. Bruin met bruin met grijs en opvallende witte halve maantjes op de vleugels. Niet zo kleurig als de rups.

Muntvlinder en bij

De appelmunt bloeit volop in de achtertuin. Witte pluimen boven een wollig blad. Insecten zijn dol op de bloemen. Niet alleen de muntvlindertjes, ook de honingbijen bezoeken de bloemen graag.

Deze week ook weer eens het ommetje langs de vlindertuin van het Groningerlandschap kantoor. Met floxen en zonnehoeden in bloei. Een lekkernij voor de aardhommel.