Bij het opruimen van een krat met lege potjes, die al een tijdje buiten stond, kwam ik opeens een knalgroene rups tegens met een olijk puntje aan zijn staart. een pijlstaart? Nee, het is de rups van de piramidevlinder, een nachtvlinder uit de orde van de uiltjes. De vlinder is bruinig, zoals zoveel nachtvlinders; de rups heel wat kleurrijker. Op internet even zoeken welke planten of bomen de rups als waardplant heeft, liet zien dat dit allerlei heesters en bomen zijn. Waaronder kamperfoeliachtigen. Ik zette de rups op de kamperfoelie onder de pergola; misschien had ie wel honger. De rups kroop naar de bladrand en ging half onder het blad zitten. En de volgende dag zat ie er nog steeds. Misschien gaat ie gewoon ter plekke verpoppen. Ik houd het in de gaten. Meestal is het erg moeilijk een pop van een vlinder te vinden, maar nu ik weet waar ik de rups heb neergezet …
Categorie: Beestjes
E. de E.
Zo leuk, die dagelijkse bezoekjes van Erik de Eekhoorn. Als ie heel druk bezig is pinda’s en pitjes uit het kastje in de hazelaar te halen, kan ik er echt heel dicht bijkomen. Nog maar weer een paar plaatjes van eerder deze week. Enige ‘nadeel’ is dat we in het najaar zelf geen hazelnoten meer hebben. Die worden zorgvuldig door Erik en Erika verzameld.
Bijentelling
het weekend van 15 en 16 april 2023 was het nationale bijentelweekend, maar omdat het zou koud was bleven veel bijen binnen of ergens schuilen. Jammer voor de tellers. Maar …. de telperiode is nu met een week verlengd. Je kunt meetellen tot volgende week zondag, 23 april. Zie hier. De komende week komen in ieder geval een aantal dagen waarop het wat warmer wordt, dus grotere kans op een bij. Wel ook regen …
Ieder geval goed voor bijen is groot deel van het seizoen iets te eten (bloemen) en schuilplekjes. Dit weekend maakten we van twee stukken hout van de omgezaagde kastagne van de buren extra bijenhotels. Die heb ik vandaag in de bloembak aan de zuidkant van het huis gezet, onder de overhang van de dakgoot. Benieuwd hoe snel het gevonden wordt.
Paringsdans
Al weken geleden zagen we regelmatig, op wat zachtere dagen , mannetjes citroenvlinder vliegen. Citroenvlinders overwinteren als vlinder, vaak in struikgewas of klimop. Vanmiddag, toen we met een kopje thee in de tuin zaten, zagen we ook een vrouwtje. Bleker, meer groenig wittig, dan (citroen)geel. Met dezelfde opvallende vleugels, eindigend in een soort puntje. Mevrouw Citroen zat eerst op de kleine paarse primula’s, later op een speenkruid-bloemetje. En toen kwam Meneer Citroen in beeld.
Er begon een minuten durende dans. Op een paar centimeter van elkaar vlogen ze rondjes. Eerst laag boven de grond, soms in formatie net boven elkaar, soms achteruit (echt waar!), en dan weer draaiend. We konden ze een hele tijd volgen, langs de schuur, omhoog bij de klimroos, steeds hoger stijgend, al draaiend. Om uiteindelijk over de hoge bomenrij achter in de tuin uit beeld te verdwijnen. En dan straks, gaat mevrouw op zoek naar een vuilboom of wegedoorn: op haar eitjes af te zetten.
Bijgaand een link van de vlinderstichting met een overzicht van de waardplanten voor de rupsen. Want zonder rupsen, geen vlinders. Veel rupsen zijn kieskeurig en lusten maar enkele soorten planten: de waardplanten van de vlinder. Bijna alles hebben we in de tuin staan, inclusief de rupsenfavoriet -brandnetels – maar niet vuilboom of wegedoorn. Toch moet dat ergens in de buurt staan, de Familie Citroen is elk jaar hier in de tuin te vinden. In tweede helft zomer zijn ze bv dol op bloeiende kattenstaart.
Een, twee, veel
Op 28 maart zag ik de eerste blob kikkerdril in de vijver. Op 30 en 31 maart een heel spektakel van hossende bruine kikkers. Nu ligt een groot deel van het ondiepe stuk van de vijver vol. De rust is wedergekeerd, op het kikkerfront. Her en der zag ik er al weer een bruine kikker op het land. En nog maar even en de puntjes worden komma-tjes. En dan komen de koelkopjes uit.
Voorraad opmaken
De appeltjes aan de omgevallen appelboom (ik denk een Groninger Rode Kroon) zijn lang houdbaar. Ze blijven in de winter ook lang aan de boom en als ze beginnen te vallen pluk ik ze nog hangende af, om ze -onbeschadugd- in de schuur neer te leggen. Als het koud is en de vijver bevroren is, kan ik steeds een paar appeltjes buiten neerleggen voor de vogels. Dit jaar bijna geen vorst, geen bevroren vijver. De appels had ik dit jaar heel leep in de kruiwagen gelegd, niet op de werktafel. Dat bleek een brug te ver voor de muizen, die andere jaren van de appels kwamen snoepen. Resultaat: ik heb nog appels over en we lopen al de lente in. Snel maar een paar gestrooid, gewoon voor het lekkere.
Met vetbollen dit jaar ook een beetje voorzichtig aan. Andere winters gewoon drie in een korfje en die waren snel genoeg weg. Nu een paar keer een deel van de vetbollen weggegooid, door het warme weer begonnen ze te schimmelen. Nu dus maar steeds 1 bol in het korfje of op de voederplank.
Dansende mannen
Ze dansen weer, de mannetjes van de wintermug. Vanmiddag na een tijdje in de tuin bezig geweest te zijn, even lekker in het zonnetje (uit de wind) zitten. Tegen een uur of 4, lage zon, warm op mijn gezicht.
Boven het grasveld (nogal rommelig op dit moment) een groepje dansende muggen. Onvermoeibaar op en neer dansend om de dames te lokken. Die dansen niet mee, maar kijken toe.
Wintermuggen zijn op veel plekken te vinden, op heidevelden, in bossen en dus ook in tuinen. De larven leven van rottend organisch materiaal in de bodem, rottende bladeren zijn of mest. Er komen acht soorten in Nederland voor, waarvan twee algemeen.
Tekening 12 : Momfer
Groen in groen nestje
Her en der in de tuin begin ik voorzichtig schoon te maken voor het nieuwe seizoen. Alleen op plekken waar bijvoorbeeld hele vroege bloeiers koemen. Of op plekken waar ik even niet te veel blad wil laten liggen als schuilplek voor de slakken die dat ene bijzondere plantje dan aanknabbelen. Tegelijkertijd goed opletten, want allerlei beestjes schuilen lekker tussen al dat oude plantmateriaal. En soms ook nieuw plantenmateriaal, zoals het verse blad van de boshyacinten. Bij het weghalen van het blad kwam ik deze kleine groene tegen. Snel weer een blaadje over heen gelegd.
Momfers tellen
11 en 12 februari werd de mollentelling 2023 gehouden. Georganiseerd door de zoogdierenvereniging. Gelukkig mocht je ook molshopen tellen, die zijn een stuk makkelijker. Mollen zelf zie je zelden. En om hoeveel mollen het dan gaat? Dat is niet zeker, want mollen maken per individu een groot aantal molshopen. Elke mol heeft een eigen gangenstelsel, indringers niet gewenst. Dat kan wel 100 meter lang zijn en afhankelijk van grondsoort, regenval e.d. kan er meer of minder onderhoudswerk aan de gangen zijn, en dus meer of minder molshopen per mol.
Ik telde steeds ‘conglomeraties’ van hopen, plekken in het weiland waar vrij veel hopen bij elkaar lagen omringd door delen met geen/ weinig hopen. Mijn veronderstelling is dat zo’n conglomeratie van molshopen bij 1 mol hoort. Geen idee of dat zo is, maar telt makkelijker. In totaal telde ik in een kleinen twee uur 96 conglomeraties: ongeveer 15 kleine (van ca 30 hopen), ongeveer 65 grote (van ca 50 hopen) en nog ongeveer 20 hele grote (van 80-100 hopen). Bij het invoeren van de mollentelling kun je met een klik op de kaart aangeven waar je geteld hebt: de website maakt er dan automatisch een telgebied van. Totaal 500 hopen doorgegeven. Ik bedenk me net dat dat een factor 10 te laag is … Bijna 100 groepen van 50 hopen elk is toch echt 5000 ipv 500 … Kijken of ik dat nog kan corrigeren.