Mist is mooi

De aanvankelijk toegezegde zon hebben we vandaag niet gezien, temperaturen bleven vrijwel de hele dag onder nul en er was behoorlijk veel mist. Dat weerhield ons niet van een flinke wandeling ruim rond het Paterswolde meer. Met dubbele laag kleren, muts en handschoenen op pad.

Langs het water van het Paterswolde Meer gaf het compleet ontbreken van contrast tussen water van het meer en de lucht er boven een surrealistisch en prachtig beeld.

Welke foto vind jij het mooist?

Gele trilzwam

Weer een voorbeeld van ‘de naam is zoals het er uit ziet’. De gele trilzwam. Deze kwamen we tegen op een wandeling in een oud stukje beukenbos, het Wesselinks bos, horende bij het vroegere landgoed Noordwijk in Paterswolde (er staat nu een appartementencomplex met die naam). Altijd leuk zo’n schimmel, om ook even aan te raken: om vast te stellen of ie trilt. Ja, dus.

Zeldzaam is deze trilzwam bepaald niet, komt over de hele wereld voor. Op afgevallen takken van bomen. De kleur maakt de schimmel opvallend. En ook het verschil in droge omstandigheden (hard en klein) en natte omstandigheden, zacht en geleiachtig. Een beetje als het judasoor.

Jelena

Deze toverhazelaar heet hamamelis x intermedia ‘Jelena’. In 1937 gekweekt in Arboretum Kalmthout in Vlaanderen, en genoemd naar Jelena de Belder. Jaren terug heb ik een exemplaar van deze kleine boom / grote struik in de voortuin geplant. Dat is niet goed afgelopen voor onze Jelena. Ze stond eerst in een soort kuil, kletsnat in de winter, en na twee -drie jaar vielen de bladeren al af voordat ze mooie herfstkleuren hadden. In een poging haar te redden, zette ik haar op ‘een heuveltje’. Mocht niet meer baten. Of omdat ze al aangetast was (bij afknippen takken zag ik dat er bruine vlekken in het hout zaten), of omdat ik het in de winter deed, toen de struik werkelijk in een plas water stond. Later las ik op internet: De toverhazelaar geeft de voorkeur aan vochtige, maar geen natte, en goed doorlatende grond. Als de grond regelmatig te nat is, raakt vooral jonge aanplant gemakkelijk besmet met wortelrot (fytoftora). Dit betekent vaak het einde van de struiken.

Deze fraaie exemplaren fotografeerde ik van de week bij het lokale tuincentrum.

Stinkend nieskruid

Helleborus foetidus of stinkend nieskruid is een plant die je nu kunt zien bloeien. Van soms december tot aan maart april bloeit de groenblijvende plant met groengele bloemen, soms met een roodachtige rand. Met diep ingesneden donkergroene, soms bijna paarsachtige, bladeren is het een echte winterbloeier. Centimeter of 40-50 hoog. Op een plek waar het nieskruid het naar de zin heeft kan de plant zich uitzaaien. In het vroege seizoen een welkome bloem voor (wilde) bijen.

Alle delen van de plant zijn licht giftig, het kneuzen van het blad schijnt te stinken, vandaar het eerste deel van de naam. En waarom dan nieskruid? De gedroogde wortels werden tot poeder vermalen en zorgen bij opsnuiven ervan dat er flink geniesd moest worden. Vroeger werd niespoeder veel toegepast bij verkoudheid, als symptoombestrijding, het niesen kan een opgelucht gevoel geven. (En soms werd gedacht dat door het niesen boze geesten werden uitgedreven). De oude Grieken gebruikten het wortelpoeder bij krankzinnigheid en epilepsie. Ook werd het toegepast als braakmiddel, bij verstopping en tegen hartritmestoringen. Het gif werd vroeger als wormmiddel gebruikt voor vee.

De plant is zeldzaam als wilde plant in Nederland, en is recent ingeburgerd in Zuid Limburg en de duinen bij Cadzand en Bergen. Oorspronkelijk komt de plant uit Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Is nu in veel tuinen aangeplant.

De onderste foto is van een exemplaar dat groeide in de tuin van mijn ouders in Bunnik. Foto uit 2017. Een ooit meegenomen stekje heeft het destijds niet gehaald hier bij ons in de tuin. De bovenste twee foto’s zijn genomen in de tuinen bij het kantoor van Groninger Landschap, hier in Haren. Vast onderdeel van een van onze ommetjes. En als je er veel wilt zien: op de rotstuin in Hortus Haren groeien ze bij bosjes.

Pandhof

Net als vorig jaar vierden we kerst bij familie in de buurt van Utrecht, en overnachten in een -erg leuk- hotel. Het Eye hotel. De ochtend na het kerstdiner hadden we een rondleiding geboekt bij DOM under, opgravingen onder het DOM plein. Dat was pas om 12:00 uur, dus genoeg tijd om een stukje door de stad, onze vroegere studiestad, te wandelen. Onder andere langs de Domtoren, na 8 jaar eindelijk weer eens zonder de steigers er om heen, en dit jaar konden we ook de tuinen bekijken naast de Domkerk: het Pandhof. Vorig jaar was er geen toegang.

Ga vooral eens kijken als je in de buurt bent. Onderhouden door vrijwilligers. De buxussen zijn vervangen door lonicera.

Houtverzameling

Al een tijdje ben ik mij aan het oriënteren in de mogelijkheden van ‘iets met hout’. Daarom wil ik zeker nog eens terug naar het depot van het universiteitsmuseum Groningen. Om verder te neuzen in materiaal dat geschikt is om te gebruiken voor een/enkele kleine tentoonstellingen in de Hortus. Er hing bijvoorbeeld aan het plafond een enorme bamboe-‘stengel’ in twee delen, naar schatting wel 10 meter hoog als je ze op elkaar zet.

Xylotheek

Een xylotheek, een verzameling blokjes hout, dat lijkt me wel wat. Of van alle bomen die in de Hortus worden omgezaagd een houtschijf bewaren, of een blok hout. Om jaarringen te tellen, maar ook om verschillen in kleur, gewicht en groeisnelheid te zien. In het Herbarium Frisium in Wolvega hebben ze ook een (educatieve) collectie, heb ik recent gemerkt. Jan Poutsema, bestuurslid Hortus, vertelde over een botanische tuin in Aken, die een soort installatie buiten in d tuin had met blokken hout aan een ketting. Je kon de blokken niet meenemen maar wel optillen en gewicht voelen.

De collectiebeheerder van het depot van het universiteitsmuseum vertelde over een verzameling stukken hout in een kistje van sterrenkundige Jacobus Cornelis Kapteyn. Hij is het Meets bekend om zijn sterrenkundig werk, maar deed ook onderzoek naar boomringen en de invloed van zon op het klimaat (en dus groeisnelheid bomen). Het kistje zou zijn zoekgeraakt in het depot…. Mysterie! Dat is leuk om eens uit te pluizen.

1 seconde lichter

Jaaahhh.
Het wordt al weer langer licht!
Gister 21 december was de korte dag van het jaar. Vandaag, 22 december, gaat de zon één seconde later onder dan gister. Dus de avondschemering valt een fractie later. Scheelt ook dat het na een ongebruikelijke lange periode van grijs weer en continue bewolking, de zon nu weer regelmatig te zien is. Tussen de buien door.
In de ochtend komt de zon nog wel steeds ietsje later op.

Judith

Vorige week liep ik nog even langs de Biotoop. Het terrein van de Biotoop ligt direct naast de Hortus botanicus Haren, we zijn buren. Beide stukken grond zijn per 1 jan 2023 in handen van de gemeente Groningen gekomen.
Er werd een kerstmarkt gehouden en veel van de ‘resident’ kunstenaars vertoonden hun werk. Het was kwart voor vier en de markt zou tot vier uur duren. Veel tijd was er niet, maar toch een paar mooie gesprekken.

Zoals met Judith van Esch. Mijn oog werd meteen getrokken door de groen-blauw-turqoise prints die ze op haar stand had liggen. We raakten aan de praat en ik maakte een klein filmpje waar Judith door een van haar tekenboeken heen bladert. Bijgaande foto’s zijn daar uit geknipt. Inspiratie voor Judith ligt in de natuur, het beleven van de natuur. En in haar kunst probeert ze dan de ervaringen die ze op dat moment heeft (had) zo goed mogelijk tot uitdrukking te brengen. Duidelijk verschil te zien tussen zonnige vrolijke dagen, en grijs en somber weer.

Judith geeft ook workshops, dus misschien kunnen we een keer iets organiseren ivm de Hortus.
Mooi, al die vele tinten groen.

IJsvogel

Net niet in eigen tuin, maar wel vlakbij.
Een ijsvogel die vlakbij zat te vissen, langs ons meest gelopen ommetje, de Moarweg.

Is ie niet prachtig in de late middagzon zaterdagmiddag?

Een beetje smokkelen trouwens. De foto hebben we niet zelf gemaakt. Sterker nog, de ijsvogel hebben we niet zelf gezien, wel gehoord. Toen we langs de Moarweg wandeleden, op nog geen 5 minuten van huis, zagen we iemand met een enorme lens en statief op ons pad. Hij keek geconcentreerd naar de rietkraag. Toen we hem bij hem aangekomen waren, vroegen we waar hij zo naar aan het kijken was. Niet naar het water, naar de eendjes. Trots liet hij ons de zojuist gemaakte foto zien. De fotograaf komt uit Amsterdam en was nog even wat mooie plaatjes aan het maken, voordat hij met vrienden ging uiteten. En toen vloog hem dit kadootje in beeld. Zonder de enorme telelens, 600 mm, was het niet gelukt. “Ik hoorde de ijsvogel wel”, zei de fotograaf, ” maar zag hem met het blote oog niet. IK bewoog de cameralens wat heen en weer en zag ineens de oranje-blauwe vogel. Prachtig! “

Foto van de foto

Kegeldragers

Dit weekend op verschillende manieren bezig geweest met kegeldragers. Een ander woord voor coniferen. Aan de ene kant bezig met teksten van Roel te lezen voor de informatieborden die we aan het maken zijn voor het evolutiepad in de Hortus Haren. Met een klein team van projectvrijwilligers zijn we bezig met het omtoveren van een een lage muur (30 meter lang) in een tijdlijn van 500 miljoen jaar. Van de eerste algen die het land opkwamen tot de bloeiende planten die nu de vegetatie op aarde domineren. De coniferen waren er al eerder. Ze zijn al honderden miljoenen jaren een belangrijk onderdeel van de plantengroei op aarde. Zo’n 150 miljoen jaar geleden vormden ze zelfs de belangrijkste groep. In sommige gebieden (gebergte, taiga) zijn ze ook nu nog de belangrijkste groep.

Volgend voorjaar is het evolutiepad klaar. De muur is al mooi geschilderd. Binnenkort wordt begonnen met de opbouw van de plantenbakken, voor elke plantengroep een.

Wist je dat een pinetum een naaldbomen- of coniferentuin is?

Dat is de tweede invalshoek voor coniferen dit weekend. Er was vanmiddag in de Hortus een publieksrondleiding met als thema Pinetum en coniferen. Niks van die saaie groene coniferen haag. Maar een inkijkje in de verschillende soorten, met enkele naalden, of naalden in groepjes. De meeste wintergroen, maar sommige naaldverliezend. Weet je welke ?
Een enthousiast verhaal door rondleidster Els. Met aandachtig luisterende groep en geanimeerde gesprekken. Het verhaal van Els regelmatig aangevuld met weetjes, aangedragen door de deelnemers.

Nog even over Kegels

Als je niet goed oplet denk je dat er maar een soort ‘dennenappels’ aan een conifeer zit. Dat is niet zo. Er worden, meestal aan dezelfde plant, manlijke kegels gevormd die stuifmeel produceren en vrouwelijke kegels die zaden maken. Het stuifmeel wordt met de wind verspreid. Dat zie je soms in het voorjaar als enorme hoeveelheden stuifmeel tuinmeubels en auto’s een geel poederlaagje geven. Coniferen zijn de belangrijkste houtleveranciers ter wereld.