De gewone aardbei die we in de (moes)tuin gebruiken is een hybride. De botanische naam is Fragaria x ananassa. Er zijn veel varieteiten te koop, sommige soorten bloeien 1 maal , andere zijn doordragers. Al deze aardbeiden hebben witte bloemen, met vijf bloemblaadjes.
Aan het eind van vorige eeuw probeerden kwekers nieuwe hybriden te kweken die roze of rode bloemen droegen. Hiervoor moesten ze op zoek naar een andere plant dan een fragaria (die immers allemaal wit bloeien), en ze kwamen uit bij een nauw familielid: potentilla palustris, de wateraardbei. Net als de gewone aardbei, hoort de potentilla bij de rozenfamilie. Na het kruizen van beide soorten en toen weer terugkruizen met een andere aardbei leverde als eindresultaat een roze en een roodbloeiende aardbei. ‘Pink Panda’ werd gepatenteerd in 1991, ‘Lipstick’ kort daarna. Beide kunnen vruchten maken, die prima eetbaar zijn, en een beetje op de vruchten van de bosaardbei lijken. Kleiner dus dan die van de gewone aardbei, en laag in aantal.
Vanaf nu noem ik de roze aardbei bij ons in de tuin gewoon ‘Lipstick’. De kleur is opvallend, en vooral as het net geregend heeft stralend rood.