Op het aanrecht ligt een ruim dozijn peren.
Knoertharde peren, gekregen van H&H.
In verse staat zijn de peren zo hard dat je ze als projectiel kunt gebruiken; je kunt er ramen mee ingooien.
In een oud kookboek van Aaltje over de oud Hollandse keuken staat:
men schilt de peren en brengt ze naar de bakker.
Verder geen andere recepten met stoofperen. Want dat zijn het: stoofperen. En wat de bakker er mee doet blijft in het midden…
Gister, genoeglijk in de zon de tijd genemen om de peren te schillen, te vierendelen, samen in een grote pan, onderdompelen in port. Af en toe even uitrusten, ’t is hard werk.
Niks naar de bakker. Gewoon in de pan. Dan 2 uur stoven op het sudderplaatje. Van bleekgele partjes naar roze kwarten. Flink deel in kleine bakjes ingevroren, deel in de vla en de yoghurt (kwam mooi uit, we hadden bezoek): lekker de koude vla met nog warme stoofpeertjes.
Omdat er nog wat over was: vanochtend ontbijt met stoofpeertjes en muesli .