Sneeuw afschudden

Net een artikeltje geschreven voor Nature Today (volgende week, 23 feb) over de taxus. Leuk om dan ook een beetje rond te kijken waar taxussen zoal staan, en welke soorten er zijn. Eigenlijk zijn het allemaal variaties op het thema van de taxus baccata. In breed-uitgroeiende vorm in tuinen en op begraafplaatsen vaak in de zuilvormige soort: fastigiata. Wij hebben in de tuin ook verschillende exemplaren. De diepdonkergroene, mooi voor hagen (of als je Brit bent: voor topiary), of meer geelkleurig of met een geel randje: aureomarginata.

Taxus kan soms een beetje somber lijkt, zo donker in een grijs seizoen. Maar met een laag sneeuw ziet het er ook in de winter prachtig uit. Een witte deksel op de haag, witte kussentjes op de takken. Voor de zuilvormige taxus is veel sneeuw wel een risico. Vooral als het een beetje dooit, weinig wind is, en dan weer opvriest. De luchtige sneeuw verandert dan in een compacte ijslaag, die de takken doet ombuigen en met een beetje pech breken ze zelfs af. In eigen tuin schud ik de dikste sneeuwlaag, vers gevallen, van de uitbuigende takken af. Een lange bezem is dan handig om de hogere takken te bereiken.

Toen we gister nog even foto’s gingen maken van taxussen in de Hortus deed Eddy nog een poging om sneeuw van de uitbuigende takken te schudden. Maar deze exemplaren bleken veel te hoog, een meter of vijf. Links op de voorgrond de Taxus baccata ‘Fastigiata Aureomarginata’, met uitbuigende tak. Verder naar achter staat Eddy onder de Taxus baccata ‘Dovastonii Aurea’ . Beiden in de Laarmantuin.

Bijenbollen

Ze waren zoekgeraakt, de zakjes met bolletjes voor bijen, in de Hortus. En recent weer teruggevonden. Daarom zijn ze niet voor de winter, maar nu pas in een grote bak gezet door tuinbaas Walter. Afgesproken dat hij ze plant en dat ik er een bijbehorend bordje voor maak. Zodat langslopende bezoekers, maar vooral kinderen, de komende maanden, een blik kunnen werpen op de bloempjes en de bijtjes. En waarom vroege bloeiers als bollen en stinzenplanten zo belangrijk zijn voor (wilde) bijen

Nederlandse naamLatijnse naamKleur
Gele sieruiAllium MolyGeel
Roze sierui (trommelstokje)Allium spaerocephalonRoze
Blauw druifjeMuscaria armeniacumBlauw
Witte  sieruiAllium neapolitamumWit
Oosterse sterhyacintScilla sibericaBlauw
NarcisNarcissus Tête à TêteGeel
Krokus  mixCrocusGeel//paars/wit
TulpjeTulipa tardaGeel met witte rand

Antwoord Raadplaatje 25 januari

Als je half kijkt dan denk je een klein restantje sneeuw. Maar de foto is genomen bij ruim 7 graden, geen sneeuw in zicht. De witte substantie is zacht en warm, een soort gelei.

Dit is Sterrenschot, ook wel heksensnot: wit en doorzichtig en je komt het vooral in het voorjaar tegen. Maar wat is het? Het is het restant van een vrouwtje-kikker (of pad), die door een reiger of vos is opgegeten!
In de late winter of vroeg voorjaar is de kikker al bezig om intern voorbereidingen te treffen voor de voortplanting: eitjes klaarmaken, maar ook al de grondstoffen voor het kikkerdril. Mooi compact opgeslagen, pas als de eitjes gelegd zijn in het water zwellen de omhulsels van de eitjes enorm op.
Datzelfde gebeurt als de onfortuinlijke kikker opgegeten wordt. De gelei waar de eitjes in de buik van de kikker zit begint enorm op te zwellen, na het eten. En dat bekomt de rover, reiger of vos, niet goed. De gelei wordt uitgebraakt, en zien wij terug als dit wittige slijm.

En dan de naam: sterrenschot mogelijk omdat men vroeger dacht dat het een stukje van een vallende ster was. Heksensnot omdat men vroeger dacht dat een heks haar neus gesnoten had (zonder zakdoek).

Ik ga er vanuit dat het van de blauwe reiger is, die we vlak in de buurt door de plassen in de Laarmantuin in de Hortus zagen lopen. Maar het kan ook een vos, marterachtige (steenmarter, bunzing), of kraai zijn geweest.

Hazelaar

Op sommige plekken zijn de hazelaarkatjes al open, staan ze in bloei. Net als de vrouwelijke rode bloempjes die al bloeien. Wel goed kijken, want de rode bloempjes staan op een plek waar je ze niet verwacht en zijn heel klein, je kijkt er makkelijk overheen.

Bij ons in de tuin, wat beschut, nog niet. Altijd wat later dan de vroege hazelaars. Hangt af van standplaats, hoeveelheid zon, denk ik. Deze foto’s nam ik zaterdag in de Hortus. En ik kon weer iemand wijzen op de rode bloempjes, grote verrassing, net zoals bij mij een aantal jaar geleden. Maar als je ze eenmaal gezien hebt ….. dan vergeet je het niet meer.

Komende week: tellen maar

Koment weekend is weer de nationale tuinvogeltelling: op 24, 25 en 26 januari 2025 kun je meedoen.
Op de website van de vogelbescherming vind je tips en trucs. Hoe te tellen, een vogelherkenningskaart en allerlei adviezen. Leuk om thuis te doen, of met de klas. Het helpt als je de vogels voert, met pindacakes of vetbollen (let op dat je goede kwaliteit koopt).

En misschien is er in de buurt wel een rondleiding waar je met een kenner mee kunt gaan om te leren wat goede momenten en goede plekjes zijn om de vogels te zie en te herkennen. Wist je dat roodborstjes en winterkoninkjes allebei vaak laag in het struikgewas zitten. Andere vogels juist hoger in bomen.

Woon je in de buurt van Haren dan kun je mee met de vogelwandeling in de Hortus botanicus Haren. Op zaterdag 25 januari van 11-12 uur door Christiaan Both van de Rijksuniversiteit Groningen.

Mysterie? Nectar is rood.

De nesocodon Mauritius is een klokje in de familie van de campanulaceae, de klokjesbloemen. Zoals de naam al suggereert komt deze plant -in het wild- alleen voor op Mauritius. Een precaire aangelegenheid, als plant zijnde, als je maar op 1 plek (1 eiland) in de wereld groeit. Ook de dodo kwam alleen op Mauritius voor. De doe is niet meer. Gelukkig zijn er botanische tuinen die ook voor een veilig plekje kunnen zorgen voor planten als nesocodon, maar dan niet in het wild.

De nesocodon (vroeger wahlenbergia) is een struikje van zo’n 30 cm groot, groeit in vochtig tropisch gebied. De klokjesbloemen zijn tamelijk groot, zie foto, en zijn lilapaars. Bijzonder is de nectar. De bloem maakt er erg veel van, het druipt uit de bloem, en is knalrood. Tot een jaar of 20 geleden was het een mysterie waarvoor de rode kleur bedoeld was. Om vogels te lokken? Vogels komen normaliter, zeker in tropische gebieden, op de kleur rood af. Dat is rood van de bloemen, dat je van buiten kan zijn. In 2006 verscheen een artikel die het mysterie oploste. De rode kleur van de nectar is bedoeld als signaalkleur voor gekko’s die overdag op de grond scharrelen tussen de struikjes. Het lijken de gekko’s te zijn die de bloemen bestuiven als ze de nectar komen halen. Volgens een recent artikel komen ze significant vaker af op bloemen die de rode nectar hadden, dan op bloemen waar (voor het experiment) de rector geel was.

Met dank aan Richard.

Blauwe paaltjes

In Hortus botanicus Haren is al jaren geleden een blauwe paaltjes wandelroute uitgezet, een kleine 60. Vanuit de rondleidersgroep van vrijwilligers zijn ook teksten gemaakt met wat er allemaal te zien is bij de verschillende paaltjes. Da’s allemaal een beetje veel geworden, dus ik heb de actie op me genomen op me de wandeling in kleinere stukjes te hakken. Vorige week probeerde ik de wandeling – zonder kaart- in de richting ’tegen de klok in’ te lopen, dat bleek tegen de richting van de makers in te zijn. Dit ging niet helemaal goed, en na een paaltje of 15 was ik de route kwijt.
Gister, zaterdag, het was nog een uurtje droog, besloot ik de wandeling de andere kant op te lopen, nog steeds zonder kaart. Als ik achteraf de kaart met blauwe stippen en de door mij gelopen route bekijk, dan zie ik dat ik de meeste wel heb gevonden. Een kleine lus langs de rotstuin, en over de boulevard terug heb ik gemist.

Wandel mee

De komende twee weken is de Hortus gesloten. Mocht je het leuk vinden om -in gedachten- een wandeling van ongeveer een uur te maken, ga dan in een luie stoel zitten of op de bank liggen, start bijgaand live verslag van de wandeling, en sluit je ogen. Luister naar de live beschrijving en wandel met me mee. Af en toe is het geluid wat minder goed, het waaide nogal.

Kegeldragers

Dit weekend op verschillende manieren bezig geweest met kegeldragers. Een ander woord voor coniferen. Aan de ene kant bezig met teksten van Roel te lezen voor de informatieborden die we aan het maken zijn voor het evolutiepad in de Hortus Haren. Met een klein team van projectvrijwilligers zijn we bezig met het omtoveren van een een lage muur (30 meter lang) in een tijdlijn van 500 miljoen jaar. Van de eerste algen die het land opkwamen tot de bloeiende planten die nu de vegetatie op aarde domineren. De coniferen waren er al eerder. Ze zijn al honderden miljoenen jaren een belangrijk onderdeel van de plantengroei op aarde. Zo’n 150 miljoen jaar geleden vormden ze zelfs de belangrijkste groep. In sommige gebieden (gebergte, taiga) zijn ze ook nu nog de belangrijkste groep.

Volgend voorjaar is het evolutiepad klaar. De muur is al mooi geschilderd. Binnenkort wordt begonnen met de opbouw van de plantenbakken, voor elke plantengroep een.

Wist je dat een pinetum een naaldbomen- of coniferentuin is?

Dat is de tweede invalshoek voor coniferen dit weekend. Er was vanmiddag in de Hortus een publieksrondleiding met als thema Pinetum en coniferen. Niks van die saaie groene coniferen haag. Maar een inkijkje in de verschillende soorten, met enkele naalden, of naalden in groepjes. De meeste wintergroen, maar sommige naaldverliezend. Weet je welke ?
Een enthousiast verhaal door rondleidster Els. Met aandachtig luisterende groep en geanimeerde gesprekken. Het verhaal van Els regelmatig aangevuld met weetjes, aangedragen door de deelnemers.

Nog even over Kegels

Als je niet goed oplet denk je dat er maar een soort ‘dennenappels’ aan een conifeer zit. Dat is niet zo. Er worden, meestal aan dezelfde plant, manlijke kegels gevormd die stuifmeel produceren en vrouwelijke kegels die zaden maken. Het stuifmeel wordt met de wind verspreid. Dat zie je soms in het voorjaar als enorme hoeveelheden stuifmeel tuinmeubels en auto’s een geel poederlaagje geven. Coniferen zijn de belangrijkste houtleveranciers ter wereld.