Komende week: tellen maar

Koment weekend is weer de nationale tuinvogeltelling: op 24, 25 en 26 januari 2025 kun je meedoen.
Op de website van de vogelbescherming vind je tips en trucs. Hoe te tellen, een vogelherkenningskaart en allerlei adviezen. Leuk om thuis te doen, of met de klas. Het helpt als je de vogels voert, met pindacakes of vetbollen (let op dat je goede kwaliteit koopt).

En misschien is er in de buurt wel een rondleiding waar je met een kenner mee kunt gaan om te leren wat goede momenten en goede plekjes zijn om de vogels te zie en te herkennen. Wist je dat roodborstjes en winterkoninkjes allebei vaak laag in het struikgewas zitten. Andere vogels juist hoger in bomen.

Woon je in de buurt van Haren dan kun je mee met de vogelwandeling in de Hortus botanicus Haren. Op zaterdag 25 januari van 11-12 uur door Christiaan Both van de Rijksuniversiteit Groningen.

Jelena

Deze toverhazelaar heet hamamelis x intermedia ‘Jelena’. In 1937 gekweekt in Arboretum Kalmthout in Vlaanderen, en genoemd naar Jelena de Belder. Jaren terug heb ik een exemplaar van deze kleine boom / grote struik in de voortuin geplant. Dat is niet goed afgelopen voor onze Jelena. Ze stond eerst in een soort kuil, kletsnat in de winter, en na twee -drie jaar vielen de bladeren al af voordat ze mooie herfstkleuren hadden. In een poging haar te redden, zette ik haar op ‘een heuveltje’. Mocht niet meer baten. Of omdat ze al aangetast was (bij afknippen takken zag ik dat er bruine vlekken in het hout zaten), of omdat ik het in de winter deed, toen de struik werkelijk in een plas water stond. Later las ik op internet: De toverhazelaar geeft de voorkeur aan vochtige, maar geen natte, en goed doorlatende grond. Als de grond regelmatig te nat is, raakt vooral jonge aanplant gemakkelijk besmet met wortelrot (fytoftora). Dit betekent vaak het einde van de struiken.

Deze fraaie exemplaren fotografeerde ik van de week bij het lokale tuincentrum.

Gloepens Glad

Op zaterdag 11 januari gold tot 9 uur ’s morgens code oranje in het noorden van ons land. Vanwege gladheid. Nou dat was een beetje onderschat door het KNMI. Normaliter ga ik om acht uur ‘morgens boodschappen doen, deze zaterdag even gewacht tot later op de ochtend. Om 11 uur op pad: zonneschijn. Maar toch was het op heel veel plekke nog erg glad. Bij het kleine winkelcentrum waar ik naar toe ga, neem ik altijd de trap aan de noordzijde. Dat kon nu niet: de treden lopen een klein beetje schuin af, en elke keer als ik heel voorzichtig een voet op een trede zette, gleed ik weer naar beneden. Met een omtrekkende beweging naar de zuidkant van het winkelcentrum en naar kon ik wel naar binnen.

Ook Erik, de eekhoorn moest wachten voor hij zijn ontbijt kreeg. Eerder was het te glad in de achtertuin. Deze foto’s zijn van eind van de ochtend, het bekermos (een korstmos) groeit in de spleten tussen de planken van de brug over de vijver. Daar ligt gelukkig een laag gaas als looppad overheen gespijkerd. Maar dan nog is het zaak om heel voorzichtig te lopen. Aan de foto’s hieronder zie je de gladheid van de ijzel!

Afgelopen week waren hier in het noorden al ontzettend veel glijpartijen en mensen die onderuit gegaan waren. Lange wachttijden in de ziekenhuizen. Dorpsgenoot en mede-koorlid Anneke viel en brak haar heup vrijdag. Pas zaterdagavond kon ze geopereerd worden. Gelukkig morgen weer naar huis.

Een ander slachtoffer van het ijs was deze onfortuinlijke rups. Hij zat vastgevroren in het dunne laagje ijs op de kleine vijver. Ik heb hem voorzichtig laten ontdooien, en in een bloempotje gelegd met wat afgevallen blaadjes erover heen. Gaat hem niet meer worden ben ik bang.

Streektuinen

Vanmorgen in Vroege vogels een item over iemand die in zijn tuin een paar sleedoorns had gezet, en pardoes ook al in het eerste jaar eitjes van de sleedoornpage (kleine oranjebruine vlinder) terugvond. Het is een zeldzame vlinder die maar op een paar plekken in ons land voor. Zie de kaart hieronder. Vooral in midden/ oostelijke helft van ons land en in Zuid Limburg. Niet in Groningen zo te zien…

Er werd verwezen naar Streektuinen.nl. Daar wordt opgeroepen om een of meer (of zoveel mogelijk) lokale en regionale inheemse planten in je tuin te zetten. Zo worden al die tuinen stapstenen voor de biodiversiteit in de buurt. Je kunt je aanmelden voor de nieuwsbrief.
Jasper Helmantel van de Cruydthoeck heeft voor een aantal streken/ landschapssoorten in Nederland een passend zedenmengsel gemaakt. Voor als je nog een plekje overhebt in de tuin. Ook is te vinden welke struiken en bomen in jouw streek mooie stapstenen vormen.

Wij wonen op de Hondsrug , vrijwel tegen Drenthe aan. Dat hoort bij de streek: Drents Plateau en Friese Wouden met als kernplanten: heggenroos, laurierwilg, viltroos, schijnviltroos, behaarde struweelroos, kale struweelroos, wilde lijsterbes, sporkehout, eenstijlige meidoorn, tweestijlige meidoorn, wilde hazelaar, Gelderse roos, wilde kardinaalsmuts, zwarte bes, wilde appel, els, es.

De cursief weergegeven planten hebben we al in de tuin. Ik zie dat er maar liefst 6 wilde rozen uit deze streek zijn die in onze tuin een plekje zouden kunnen krijgen (we hebben wel de egelantier en de rosa multiflora, die zijn komen aanwaaien). En sporkehout: voor de mooie naam en omdat het een goede waardplant is voor verschillende vlinders, als citroenvlinder, het groentje (!) en het boomblauwtje.

Valstrepen

Na wekenlang grijs, nu meer variabel weer. Dat betekent ook opklaringen, tussen buien door. Met de lage zon kun je dan mooie ”Hollandse luchten’ zien. Ook andere verschijnselen aan de hemel als regenbogen, uitwaaierende wolken en valstrepen.

Tijdens de wandelingen hebben we het zelf droog gehouden, terwijl overal om ons heen de wolken hun vrachtjes water loslieten.

Rozettenjacht

Floron organiseert jaarlijks de eindejaars plantenjacht; tussen kerst en 3 januari kijken welke bloeiende (wilde) planten je zoals tegenkomt in deze periode. Heb je de actie gemist, volgend jaar weer een kans. De top 10 van dit jaar:

Rozetten

Ook nu nog prima te doen (in eigen tuin bijvoorbeeld) is de rozettenjacht. Veel planten maken eerst een laagblijvend bladrozet. Ze blijven groen in de winter en omdat ze zo laag zijn hebben ze minder last van evt bevriezing. En als er sneeuw valt hebben ze meteen een warm dekentje. Onderstaande collage maakte ik van foto’s die ik binnen 15 minuten maakte in eigen tuin, net voor de kerst. Het leuke van rozetten vind ik dat ze in eerste instantie veel op elkaar lijken. Maar als je ze een jaar/ paar jaar volgt herken je al heel snel welke plant bij welke rozet hoort. Van de derde van links op de onderste rij (ooit van Ernst gekregen), las ik recent dat het (ook) een kamerplantje is. Ga ik toch eens een exemplaar binnen zetten.

Judas oor

Langzamerhand komen alle vogelvoer silo’s en mandjes weer te voorschijn. Nu is het nog stil wat betreft mussen, wandt de silo met zonnepitjes staat er nog niet. De paal heb ik inmiddels naast de budleija in de grond gezet, die silo wil ik eerst nog even goed schoonmaken met soda. Om een beetje plek te hebben voor de silo (en beter zicht te hebben op de vogeltjes vanaf de bank, STRAKS, heb ik de budleija een lichte snoeibeurt gegeven. Op een van de oude snoeistompen kwam ik een paar wat half ingedroogde, gerimpelde paddenstoeltjes tegen. Nu heeft het weer flink geregend en de judasoortjes zijn weer stevig.
Stevig is eigenlijk niet het goede woord. Als je het aanraakt voelt het een beetje als gelatine of een siliconen bakvormpje.

De judasoor is eetbaar en wordt gebruikt in oosterse keukens. Die van ons laat ik lekker aan de struik zitten. Het is een parasitaire plant die meestal op vlier groeit.

Plant fossielen

De werkzaamheden aan de informatieborden van het evolutiepad-in- wording in Hortus Haren vordert gestaag. Meeste foto’s en figuren zijn al bijelkaar verzameld door Roel. Van een paar hele vroege plantensoorten, die deels al zijn uitgestorven, bestaan de illustraties uit foto’s van fossielen. WE hebben zo nog niet allemaal, of niet van allemaal een supergoed foto. Ik help Roel, ecoloog, die het leeuwendeel van schrijf en verzamelwerk doet, met het zoeken naar de laatste plaatjes. Onder andere door een afspraak te maken bij het depot van het universiteitsmuseum, met Jan Waling Huisman. Jn Waling had eigenlijk al vakantie, maar was bereid even terug te komen om Roel en mij vrijdagmiddag een eerste blik te gunnen.

Snoepwinkel

Zo’n depot is echt een snoepwinkel als je van oude spulletjes houdt. We zijn er maar kort geweest, en Jan Waling had rij 36b van de rijdende archief kasten open gezet. Hier lagen ongeveer 60 dozen met fossielen van planten. Afkomstig van het vroegere botanische lab; eerst in de rozenstraat in centrum Groningen, bij de oude Hortus; toen verhuisd naar het biologisch centrum in Haren. Roel, vertelde dat toen hij hier biologie studeerde, de fossielen in mooie houten ladekasten in het biologisch centrum stonden. Die laden raakten langzaam leger (destijds publiek toegankelijk). Toen de biologische faculteit is gesloten zijn de fossielen in kartonnen dozen gegaan en naar het depot. De kasten zijn verdwenen en helaas is er geen goede inventarisatie van wat er is aan fossielen en welke informatie erbij hoort.

Jan Waling liet ons een paar dozen zien, en we werden helemaal enthousiast. Roel herkende er al een paar waar hij naar op zoek was; ikzelf herken het vooral als ‘een varentje’, of ‘een blaadje’ . Als een soort lopende band hebben we met zijn drieën alle 60 dozen even van de plank gehaald, geopend, gefotografeerd, gesloten en weer op de plank terug gezet. Half uurtje. Hiermee kan Roel thuis kijken van welke fossielen hij – begin volgend jaar- nog meer/ betere foto kan maken. Dan is het goed nog een extra lamp mee te nemen.

Iemand geïnteresseerd in geologie, die dat een mooie klus lijkt ?

Proeflopen Vogelwandeling

Edda, Els en Hiltje zijn de ‘nestkastjesvrijwilliger’ in Hortus botanicus Haren: voor de winter schoonmaken en controleren van de kastjes en vanaf het voorjaar door het broedseizoen heen monitoren of en waar en hoe er gebroed wordt. Zij vonden het leuk om mee te werken aan een folder voor een themawandeling over vogels. De folder is nu in concept klaar, opgemaakt door onze vaste vormgever Harry, (ook vrijwilliger). Met een kaart met ‘stippen’, een aantal mooie foto’s van Frans en een korte beschrijving, meestal bij een nestkastje of een bankje, per stopplaats. “Vraag me af of mensen de kastjes wel kunnen vinden”, mailt Edda. “Misschien eens uitproberen met proefwandelaars.“, oppert ze.

Goed plan. Bij de balie in de Hortus liggen voor vrijwilligers , maar ook voor bezoekers een aantal clipboards met de folder en een waarneemformulier klaar. In de maand december kun je de route uitproberen. Aangeven welke plekken je kunt vinden, wat duidelijk is, hoe lang je over de wandeling doet. We hebben al goede feedback gekregen: bv. geef aan op de kaart waar de wandeling begint (entreegebouw en horecagelegenheid markeren).

Zelf uitproberen
Vrijdag was ik in de Hortus en besloot zelf ook de route te lopen. Clipboard onder de arm, handschoenen aan (koude wind) en op weg. Begon al mooi met een Groene Specht die in de Hondsrugtuin zat. Nummer 1, 2 en 3 (pleintje met bankjes) kon ik prima vinden. Toen werd het lastig.

Punt 2 van de wandeling, nestkast voor een pimpelmees.

Waar is nestkast punt 4?
Ik stond bij de plek op de kaart, op een heel smal paadje, rechts van me blauw paaltje met nummer 52, links een enorme thuja. Omhoog kijkend, in de takken, zocht ik tevergeefs naar een kastje. Terwijl ik een halve stap opzij zette om beter te kunnen kijken, gleed mijn voet weg.

Paniek!
Naast het paadje loopt een greppel die nu vol met water staat. Ik zag al een nat pak voor me, languit in de greppel. Terugstappen lukte niet meer, ik begon al om te vallen met clipboard in ene hand, pen in de andere. Met een ‘elegante’ sprong lukte het me om over de greppel heen te springen. Op handen en voeten stond ik uit te hijgen aan de overkant. Voeten maar een klein beetje in het water. Handig dat ik mijn bergschoenen aan had. Snel keek ik om me heen: was er iemand die mijn capriolen gezien had? Volgens mij niet. Met de licht vochtige kaart in de hand verder gelopen. Geen nummer 4. Ook nummer 5 bleek lastig: er moest een spechtenhol te zien zijn, maar welke boom wordt bedoeld? Er staan overal bomen om me heen. …

Bankje
Punt 7, bij het gele bankje, is een mooie plek om te gaan zitten en luisteren en kijken. Het is een metalen bankje dus een tikje koud aan de billen. Met een lange jas ook op een koude grijze dag als vandaag prima te doen. Merels en mezen, spechtenhol gevonden (waar spreeuwen in gebroed hebben), er ritselt van alles.

Herkansing punt nummer 4
Toch nog terug gegaan naar punt nummer 4. Ik moest die nestkast toch kunnen vinden! Nu kwam ik van de andere kant, over een iets breder pad, en ja hoor. Daar zag ik de -nog nieuwe- driehoekige boomkleverkast hangen, aan de achterkant van de enorme Thuja Standishii. Het nummer kun je niet zien van de zijkant. Weer even de bocht om naar de plek waar ik bijna te water ging. Ja, ook van die kant te zien, zie foto.

Het nieuwe driehoekige nestkastje aan de linkerstam van de grote conifeer.