Soms zie je iets, in een boom , of struik, of wolk. Een figuur of een gezicht. En dan kun je het niet meer ‘ont-zien’.
Deze foto is van onze achtertuin, met de hazelaar als gele bol in het midden , voor de bomenrij op de erfgrens. Een deel van de bomen al wat kaler, vooral de berken. Behalve die ene die begroeid is met klimop. Iedere keer als ik dit zie, steek ik mijn arm hand in de lucht en zwaai.
Blad valt, grassen kleuren. Klimop vol bessen. Zachtjes zakt de tuin naar de winterstand.
Af en toe nog een klein klusje. Blad van pad vegen, bloempotten die her en der staan verzamelen, bamboestokken die gebruikt waren om planten omhoog te houden opruimen. Mijmerend rondkuieren. Een grotere klus voor deze winter (ga ik Gert voor vragen) is het renoveren van de compostbakken. Als je goed kijkt zie je dat aan de lange kant links achter delen van een plank ontbreken. De palen zijn na bijna 15 jaar ook wat wiebelig geworden…
Heel even blijft ie nog staan, de tuinvaas, aan de rand van het terras. In de herfst wordt ie steeds gevuld met bloemen, takken, snoeisel uit de tuin. Nu met mooie botteltjes, een verdwaalde persicaria en kleine kaardebol zaaddozen. Omdat we steeds minder (stil) zitten op het terras, er komt ook niet veel zon meer, is de kans groot dat ik de vaas vergeet. Risico omdat de vaas niet ‘winterhard’ is. Dus een knoop in mijn zakdoek om niet te vergeten de vaas binnenkort leeg te gooien en droog binnen te zetten.
Het gaat langzamerhand kouder worden en soms al (licht) vriezen ’s avonds. Mooi om weer wat vetblokken en pinda’s voor de vogels in de tuin in te slaan. En de hoogste tijd om ook de (rest van) de nestkasten in de tuin schoon te maken. Met de keukentrap de tuin in. Bij de allereerste kast, eentje van houtbeton, even een schrikmoment. Het is een kastje waar de hele voorkant makkelijk uit kan. In een nestkastje kan natuurlijk een verlaten nest, mislukt legsel of mummie van een kuikentje liggen. Waar ik niet op gerekend had was dat er een nog kakelvers er uit zien koolmeesje in zou liggen, pootjes in de lucht. Verder woonden er verschillende naaktslakken en een kudde pissebedden in het kastje. In de andere kasten ook geen broedsel geweest. De enige kast met succesvolle bewoning dit jaar is het elk jaar bewoonde kastje (pimpelmezen) aan de achterkant van de verre schuur. Ik heb nu een van ‘ongebruikte’ nestkastjes naar die zelfde muur verplaatsen.
De drie nestkasten van houtbeton hangen nu voor het derde jaar in de tuin, of misschien wel vierde. En ze zijn nog als broedplek gebruikt. Ligt het aan de kastjes of aan de plek.
Afgelopen week hadden we ’s morgens een paar ochtenden mist. Donderdag bij het opendoen van de gordijnen van de slaapkamer zagen we deze fraaie druppeltjes in de spinnenwebben. DE spinnen waren schuilen. Met de camera van de telefoon wel lastig scherpstellen op het web. Volgende keer de grote camera erbij halen, denk ik.
De felgekleurde besjes van de kardinaalsmuts. De bladeren van de boom zijn nog groen, maar zullen binnenkort mooi geel kleuren, voor ze afvallen.
Uit een ooghoek zag ik opeens een aardbei, en nog een bloemetje. Als ik de grootste aardbei binnenhaal, en in de vensterbank leg wordt die misschien nog wel rood.
De klokjespersicaria bloeit volop in babymuisjes-roze. De stengels worden steeds langer en de plant begint uit te zakken. Een flinke vorst erover en ze is weg. Voor dit jaar. Maar nu nog even niet.
Als je in deze tijd van het jaar door een park of stad wandelt kun je allerlei fraaie herfstkleuren zien. De knalrode kleuren van de amberboom, of het onwaarschijnlijk geel van de ginkgo’s. De kleine ginkgo bij ons in de tuin is al in vol ornaat. Een bescheiden tapijt van gele blaadjes ligt rondom het boompje op de grond. De ginkgo’s in Hortus Haren (foto V, van eergisteren) zijn nog niet op hun ‘geelst’ en hebben het meeste blad nog vast.
Wat te denken van de 1400 jaar oude ginkgo in China die elk jaar in november duizenden bezoekers trekt om het mooie moment te zien dat de boom, op het terrein van een boeddhistische tempel, omringd is door een geel bladertapijt. Bijna elk jaar verschijnen daar in de pers weer mooie plaatjes van.
Eervolle vermelding: de gingko in Hortus Leiden is deze week gekozen tot boom van het jaar2024 in Nederland en mag meedingen naar de titel Europese boom van het jaar. In Leiden is het kassencomplex rond de ginkgo gebouwd.
Zaterdag ochtend ging ik de krant uit de brievenbus halen en uit een ooghoek zag ik de krant bewegen. Nou ja, iets dat op de krant zat. Onwillekeurig maakte ik een schrikbeweging en liet de krant bijna vallen. Wat had daar nou bewogen?
Ik keek op het grindpad waar ‘iets’ was gevallen. Eerst niets te zien , maar toen zag ik hem (of haar?) zitten. Een forse spin, hieronder nog iets verder uitvergroot. Het is de valse wolfspin of zoropsis spinimana. Een soort uit Zuid Europa die pas in 2007 in Nederland is gezien, toen nog heel sporadisch, nu op meer en meer plekken. Het is niet helemaal zeker of ze nu langzaam (bv door warmere winters) naar het noorden zijn. getrokken, of meegekomen zijn met plant materiaal e.d. uit Zuid Europa. Het is een actief jagende spin, meestal zie je ze niet want ze jagen ’s nachts. Deze spin had na een actieve nacht (het is nog gek warm, ook ’s nachts nog 14 graden) een lekker donker plekje in de brievenbus opgezocht om te slapen. Voordat ze door mij daar werd verstoord.
Nu de zon steeds lager komt te staan is er ook in de middag minder zon in de achtertuin. Die begint in de schaduw van ons eigen huis te raken. In deze tijd van het jaar zoek ik dan ook regelmatig klusjes in de voortuin uit. Kan ik me koesteren in de zonnestralen, aldaar. Zo komt het dat ik afgelopen weken aantal ernstig ‘be-kweekgras- te stukjes in de voortuin heb aangepakt. Veel werk, grote bult kweekgraswortel, paar opgegraven krokusbolletjes . Na plukken, harken, nog een keer harken en restjes verwijderen had ik opeens een paar vierkante meter kaal. Dat gebeurt niet vaak bij ons in de tuin!
Mooie gelegenheid om een aantal van de planten, die ik in de loop van het jaar heb opgepot, een plekje in de volle grond te geven. Met wat bollen ertussen. En zo wordt de plantentafel leger en leger. Mooi.
Per dag zie je meer rood, geel, oranje en bruin. In de natuur en in de tuin. Met een vleugje zon erbij nog intenser. De sedum donker roze, het blad van de darmera peildata, nog groen bij de nerven, en steeds dieper rood er tussen in. En bijna als een glas in lood raam, zo helder rood, het Japanse bloedgras waar de zon doorheen schijnt.
In de nacht van 10 oktober overgaand in 11 oktober werd alle kleur in de tuin overtroffen door een spektakel van poollicht. Zo mooi hebben we het nog niet eerder gezien. Met de camera van de telefoon, opname van een paar seconde, gemaakt om 22:54 uur. Ook voor het blote oog een duidelijke rode gloed boven het huis, maar met de camera helemaal spectaculair.
Grappig was dat er op dat moment een voorbijganger aan de over kant liep, hondje uitlaten en op de telefoon kijkend. Ik rende naar hem toe, tikte hem op de schouder en zei dat ie omhoog moest kijken. Helemaal impressed. Zou hem anders niet opgevallen zijn. Nu heeft ie ook zo’n mooie foto op zijn telefoon.