Olijke pimpel

Dan komt het mooi uit dat ze in heel veel tuinen te vinden zijn.
In deze tijd van het jaar goed te zien.
Zeker als je een beetje bijvoert in de buurt van je huis, zodat je vanaf de bank kunt meegenieten.
Vanmorgen snel weer een vetbol opgehangen.

Hoe zat het ook meer met de overeenkomsten en verschillen tussen de pimpelmees en de koolmees. Via deze link zie en hoor je de verschillen. En dan morgen buiten luisteren.

Woon je in een omgeving waar het niet lukt, hier nog een link naar een pimpelmees-filmpje met allerlei weetjes. Om vrolijk van te worden.

Rijp op ruwe bladeren

Combinatie van heldere nacht (afkoeling), beetje mist, paar graden onder nul. En er verschijnen weer allerlei rijmkristalletjes. Vooral bladeren met haartjes of punten doen het goed. Of een suikerachtig randje langs de bladrand.

Een kleine college rijpfoto’s van vanmorgen. Op plekken die de hele dag in de schaduw lagen, bleef het wittig. Ook het ijslaagje op de vijvers in het schaduwdeel zijn er nog, aan het eind van de dag. Inmiddels is het weer donker. En helder: mooie maansikkel met knalheldere planeten Venus, Jupiter en oranje Mars. en helder. Dus morgen misschien nog wat meer ‘rijpen’.

Achter in de tuin nog veel schaduw, maar langzaam komt de zon weer hoger, boven het huis uit. Dan vallen de zonnestralen ook weer op de schaduwdelen van de tuin. Totdat later in de lente de bomen en struiken weer volop in t blad zitten. Dan is de periode van de zomerschaduw.

Hazelaar

Op sommige plekken zijn de hazelaarkatjes al open, staan ze in bloei. Net als de vrouwelijke rode bloempjes die al bloeien. Wel goed kijken, want de rode bloempjes staan op een plek waar je ze niet verwacht en zijn heel klein, je kijkt er makkelijk overheen.

Bij ons in de tuin, wat beschut, nog niet. Altijd wat later dan de vroege hazelaars. Hangt af van standplaats, hoeveelheid zon, denk ik. Deze foto’s nam ik zaterdag in de Hortus. En ik kon weer iemand wijzen op de rode bloempjes, grote verrassing, net zoals bij mij een aantal jaar geleden. Maar als je ze eenmaal gezien hebt ….. dan vergeet je het niet meer.

Tuinvogeltelling-wandeling

Hebben jullie meegeteld?
Met de nationale tuinvogeltelling.
Jaarlijks georganiseerd door de Vogelbescherming.

Wij deden zelfs een paar keer mee, dit jaar.
Op zaterdag liep ik mee met vogeldeskundigen Christiaan, Tjerk en Nynke. Als voorbereiding op en inspiratie voor de nationale soortentellingen organiseert Hortus botanicus Haren in 2025 in het weekend van een soortentelling ook een wandeling. Op 25 januari de eerste: de tuinvogeltelling-wandeling. Met ongeveer 15 geïnteresseerden, veelal voorzien van verrekijker, gingen we op stap. Wendy had voor de liefhebbers een vogeltelformulier geregeld, dus er kon gekeken én geteld worden.
“Vogels kijken is vogels horen“, aldus Christiaan, die al vanaf dat hij een klein jongetje was een beetje vogelgek is; hij heeft er ook zijn werk van heeft gemaakt en is onderzoeker bij de Rijksuniversiteit Groningen, o.a. onderzoek met koolmezen.

Groene Specht!“, dat was de eerste die we luid en duidelijk hoorden, we waren pas een meter of 10 onderweg. Heel veel gingen we af op geluid. “Staartmezen“, riep Christiaan en we zagen er 5; “Putters, daar, hoog in de els” en we zagen er 10. “Een lijsterachtige. Even kijken… Ah Kramsvogels” en we zagen er 11. Wel gehoord, maar niet gezien: de kuifmees. We stonden met de hele groep te turen in een grote conifeer in de Laarmantuin. Daar kwam het kuifmezen-geluid uit, maar we hebben hem niet gezien. Zo leuk die kuifmezen. Ik ga komende week nog een keer luisteren (even oefenen op het geluid en deze keer ook eigen verrekijker mee). Moet toch een keer lukken, de kuifmees staat hoog op mijn vogel-spot-verlanglijst.
Tip van Tjerk : “Kijk in de ochtend, vlak nadat de vogels wakker zijn, dan hebben ze honger. Een mooie tijd is half 10“. Tip van Nynke: “Zorg ervoor dat je tuin divers is: in de hoogte én in de breedte en in aantal verschillende soorten planten. Zo veel mogelijk inheems“. Tjerk en Nynke zijn al jarenlang lid van de Vogelbescherming, zeer actief als vrijwilliger in de Hortus, hebben een achtertuin met louter inheemse planten tbv biodiversiteit.

Op zondag hebben we thuis geteld. Drie tellingen, de eerste om half 10, de tweede om half 11. De bedoeling was om nog een derde telling te dien, begin van de middag. En dan buiten, met naast een verrekijker ook de Birdnet app. Hiermee kun je ter plekke geluidsopnamen maken en dan een stukje opname selecteren en laten analyseren welke vogel het is. Er staat bij of het zeker, vrijwel zeker is, en soms staat er bij (hoogst) onzeker. om te helpen met het bepalen van de vogelsoort).
Die laatste telling is er niet meer van gekomen. Het was mooi weer, zonnig, we gingen uit wandelen, en waren na een rondje van 17 km om 16:00 uur weer thuis. Toen waren er al verschillende vogels die het wel gezien hadden voor vandaag en de zadensilo was leeg (morgen weer gevuld).

Onze oogst vandaag, 10:30-11:00

Niet tijdens de telling wel vaak ook in de tuin: gaai, tortel, heggenmus.
Niet te zien vanuit huis: boomklever, boomkruiper, zitten er wel vaak.

Flock

Een vaste gast in verschillende blogs: Flock de buurpoes.

Wij waren de vaste oppassers van Flock, en als de buren op vakantie waren, maar anders ook, was hij vaak te vinden bij ons in de tuin. Op de picknick tafel. Op het grasveld. Op het bruggetje over de vijver.

Als het regende: op ons overdekte terras, waar hij zijn eigen stoel had.
Of als het wat kouders was, en wij de serredeur op een kiertje open lieten, op zijn eigen rode krukje.
We hadden er een gewoonte van gemaakt de kussentjes van de tuinstoelen recht overeind te zetten als we opstonden. Steevast werden ze anders ingenomen door Flock. Donkergrijze kussentjes, en als Flock erop had gezeten: vol witte haren.

Flock was een van de verdachten in onze ‘Who dunnit’: de grindpoeper in 2017. Nu ik de blogs nog een nakijk , zie ik dat de ontknoping van de Who Dunnit niet helemaal compleet is. LINK. Flock was wel degelijk 1 van de ‘mededaders’. Ook hem betrapten we op heterdaad. Inmiddels is het grind niet meer zo los , al een beetjes de grond ingezakt. Van grindpoepers hebben we nauwelijks meer last.

Af en toe liep Flock mee naar binnen, als we de tussendeur vergaten te sluiten.
En dan wandelde hij de keuken (oliefles naast het fornuis favoriet), of in een boekenkast.

Nu niet meer, 15 jaar was ie.
Laatste rustplekje achter in zijn eigen tuin.

Komende week: tellen maar

Koment weekend is weer de nationale tuinvogeltelling: op 24, 25 en 26 januari 2025 kun je meedoen.
Op de website van de vogelbescherming vind je tips en trucs. Hoe te tellen, een vogelherkenningskaart en allerlei adviezen. Leuk om thuis te doen, of met de klas. Het helpt als je de vogels voert, met pindacakes of vetbollen (let op dat je goede kwaliteit koopt).

En misschien is er in de buurt wel een rondleiding waar je met een kenner mee kunt gaan om te leren wat goede momenten en goede plekjes zijn om de vogels te zie en te herkennen. Wist je dat roodborstjes en winterkoninkjes allebei vaak laag in het struikgewas zitten. Andere vogels juist hoger in bomen.

Woon je in de buurt van Haren dan kun je mee met de vogelwandeling in de Hortus botanicus Haren. Op zaterdag 25 januari van 11-12 uur door Christiaan Both van de Rijksuniversiteit Groningen.

Jelena

Deze toverhazelaar heet hamamelis x intermedia ‘Jelena’. In 1937 gekweekt in Arboretum Kalmthout in Vlaanderen, en genoemd naar Jelena de Belder. Jaren terug heb ik een exemplaar van deze kleine boom / grote struik in de voortuin geplant. Dat is niet goed afgelopen voor onze Jelena. Ze stond eerst in een soort kuil, kletsnat in de winter, en na twee -drie jaar vielen de bladeren al af voordat ze mooie herfstkleuren hadden. In een poging haar te redden, zette ik haar op ‘een heuveltje’. Mocht niet meer baten. Of omdat ze al aangetast was (bij afknippen takken zag ik dat er bruine vlekken in het hout zaten), of omdat ik het in de winter deed, toen de struik werkelijk in een plas water stond. Later las ik op internet: De toverhazelaar geeft de voorkeur aan vochtige, maar geen natte, en goed doorlatende grond. Als de grond regelmatig te nat is, raakt vooral jonge aanplant gemakkelijk besmet met wortelrot (fytoftora). Dit betekent vaak het einde van de struiken.

Deze fraaie exemplaren fotografeerde ik van de week bij het lokale tuincentrum.

Gloepens Glad

Op zaterdag 11 januari gold tot 9 uur ’s morgens code oranje in het noorden van ons land. Vanwege gladheid. Nou dat was een beetje onderschat door het KNMI. Normaliter ga ik om acht uur ‘morgens boodschappen doen, deze zaterdag even gewacht tot later op de ochtend. Om 11 uur op pad: zonneschijn. Maar toch was het op heel veel plekke nog erg glad. Bij het kleine winkelcentrum waar ik naar toe ga, neem ik altijd de trap aan de noordzijde. Dat kon nu niet: de treden lopen een klein beetje schuin af, en elke keer als ik heel voorzichtig een voet op een trede zette, gleed ik weer naar beneden. Met een omtrekkende beweging naar de zuidkant van het winkelcentrum en naar kon ik wel naar binnen.

Ook Erik, de eekhoorn moest wachten voor hij zijn ontbijt kreeg. Eerder was het te glad in de achtertuin. Deze foto’s zijn van eind van de ochtend, het bekermos (een korstmos) groeit in de spleten tussen de planken van de brug over de vijver. Daar ligt gelukkig een laag gaas als looppad overheen gespijkerd. Maar dan nog is het zaak om heel voorzichtig te lopen. Aan de foto’s hieronder zie je de gladheid van de ijzel!

Afgelopen week waren hier in het noorden al ontzettend veel glijpartijen en mensen die onderuit gegaan waren. Lange wachttijden in de ziekenhuizen. Dorpsgenoot en mede-koorlid Anneke viel en brak haar heup vrijdag. Pas zaterdagavond kon ze geopereerd worden. Gelukkig morgen weer naar huis.

Een ander slachtoffer van het ijs was deze onfortuinlijke rups. Hij zat vastgevroren in het dunne laagje ijs op de kleine vijver. Ik heb hem voorzichtig laten ontdooien, en in een bloempotje gelegd met wat afgevallen blaadjes erover heen. Gaat hem niet meer worden ben ik bang.

Streektuinen

Vanmorgen in Vroege vogels een item over iemand die in zijn tuin een paar sleedoorns had gezet, en pardoes ook al in het eerste jaar eitjes van de sleedoornpage (kleine oranjebruine vlinder) terugvond. Het is een zeldzame vlinder die maar op een paar plekken in ons land voor. Zie de kaart hieronder. Vooral in midden/ oostelijke helft van ons land en in Zuid Limburg. Niet in Groningen zo te zien…

Er werd verwezen naar Streektuinen.nl. Daar wordt opgeroepen om een of meer (of zoveel mogelijk) lokale en regionale inheemse planten in je tuin te zetten. Zo worden al die tuinen stapstenen voor de biodiversiteit in de buurt. Je kunt je aanmelden voor de nieuwsbrief.
Jasper Helmantel van de Cruydthoeck heeft voor een aantal streken/ landschapssoorten in Nederland een passend zedenmengsel gemaakt. Voor als je nog een plekje overhebt in de tuin. Ook is te vinden welke struiken en bomen in jouw streek mooie stapstenen vormen.

Wij wonen op de Hondsrug , vrijwel tegen Drenthe aan. Dat hoort bij de streek: Drents Plateau en Friese Wouden met als kernplanten: heggenroos, laurierwilg, viltroos, schijnviltroos, behaarde struweelroos, kale struweelroos, wilde lijsterbes, sporkehout, eenstijlige meidoorn, tweestijlige meidoorn, wilde hazelaar, Gelderse roos, wilde kardinaalsmuts, zwarte bes, wilde appel, els, es.

De cursief weergegeven planten hebben we al in de tuin. Ik zie dat er maar liefst 6 wilde rozen uit deze streek zijn die in onze tuin een plekje zouden kunnen krijgen (we hebben wel de egelantier en de rosa multiflora, die zijn komen aanwaaien). En sporkehout: voor de mooie naam en omdat het een goede waardplant is voor verschillende vlinders, als citroenvlinder, het groentje (!) en het boomblauwtje.