Wat zijn de beste planten voor insecten?
Inheems of niet, maakt minder uit. Veel goede inheemse (wilde) planten voor insecten hebben ook een exotische tegenhanger die het prima doet.
In ieder geval gaat het om planten met veel veel nectar en of stuifmeel, planten met open bloemen, en zo veel mogelijk opeenvolgend bloeiend, zodat er een lang bloei seizoen is.
Hieronder een aardig lijstje. Met een tevreden grijns, zie ik dat we er aardig wat van in de tuin hebben staan. Op dit moment, half oktober is de de bloeiende klimop (hedera) de grootste insectenmagneet.
Categorie: Tuin
Beter laat …
Als ik de groenteschillen naar de composthoop achter ind e tuin breng zie ik opeens knaloranje uit mijn ooghoek. Op een plek waar dat eerder nog niet zo was. Een van de twee eerder deze zomer gezaaide goudsbloemen in gaan bloeien. Wat laat denk ik, goudsbloemen bloeien immers vooral in de zomer. Mooi onderwerp voor een blogje.
Toch nog even opzoeken wat de hoofdbloeitijd is. En dan kom ik op de ene website tegen dan de bloeitijd van juni tot oktober is. Op een andere zelfs van mei tot november. Dus zo bijzonder is het niet.
Ik heb de zaden vrij laat gezaaid. Met als voordeel dat de plant nu bloeit, terwijl veel al over de bloei heen is. Met als nadeel dat er grote kans is dat er geen zaden meer afrijpen voor volgend jaar. Goudsbloem is eenjarig.
Ook kom ik het volgende tegen: De goudsbloem werd vroeger als weerprofeet gezien; als de bloemen s ochtends om 7 uur nog dicht waren, ging het die dag regenen. Hmm. Fabeltje?
Bollenmand
Gister kwam buurvrouw Sieneke, tussen de buien door, aansjouwen met een enorme mand. Kadootje voor poesoppasdiensten. Een paar viooltjes bovenin. En onder de grond een verrassing in de vorm van bollen. Vijf lagen maar liefst: van onder naar boven: tulpen, narcissen, hyacinten, blauwe druifjes en crocussen.
Voorlopig de mand maar even op het overdekte terras gezet, om niet kletsnat te worden. Tegen de tijd dat in het vroege voorjaar de crocussen en druiven gaan bloeien kan de mand naar een mooi plekje naast de (zij)deur.
Mooie combi: sedum-aster
Sedum ‘Herbstfreude’ heb ik al jaren in de tuin staan. Dankbare plant, makkelijk te vermeerderen en in bijna alle seizoenen mooi. Top is nu, nazomer, begin herfst. Mooi donkerrod, en al weken een feest voor bijen en vlinders. Op wat warmere dagen ruik je de honing (nectar) als je er vlak langs loopt. Dit voorjaar zette ik in de voortuin een aantal lage asters voor een flinke pol sedum. Aster ‘Lady in Blue’, speciaal voor vlinders en bijen ook. Nu staat de aster in volle bloei, is bijna even hoog als de sedum, en ze vormen samen een kleurige bol. Ik ben zeer tevreden met de combinatie, en wil die komend groeiseizoen op meer plekken laten terugkomen.
Knolletjes
Gister twee uur bezig geweest met een klein stukje in de tuin. Eerst om een pol molinia er uit te halen. Niet de goede tijd, ik weet het, maar ja , plant stond in de weg. En daarna begon ik een deel van de oranjebloeiende lage crocosmia weg te halen. Eigenlijk zou ik die wat vaker moeten uitdunnen, de knolletjes komen zo dicht op elkaar dat ze minder rijk bloeien. Dat denk ik tenminste. En uitdunnen heb ik hier al zeker 10 jaar niet gedaan. Wat is het resultaat: een klein stukje kale grond, waar ik wat blauwe druifjes (terug) gezet heb, een tuinpad dat weer zijn oorspronkelijke breedte heeft en een hele emmer vol met crocosmia knolletjes. Deels nog met een stuk groen er aan, dat sterft nog verder af. Een mooie tijd om de knolletjes te planten is maart -april, zo’n 7-8 centimeter diep. Een plek in volle zon of halfschaduw. In ieder geval niet kletsnat in de winter, dan kunnen de knolletjes verrotten. De plant komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika, dacht ik. Ik zal er een paar bewaren om op te potten, ook leuk in pot.
Honger en dorst
Laatst zag ik op Gardeners World een vrouw die een tuin had die bestond uit bijna 1500 planten in potten. Ze gaf aan dat het wel een beetje uit de hand gelopen was, maar ze was ‘erfelijk belast’. Haar moeder had vroeger een tuin met ongeveer 700 potten. De vrouw had bijna een dagtaak aan het water geven in de pottentuin.
Want dat heb je met planten in potten. Ze hebben maar een beetje grond om van te leven, dus je zult ze steeds van water en voeding moeten voorzien.
Eerder dit jaar ging ik met Jitske op bezoek bij Sjoerdtje en kwam met een paar zaailingen van een witbloeiende kaardebol thuis. Die werden eerst opgepot, om later een moiie plekje in de zon te geven in de tuin. Twee van de drie staan nog in pot, hebben afgelopen zomer af en toe slap gehangen als ik ze op een hete dag geen water gaf, en zien er nu een beetje gelig (honger!) uit. Een van de drie heb ik in juli alvast in de volle grond gezet. Was bedoeld als risico-spreiding. Ik wist niet of de slakken er mee aan de haal zouden gaan. Mocht dat zo zijn, dan had ik nog twee reserve in pot staan. De kaardebol geeft duidelijk aan dat de volle grond veel beter is. Deze rozet is stevig, donkergroen en bijna een halve meter in doorsnee. Daar gaat volgend jaar een reusachtige kaardebol uit komen!
Plaatjez 27 september
Asters als snackbar
Op een warme dag begin van de herfst, een plek een beetje beschut voor de wind en volop zon. Daar een grote bos asters. Dat was het recept voor een feest voor insecten op 23 september.
We waren rond half twee thuis van onze fietstocht en dan natuurlijk eerst een rondje door de tuin. In de border tussen ons en de buren hebben we een flinke bos herfstasters staan. Eerder dit jaar gaf ik een flink aantal stekken van deze aster aan de buren, en aan de andere kant van de lage taxus-heg staat nu minstens net zo’n dikke bos.
De vlinders blij! En andere insecten. De dagpauwogen waren ver in de meerderheid, ik kwam tot bijna 20! Maar ook een citroenvlinder, en gehakkelde aurelia’s.
In de voortuin hebben we dit jaar kleine herfstastertjes geplant, ook voor de insecten. Ze zijn een stuk lager, en meer paars dan deze hoge. Ze bloeien ook wat later, en moeten eigenlijk nog beginnen. De eerste blauwzweem zie ik al op de eerste bloemknoppen. Nog even geduld.
Vandalisme
Eerder dit jaar een geinig zeskantig bijenhotel gekocht via natuurmonumenten. Eerder deze week zag ik tot mijn schrik dat er vandalen aan de gang zijn geweest. Het huisje is half gemolesteerd, en een groot deel van de bamboebuisjes en houten blokjes lag er onder op de grond.
En ik weet ook wel wie de vandaal is geweest. Vast de grote bonte specht. Normaal komt ie niet zo dicht bij het terras, het huisje hangt op 1 meter naast het terras, maar hij heeft zijn kans schoon gezien toen we een paar dagen niet thuis waren. De dichtgemetselde gangetjes in het houten blokje zijn opengepikt, de larfjes van de metselbijtjes opgegeten. Jammer, maar dat is de natuur. De specht moet ook eten.
Eerlijk gezegd ben ik wel wat teleurgesteld door de kwaliteit van het huisje. Door de verkoop via natuurmonumenten had ik de veronderstelling dat de kwaliteit hoger zou zijn dan die van de goedkope (chinese) insectenhotels. Waar meestal te brede bamboestokjes worden gebruikt (vinden de kleine bijtjes niet fijn), en ook stokjes waar geen tussenschotje in zit aan de achterkant. Hierdoor kunnen sluipwespjes makkelijk van de achterkant in de buisjes komen en van die kant de eitjes en larfjes belagen. Maar ook voor dit huisje bleek dat de bamboe-stokjes voor een groot deel helemaal open pijpjes waren… Kwaliteit van de lijm, maar ook de constructie van de zeshoekige omkasting blijkt niet geweldig: de plankjes komen van elkaar los. In ieder geval niet specht-vandaal-bestendig.