Het Hogelaand

’t Is de lucht achter Oethoezen
’t Is ’t torentje van Spiek
’t Is de weg van Lains noar Klooster
En deur Westpolder langs de diek

’t Binnen de meulens, en de moaren
’t Binnen de kerken en de burgen
’t Is ’t laand woar ik as kind
Nog niks begreep van pien of zurgen


Dat is mien laand, mien Hogelaand

– uit t Hoogelaand van Ede Staal

Klein weekje op vakantie geweest op het hoge land, het noord westen van de provincie Groningen. De wijdsheid van de landschappen, zo mooi bezongen door Ede Staal. Rond het begin van de herfst, 19-23 september. Prachtig weer, fijn wandelen en fietsen. De hemel is hier groot, omdat je bijna overal de horizon kunt zien. En met de wierden, en op Schiermonnikoog de duinen, zitten er ook rimpels en golvingen in het land.
We hadden hier al eerder een aantal keer gewandeld als onderdeel van de Pronkjewailwandelingen. Ja, we kunnen weer bevestigen dat we het hier erg mooi vinden.

Je kunt klikken op de foto’s om de landschappen in groter formaat te zien.

  • Lauwersmeergebied, wandelen op de ballastplaat.
  • Vogelkijkhut en konikspaarden.
  • Fietsen langs de dijk en met de boot naar Schiermonnikoog.
  • Wijdse land achter de kobbeduinen en eindeloos breed strand.
  • Visje bij de Marlijn eten.
  • Wandelen naar Houwerzijl en Niekerk, in een betoverend mist landschap. Langs de Theefabriek.
  • Voor het eerst een mistboog gezien! Net als een regenboog met je rug naar de zon staan om hem te kunnen zien.

Vandalisme

Eerder dit jaar een geinig zeskantig bijenhotel gekocht via natuurmonumenten. Eerder deze week zag ik tot mijn schrik dat er vandalen aan de gang zijn geweest. Het huisje is half gemolesteerd, en een groot deel van de bamboebuisjes en houten blokjes lag er onder op de grond.

En ik weet ook wel wie de vandaal is geweest. Vast de grote bonte specht. Normaal komt ie niet zo dicht bij het terras, het huisje hangt op 1 meter naast het terras, maar hij heeft zijn kans schoon gezien toen we een paar dagen niet thuis waren. De dichtgemetselde gangetjes in het houten blokje zijn opengepikt, de larfjes van de metselbijtjes opgegeten. Jammer, maar dat is de natuur. De specht moet ook eten.

Eerlijk gezegd ben ik wel wat teleurgesteld door de kwaliteit van het huisje. Door de verkoop via natuurmonumenten had ik de veronderstelling dat de kwaliteit hoger zou zijn dan die van de goedkope (chinese) insectenhotels. Waar meestal te brede bamboestokjes worden gebruikt (vinden de kleine bijtjes niet fijn), en ook stokjes waar geen tussenschotje in zit aan de achterkant. Hierdoor kunnen sluipwespjes makkelijk van de achterkant in de buisjes komen en van die kant de eitjes en larfjes belagen. Maar ook voor dit huisje bleek dat de bamboe-stokjes voor een groot deel helemaal open pijpjes waren… Kwaliteit van de lijm, maar ook de constructie van de zeshoekige omkasting blijkt niet geweldig: de plankjes komen van elkaar los. In ieder geval niet specht-vandaal-bestendig.

Agrius convolvuli

Uit wandelen met Margreet en Hilde. Er loppt echt een paadje hoor!

Afgelopen donderdagmiddag gedrieen gewandeld. Hilde wilde het ‘geheime’ paadje wel eens zien, waar ik een paar weken geleden over blogde. Zo gezzegd zo gedaan. het pad was nu nog wat meer dichtgegroeid. Toen we weer uit de jungle kwamen op het fietspad zagen we dit vreemde groene geval.

Een groen worteltje?

Ik was al doorgelopen, toen Hilde en Margreet mij riepen om even terug te komen. Ze blokkeerden een stukje van het fietspad, voor deze grote groene rups. Ik herkende het meteen als de rups van een pijlstaart. Tja, die haak achterop is een echte ‘give away’. Ik pakte het beestje op om veilig aan de andere kant van het fietspad neer te zetten Ondertussen zocht Hilde op welke pijlstaart het was: een windepijlstaart-rups. Je hebt ze in groen, maar soms ook bruinig, tot tegen heel donker bruin aan.

De windepijlstaart is een trekvlinder uit Zuid-Europa die in jaarlijks wisselende aantallen naar Nederland komt. In 2015 was het een goed jaar voor de windepijlstaart en werden ze veel gezien. Normaal gesproken kunnen de eitjes die deze vlinders leggen bij ons niet overleven: de Nederlandse winters zijn te koud. Maar door de zachte winter hebben waarschijnlijk toch veel rupsen het overleefd. De rupsen zijn flink gegroeid en gaan binnenkort verpoppen. De vlinders die uit de pop kruipen zullen weer naar het zuiden vertrekken. De rups leeft van haagwinde of akkerwinde en wordt vaak langs fietspaden of dijken, waar wide groeit, gezien.

Buxus sculpturen

Bij ons zondagmiddagommetje door het dorp vanmiddag, viel op hoe de buxusrups dit jaar heeft huisgehouden. Zomaar een paar tuinen waar we langs liepen. Die bollen zien er nog best sculptureel uit, is nog steeds ooi als er sneeuw op ligt.

Het groene haagje is in onze eigen tuin, en lijkt best nog wel aardig. Maar dat is schijn,; als je iets dichter bij gaat kijken is ie al helemaal hol van binnen.

Drukke winkelstraat

Als je van de kant van het hoofdstation van Groningen komt en de Herestraat in loopt, kijk je een beetje omhoog. De straat loopt een tikkie omhoog de hondsrug op. Als het heel druk is zie je dan de straat vol met hoofdjes.

Dat gevoel had ik een beetje toen ik eerder deze week een zijpaadje in onze tuin inkeek. Beetje regen de dagen ervoor, en uit de houtsnippers op het paadje was een enorm aantal paddestoeltjes opgekomen. Het hele pad stond er vol mee. Je kon ‘over de koppen lopen’ , zoals in een drukke winkelstraat. Toch maar niet gedaan, even paardagen wachten tot de paddestoeltjes een beetje over zijn.

Tja, welke soort? Laten we dan maar op een ‘breeksteeltje’ gokken. Hele breekbare steeltjes.

Nog niet klaar met de paddestoelen in de snipperpaadjes. Hierboven de paddestoeltjes in het dwarspaadje achter in de tuin. Maar bij het paadje langs de coniferen en de meidoornhaag naar voren toe: een tapijt aan oranje paddestoelen. Hoedjes met diameters tot 6 cm, plaatjes zwammen. Ik zag ze ook staan langs de ligusterhaag, parallel aan de straat. Ook daar in het voorjaar de snippers van de gesnoeide wilg gestrooid.

Wie het weet mag het zeggen. Welke paddestoel.

Waternavel

Toen het de eerste helft augustus zo snikheet was, ontstond op allerlei wateren hier in de provincie Groningen een explosie van kroos. Op enig moment leek het Noord Willemskanaal een brede groen weg, helemaal dicht van het kroos. Heel sneu dat er duizenden vissen het loodje legden, er kwam geen licht meer door het kroos heen, geen zuurstof in het water, dag visjes…
Tegen het eind van de zomer , als het warm geweest is, kunnen ook weer hele ‘eilanden’ van waternavel ontstaan. Van dichtbij gezien mooi frisgroen blad. Maar helaas woekert deze exoot enorm, en verstikt complete waterwegen.

Waternavel in slootje landgoed Nienoord- Leek

Hei, Nienoord en tuin-jungle

Afgelopen weekend met vrienden op pad geweest. Zaterdag naar de Gasterense Duinen en Balloerveld. Een mooie wandelroute door een heel wisselend landschap. Langs beken, door bossen, mooie wolkenluchten, een dikke stortbui, pannenkoeken eten voor lunch, heel veel paddestoelen, heide velden. Het allerpaarste van de hei is net voorbij, blijft mooi.

Balloerveld

Vandaag was ook vrij wisselvallig weer voorspeld, we besloten naar een plek te gaan waar we relatief makkelijk ergens onderdak zouden kunnen vinden; niet op de grote stille hei dus. Dat werd landgoed Nienoord in Leek. Eerst een stukje naar het kerkje van Midwolde, toen een blauwe paaltjes-route over het landgoed. Wel grappig, om zigzaggend over het hele terrein te lopen. Bij een van de bochtjes in het oude landhuis op het terras koffie gedronken. En ruim twee uur en een mooie wandeling later kwamen we er weer terug. Om te lunchen: Groninger mosterdsoep. Buiten op het terras, onder grote parasollen; prima om de eerste regen tegen te houden die inmiddels begon te vallen,

Tuin in park Nienoord- Leek

Na de wandelingen bij ons in de achtertuin. Ingrid, Pieter en Mirjam gaan hier op expeditie in de jungle van de tuin.

In de tuinjungle in Haren

Verre schuur vermomd

Achter in de tuin staat het stene schuurtje, bakstenen, onderste halve meter gewoon oranje, daarboven de bakstenen witgeschilderd. Dakpannendakje, leuk knus ‘huisje’.
Aan de voet van de schuur heb ik jaren geleden een paar kleinbladige bonte klimopjes neer gezet, die voorzichtig tegen de schuur begonnen aan te klimmen. Jaar na jaar een beetje hoger. Inmiddels hebben ze de dakrand bereikt, en sinds een jaar of 2 bloemen en later in het jaar bessen.
Ik knip ieder jaar de klimopslierten rond de ramen weg, maar als ik het zo bekijk, dan mag er wel wat meer gesnoeid worden. De schuur verdwijnt langzaam uit beeld.

Zo ziet de schuur er van binnen uit. perfecte plek om alle tuinpotjes enzo neer te zetten.