Santolina’s staan bij ons in de tuin, doen het goed op droge, zonnige plekken. In ieder geval moeten ze droog staan in de winter, geen natte voeten. Ik kende eigenlijk alleen de zilvergrijze vorm. Heb bossen van het snoeisel nog steeds in de serre staan, deels in water, nog steeds, eens kijken of daar ooit worteltjes aan zijn gekomen. Deels gedroogd, die zou ik kunnen verkruimelen en in kleine geurzakjes doen. Net zoals met lavendel, voor tussen de kleren. Iets ander luchtje, dat wel.
Groene Santolina
Er is ook een groene vorm en daar heb ik vorig jaar een stekje van meegenomen uit Engeland. In een plastic zakje, een klein takje van een groene santolina. Nu weet ik weer uit welke tuin, Timbers Garden. De bloemetjes zijn iets lichter geel dan bij onze grijze variant. IN zulke bossen op de foto vind ik ze veel mooier bloeien dan de grijze, daar knip ik vaak de bloemen uit. Het stekje thuis in klein potje gezet, en het staat nu nog buiten, op het overdekte terras (geen natte voeten), onder de schaduw van de kuip-olijf. Benieuwd of ik zulke mooie bossen kan opkweken zoals in de Engelse tuin.
Dinsdagmiddag, zon, een ommetje. Langs de bijenkasten van Doeke in de tuin van Groninger Landschap. Zouden ze vliegen op 8 januari? Voorzichtig van dichtbij bekijken. Ja, vanuit een gaatje vlak onder de deksel. Even met het oor tegen een van de kasten. Wat een activiteit daarbinnen!
Voor de bijen is het goed als het weer wat kouder wordt. Er is nu nog niets voor ze te halen buiten, rondvliegen kost alleen maar energie.
Als je een foto een kwartslag of een halve slag draait ziet het er soms heel gek uit.
Deze Karthuizer op het zakje poezenknabbels ziet er heel gek uit als je het zakje op zijn kop ziet.Pimpelmees aan de rekstok?Toen ik langs deze poster liep (in Onnen) dacht ik dat het een hondje met krukken was (ahh, wat zielig). Even op het verkeerde been gezet: het hondje ruimt de hondepoep op. Paard van Pippi Langkous, in Rolde.UIt een ooghoek gezien in een steegje en meteen als paard herkend. Karton, keuken rollen, wit met zwarte stippen.
In WordPress, het programma waarmee ik de blogjes voor ’t GRoentje scgrijf kwam ik nog een concept tegen. Van afgelopen zomer, niet gepubliceerd, want nog niet af. Bleek alleen de titel te zijn. Kent: Timbers Garden. En als tekst: laatste dag.
Dat was de laatste dag van het tuinreisje zomer 2029, met Jitske. Tuinreis naar Engeland met de bus, altijd heel wat uren, zeker omdat wij dan nog helemaal terug naar Groningen moesten. Dan is er -nog in Engeland- nog een tuinbezoek ingebouwd, in Kent, niet zo ver van de ingang kanaaltunnel.
Gelukkig had ik de foto’s nog, om te helpen herinneren wat voor soort tuin het was. Timbers Garden. Ik heb er een heleboel gemaakt. Eerst even langs de tearoom, de bijzondere torentjes (Kiln, schoorstenen) net buiten de tuin. Ik herinner me de tuin, de grote halve appel en het beeldje van de zittende jongen, die vond Jitske zo mooi. Maar vooral de notengaard, door de bloementuin heen, en steil omlaag een smalle vallei in. 100 jaar oude boomgaard met notenbomen, die weer in ere hersteld is. De bloemenzee van de bloemenweiden. In mijn eentje, in de stilte van de ‘nuttery’ en de ‘wild flower meadow’. Even tijdloos. Genieten.
Klik op de foto’s voor een ‘rondleiding’ door Timbers Garden.
…. een fote maakt van het slingerpaadje over de houtwal.
Drentse heideschapen in Balloo
Donker en grijzig vandaag, wel droog. Ingrid was een nachtje komen slapen, en had wandelschoenen mee. Erop uit, naar een plekje waar je minder makkelijk met openbaar vervoer komt: het Balloerveld, bij Balloo, vlakbij Rolde, ten oosten van Assen.
We waren niet de enige die op dit idee kwamen. BIj de parkeerplaats bij de schaapskooi in Balloo stonden heel wat auto’s, en tijdens onze wandeling (de paarse route) kwamen we vooral families met kinderen en paren tegen. De kudde op het veld was wat verder van het wandelpad af vandaag, die zagen we wat meer van een afstand. Mooi wijds landschap, vast ook prachtig in de sneeuw, of juist half augustus, als de hei volop in bloei staat. In het verleden was hier van alles te doen, getuige de prehistorische grafheuvels, de middeleeuwse karrensporen die diepe groeven in de heidevelden hebben uitgesleten en de ‘celtic fields’, kleine akkertjes met aarden wallen erom heen, als een soort dambord met vakjes, terug te zien in de heidevelden. NB. Op de website van staatsbosbeheer lees ik net: ook mooi in het voorjaar als de beekranden paars en geel kleuren van orchideeen en dotterbloemen…
Ik had nog een achterstandje met het lezen van Groei & Bloei nummers, en de kerstvakantie was daar een perfecte tijd voor. In de tuin niet veel te doen, er over lezen kan lekker binnen. In het november nummer veel over herfsttuinen. Helemaal betoverd werd ik door de tuin van Hannie van Hoeve, ontworpen door Harry Pierik. Een mooie reportage (BEELDHOUWEN met planten). NB. via de website van Groei&Bloei kun je nog oude nummers kopen, ook het nummer van november 2019 waar deze rapportage in staat.
Naar zo’n plaatje kan ik eindeloos kijken.
Veel meer mooie plaatjes op de website van Harry Pierik zelf, met ook verschillende filmpjes. Hij schrijft ook mooi over zijn eigen verborgen stadstuin in Zwolle, af en toe opengesteld voor publiek. Ik heb weekend van 18/19 april alvast in mijn agenda gezet. Om zelf eens te gaan kijken.
Floron organiseerde tussen kerst en 3 januari , net als vorig jaar, een eindejaarsplantenjacht. 1 uur lang in die periode zo veel mogelijk bloeiende wilde planten tellen. Ik was nog van plan om ook een lijst in te vullen, maar dat was te laat. Vandaag (5 januari) is het rapport al verschenen. Dat is snel! In bijlage 4 van het rapport het toraal overzicht van alle planten die geteld zijn (door 750 mensen). Ruim 500 bloeiende planten! Het gaat om wilde planten, niet om gekweekte tuinplanten. In akkergebieden en steden en dorpen (iets warmer) zijn de meeste soorten geteld, in bossen het minst. In westen van Nederland gemiddeld ook meer dan in het oosten.
Vlakbij de rietkragen langs het Hoornse meer in Groningen, opeens iets wits tussen het riet: een bloeiende witte roos (30 december). Even vasthouden, wamt het was nogal winderig.
Bij deze mijn eigen lijstje, deels in eigen tuin (*), deels in de directe omgeving, binnen een paar km van huis. Planten die mij toevallig zijn opgevallen, als ik heel expliciet – ook naar bomen en grassen- zou gaan kijken, zouden er vast nog een stel bij kunnen komen..
gewoon biggenkruid (*)
teunisbloem (*)
robertskruid(*)
paardenbloem
madeliefje
kleine veldkers (*)
kleine maagdenpalm (*)
groot sneeuwklokje
straatgras (*)
duizendblad
tuinwolfsmelk
koolzaad
moederkruid
zomerfijnstraal (*)
muurfijnstraal (*)
mahonie (*)
winterjasmijn
beemdkroon
karthuizer anjer (*, had zich uitgezaaid in een pot)
komkommerkruid (*, half bevroren in december, rest van plant overleefd en nu in bloei).
Die vogeltjes in de tuin he, dat zijn zulke vreetzakjes. Ze eten ons de oren van het hoofd.
Zaden, vetblokken, pinda’s en vogelpindakaas. Niet dat het nou zo ontzettend koud is…. …. ze vinden het gewoon lekker!
Wat zal ik eerst doen, een pindaatje pikken of een vette snavel halen bij het vetblok?Ik begin gewoon bij de pinda’s. Alhoewel, dat vetblok ziet er ook wel appetijtelijk uit. Zal ik …
In het gebied waar wij wonen, op de grens van Groningen en Drenthe, laat ik elke keer weer verrassen door de mooie doorkijkjes en landschappen. DE telefoon gaat op alle wandelingen mee, inmiddels zeer handig wonderapparaat: om te zien waar we zijn, om de wandelroute op te slaan, om de dichtsbijzijnde bushalte te vinden, of een koffietent die open is, en -heel veel gebruikt- om foto’s te maken. Ja , af en toe ook bellen, maar vaker appen of mailen.
Terug naar de foto’s. Overdag een stukje wandelen, en af en toe een foto maken. ’s Avonds op de bank de foto’s dan in het groot op het computerscherm bekijken. Wow, wat een mooi landschap, als je een beetje om je heen kijkt.
De twee foto’s hierboven zijn van het oude buitenzwembad in Haren, al lang niet meer als zwembad in gebruik, en overgenomen door de natuur. Hier in het mooie licht op 31 december. Hier onder het Deurzerdiep, 5 januari.
Bij de thee vanmiddag haalde ik een tuinboek uit de kast naast me. “Gebruik de planten uit uw tuin”, van Ben Charles Harris. De bekende kruidenkenner, staat er op de binnenflap van het boek, maar ik had nog nooit van hem gehoord. Het blijkt een Amerikaan te zijn, uit new England, die vanaf ongeveer 1940 een radioprogramma over de toepassingen van kruiden had. Ook heeft ie later op lokale TV programma’s gehad. Als je op zijn naam googled kom je vooral de ongeveer 10 boeken tegen die hij heeft geschreven, waaronder bovengenoemde. Heb nog een tijd zitten zoeken of ik een foto van meneer Ben kon vinden, maar dat is niet gelukt.
Wel een link naar een interview met hem, van 23 november 1976. Amusant om naar te luisteren. De interviewer probeert Harris steeds uitspraken te ontlokken dat het gevaarlijk is om ‘in het wild’ kruiden te gaan plukken. Consequent veegt Harris die van tafel. Harris is dan (in 1976) al 37 jaar vegetarisch en fulmineert tegen de ‘american garbage’, fast food, dat ook dan al veel gegeten wordt. De hamburgers, hotdogs, slap wit brood, pickles, allemaal ‘poison’ volgens Ben Charles. En coca cola. Ook poison! De interviewer probeert nog een vraag tussen het betoog van Harris te krijgen. Wat te doen als ik hoofdpijn heb. Don’t eat! Lie down.
Uit het interview leer ik dat Harris van 1940- 1961 “curator of economic botany” was in het Worcester museum of science/natural history. En in zijn boek lees ik dat 1 van zijn zonen Irwin heet.
Dan over het boek Gebruik de planten uit uw tuin. Alfabetisch geordend, soms een halve bladzijde, soms een paar bladzijden per plant. De ene keer een wat feitelijke opsomming, de andere keer doorspekt met wat meer persoonlijke opmerkingen. Zoals bij de goudsbloem (calendula officinalis), helemaal lyrisch wordt Ben ervan.
O, goudsbloemen. Jullie nemen een voorname plaats in tussen alle tuinplanten. Jullie zijn het makkelijkst te kweken, vragen de minste aandacht jullie bloeien het langst tot de vorst invalt en jullie bieden een maximum aan nuttige toepassingen. Dat is nu wat ik beschouw als een goede, betrouwbare bewoner van een deel van mijn beperkte tuinruimte. Helaas, mijn arme veelgeplaagde vrouw “moet je die goudsbloemen nu werkelijk de hele herfst en winter op alle vensterbanken hebben staan? ” Wel, waarom zouden we ze niet het hele jaar door blijven kweken, de latijnse naam van de plant betekent tenslotte ‘kalender’.