Perenbloesem en kikkerdans

Gister, zaterdag, was het prachtig weer.
Het is half maart, en we zien de bruine kikker mannetjes, rondplonzen in de vijver. De kikkerdames zijn nog niet allemaal gearriveerd, want de mannen hangen nog wat verspreid rond. Wachtend op het grote feest. We speuren de vijver af of we de eerste klomp kikkerdril zien. Zaterdag nog niet, maar zondag ochtend (17 maart) wel. De eerste klomp. Morgen ongetwijfeld meer.

Eind van de middag schijnt de namiddag zon langs het huis en licht de eerste bloemen van de sierpeer mooi aan. Paar weken eerder dan andere jaren openen de eerste bloempjes zich. Elke bloem een nieuw kunstwerkje, een subtiel samenstel van meeldraden en stamper, omringd door delicate wit-kanten bloemblaadjes.



Viooltjes

Lunch buiten op het terras Herberg van Es, Roderesch, 10 maart

Deze vrolijke oranje viooltjes zette ik vorige week op de foto toen we van Norg naar Roden wandelden (stuk van etappe 6 en 7 Drenthepad), en halverwege van een pannenkoek genoten op het terras buiten (uit de wind en met een dekentje over de benen).

En nu, naast me op de bank ligt het lentenummer van het tuintijdschrift ‘Onze Eigen Tuin’. Met op de voorpagina viooltjes in binnenin een uitgebreid artikel van Brian Kabbes.

Ze mogen dan klein zijn, onopvallend zijn viooltjes beslist niet. Hun bloemen stemmen vrolijk , hun pretentieloze karakter maakt ze tot geliefde tuinplanten.

Violen in allerlei kleuren. Maar wat hun kleur ook is, aldus Brian, alle viooltjes hebben een contrasterend geel oogje.Als ik naar de plaatjes in het artikel kijk (zeer lezenswaardig en met humor geschreven), lijken de oranje viooltjes wel op de Viola cornuta ‘Chantreyland’.


Kegels assorti

Vanmorgen bij de koffie keken we elkaar aan. Zullen we nog een stukje van het Drenthepad gaan wandelen? Ja, doen we. Brood smeren, rugzakje inpakken, schoenen aan en bus uitzoeken. Van Zuidlaren naar Gieten deze keer. Drenthepad etappe 10, ruim 18 km. Langs fraaie Drentse landschappen, hunebedden, heideschapen in het bos, glooiingen in het landschap, veel bos, van allerlei soort. Ook deze keer weer mooie , soms heel smalle, bospaadjes. Alleen in het begin nog her en der mountainbikers daarna hadden we het bos bijna voor ons alleen. Halverwege in Anloo, precies lunchtijd. Kwam mooi uit: kopje snert in restaurant Koningsherberg. Daar kwamen we -toeval!- twee bekenden tegen, Tjerk en Nynke, die rondje Anloo wandelden.

Vanuit Anloo wandelden we langs het pinetum, en ook nog een paar zigzagjes er door heen. De enorme rhododendronstruiken stonden nog niet in bloei, over een paar weken vast mooi. Een fraaie collectie met ook veel heel breed uitgroeiende jeneverbessen, wel 4 x 5 meter breed, en maar een halve meter hoog. Dat is nog eens een bodembedekker. Vanuit de verte zag ik een kleine conifeer die ik uit de Hortus ken: de wollemia. Hier staat ie al een paar jaar in de volle grond, wel heel beschut door grote bomen en struiken. In de Hortus staat ie in een kuip, en op dit moment nog binnen in de publiekskas. We namen een paar dennenappeltjes mee. Eens kijken wat Erik, onze eekhoorn, daarmee kan. Allerlei vormen kegels en appels, kan je best een verzameling van beginnen. Dan is het een goed plan ze eerst wel goed te drogen. Deze kegels hadden we van de grond opgeraapt, vochtig. Toen ik ze in een bakje op het aanrecht in de bijkeuken had liggen, kwamen er nog allerlei gedierte uit: pissebedden, kleine kriebelbeestjes. Die wandelen nu in onze tuin.

Planten met dierennamen

Via Marian kwam ik bij Alies Meerman terecht die ruim 10 jaar geleden tekeningen maakte voor een kleurboek dat in de Hortus Haren verkocht werd, uitgebracht door Vrienden van de Hortus. In het -allang uitverkochte- kleurboek stonden tekeningen van planten met een dier in hun naam. Afgelopen week contact gezocht met Alies en zij vond het prima (“ik houd van de Hortus”) dat we de tekeningen nog een keer gebruiken voor een heruitgave van het kleurboek of de losse tekeningen. Ik heb inmiddels de tekeningen gekregen. Hieronder eentje, nog niet ingekleurd.

Welke plant is hieronder afgebeeld?

Serre – lente

De een na laatste grote pol prachtriet (siergras) is gekortwiekt. Nu staat er nog 1 in de voortuin. Het grasveld is een hobbelig knollenveldje, dat zullen we binnenkort een keer maaien, en dan straks richting mei, weer niet. Of misschien al eerder stoppen met maaien, de natuur is zo vroeg dit jaar.

Voor de plantenmarkt half maart heb ik voor de kraam van de wildeplantentuinkring van IVN al vast wat planten opgepot. Buurman Reint was zo aardig/hulpvaardig om even met de auto met mij naar het tuincentrum te gaan om nieuwe potgrond te kopen. Langzamerhand komen er meer soorten turfvrije potgrond. In Gardeners’ World op de BBC spreekt presentator Monty Don al jaren over ‘peat free compost’. Opgepot: glanzende ooievaarsbekken en vaste teunisbloem, oenothera fruticosa. De laatste is geen inheemse wilde plant, komt uit het oosten van de VS.
Verder begonnen met de herfstframbozen bij de grond af te snoeien (instructie Monty Don; Jobs for the weekend).

Ondertussen was Eddy aan de gang met het de buitenkant van de serre. Eerst met borstel en emmertje, later met de hogedrukspuit van zelfde buurman Reint. Dat was een enorme klus en regelmatig zag ik een wolk van minidruppeltjes langskomen, terwijl ik op het tuinbakje planten zat op te potten. Zie onderste foto tussen de spijlen van het hek door. De serre was aan een kant een stuk schoner, Eddy liep met doorweekte schoenen (die staan nu in het drooghok te drogen) en natte broekspijpen rond.

Begin is er! Lente!
Gevierd met eerste glaasje witte wijn van het seizoen.
Binnen, dat wel. Buiten was het met 12 graden en wind nog iets te koud om stil te zitten.


Sprokkeluurtjes

Als we na een stukje fietsen of wandelen weer een beetje op tijd terugzijn, dan wil ik na een kopje thee wel weer even naar buiten. Zaterdag waren we tegen drie uur weer thuis. Prima de gelegenheid om nog even een tuinuurtje mee te pikken.

In deze tijd van het jaar geeft dat veel voldoening, je hebt eer van je werk. Ook als je maar één uur bezig bent en een flinke bos oude stengels weghaalt en opruimt. Of wat oud geraniumloof wegharkt. Het is de enige tijd van het jaar dat er her en der een stukje kale grond te zien is in onze tuin. Voordat de groeispurt van alle planten in het voorjaar de tuin weer veelkleurig en groen maakt….

Mikado bos

Eind vorig jaar een lezing bijgewoond van landschapsprofessor Theo Spek van de Rijksuniversiteit Groningen Hij had geadviseerd om in de Kleibosch te gaan kijken in het voorjaar. ‘Als de bosanemonen bloeien’. Gisteren met forse wind in de rug richting Foxwolde, een kilometer of 10 naar het westen (oei, straks tegen de wind in), via Peize . Met behulp van de kaarten app op de telefoon het bosje gevonden.

De Kleibosch is een oud verwaarloosd bosje, met kriskras omgevallen bomen, als een soort reuzenmikado. Daardoor komen er weinig mensen in het bosje en is de ondergroei van bosanemonen onverstoord. De bordjes ‘pad gesloten vanwege vallende takken’ hebben we maar even genegeerd. Toch even het (natte) bos is, en al staand onze lunch boterhammetjes opgegeten.

De Kleibosch is een van de rijkste loofbossen in Drenthe. Dat komt door de potklei die hier direct op het niveau van het maaiveld ligt, soms iets dieper. Potklei is erg zware klei die hier drie ijstijden geleden is afgezet, ruim 400.000 jaar geleden. De donkergrijze tot bruinzwarte klei werd gebruikt om potten en aardewerk van te maken. Ook werden er kloostermoppen van gebakken. Voor de bosanemonen bleek het nog te vroeg. In onze tuin al volop in bloei, hier in de Kleibosch nog maar een klein beetje. De eerste paar bloempjes waren open. Over twee weken weer terug?

De laatste twee foto’s zijn gemaakt vanaf de westrand van stad Groningen, bij de wijk Ter Borch. Daar aten we de laatste druifjes op. Naar het westen uitkijkend over de Onlanden , een waterrijk natuurgebied met riet. Beetje avontuurlijk fietsen hier (bordje pad onbegaanbaar genegeerd), met her en der grote modderplassen. Maar het kon wél, rustig aan.

Ingang om de hoek

Een tijdje geleden kreeg ik van collega Margreet een nestkastje. Die lag nog in de serre te liggen, totdat Eddy hem kortgeleden ophing. Beste plek is invliegopening op het noordoosten, meter of twee hoog. En dan ook op een plekje -bij voorkeur- waar je het kastje goed kunt zien. Idealiter is een fikse boomstam, niet zo ver van het raam op het zuidwesten. Dan kijk je pal het kastje in. Aan die kant hebben we alleen een stel coniferen staan, er hangt wel een kastje tegen de stam, maar niet zichtbaar vanwege het altijd groene coniferen loof. Deze keer het kastje daarom tegen het huis aan gehangen, bij de werkkamer van Eddy, ongeveer op het noordoosten. Uhh, ingang om de hoek. da’s noord met een klein beetje west. Maar wel beschut door het huis tegen stormachtige westenwinden. Benieuwd of er iemand komt wonen.

Hmm, de dakgoot mag wel een lap hebben bij de grote voorjaarsschoonmaak.

Kasteel Hackfort

Volop stinzenplanten tijd. Ga vooral eens kijken bij oude landgoederen. Wij waren vorig weekend bij Kasteel Hackfort, een rijksmonument, beheerd door Natuurmonumenten. Met heel veel landerijen, een watermolen, een parkachtig bos, heel veel stinzenplanten. Het kasteel wordt het eerst genoemd in 1392. Latere bouwfases in 1598 en 1788. Je kunt er ook overnachten.

Er is een grote ‘kitchengarden’, een moestuin. De grote moestuin dateert in eerste aanleg van circa 1790 en heeft zijn huidige vorm gekregen rond 1850. In deze kasteelmoestuin ‘Hof van Hackfort’ worden al ruim twee eeuwen groenten, fruit, bloemen en kruiden voor eigen gebruik geteeld. Ook vergeten groenten als kardoen, een enorm grijsgroene distelachtige plant. Nu nog niet, de moestuin is nog bijna in winterstand. Het Hof van Hackfort wordt door vrijwilligers onderhouden. De oogst is voor het restaurant ‘De Keuken van Hackfort’. Met extreem lekkere zelfgemaakte taartjes bij de koffie of thee, hebben we vastgesteld.

Of ga net als Edwin kijken in Amelisweerd bij Utrecht.

De Baander, boerderijtje in De Baak

Vorig weekend waren we met vrienden een lang weekend op pad, in een klein boerderijtje, km of 10 vanaf Zutphen, en ongeveer 1 km buiten het gehucht De Baak. Een karrenspoor leidde er naar toe, zo klein dat de aanstaande bewoners van een boerderij aan het begin van dat wegje aangaven dat je daar niet verder het pad op kon. Wel hoor! Gelukkig had de eigenaren het supermodderige karrenspoor recent voorzien van een verse lading steengruis. Zo was het prima begaanbaar, zelfs in het donker, gewoon heel rustig rijden. Midden in de weilanden, in een eilandje van hoge bomen (tegen de wind), met heel veel sneeuwklokjes, krokussen en -helaas net uitgebloeide- winterakonieten .

We hadden enorme bof met het weer, volop zon in het weekend en bijna 15 graden. Zaterdag lunchen op een bankje uitkijkend over heidevelden en een vennetje omsloten door bos; zondag in Lochem, op een terrasje in de zon, buiten en zonder jas. Fijn om te wandelen, mooi landschap, ook hier op plekken extreem nat. De wandeling over het vlonderpad, werd een heen en weertje; het vlonderpad verdween halverwege onder het water-oppervlak.

Maandag terug via Zutphen, met een wandeling door de historische binnenstad. We moeten nog maar eens terugkomen om de wandeling af te maken. Na de lunch huiswaarts, naar Groningen.