Druk gezinnetje.
Broertjes en zusjes.
Kibbelend en knus.
Pa en Ma onvermoeibaar.
Voor hun kroost.
Filmpjes.
14 mei 8:23
15 mei 7:34
15 mei 7:42
Alles in en om onze tuin
Druk gezinnetje.
Broertjes en zusjes.
Kibbelend en knus.
Pa en Ma onvermoeibaar.
Voor hun kroost.
Filmpjes.
14 mei 8:23
15 mei 7:34
15 mei 7:42
Er was eens een glazen potje, dat zijn eerst leven leidde als conservenpotje.Na zijn geboorte in de glasfabriek, werd hij gevuld met etenswaren en kreeg een mooi goudkleurig dekseltje op zijn kop.
Samen met 23 ander potjes verhuisde hij naar een kartonnen doos en vandaar naar de opslagruimte van een supermarkt. Het was een tijdje donker, maar toen merkte het potje dat hij en zijn medepotjes weer in beweging kwamen. Een streep licht en toen twee handen die het potje, mooi vooraan op een plank zette. Vandaar uit had hij een mooi uitzicht op winkelende mensen. Nou is een potje niet erg goed in het inschatten van het verloop van de tijd, maar hij was er van overtuigd dat het niet heel lang duurde of er werd een hand naar hem uitgestrekt. Een mevrouw met krulletje pakte hem op en zette hem in haar winkelwagentje.
Hij ging mee naar huis en logeerde een tijdje in het keukenkastje. En op een avond ging zijn gouden deksel af en werd zijn inhoud, die hij een hele tijd had meegedragen, in een pan gegooid. Daarna kreeg hij een wasbeurt in een warm bad met veel schuim en ging een tijdje in de bijkeuken worden, in een kratje met andere potjes en glaasjes. Reuze gezellig, schots en scheef bij elkaar. En weer wat later verhuisden ze met een heel stel glaswerkjes naar een andere mevrouw, die wel emplooi had om potjes met dekseltjes een tweede leven te geven. Voor jam of zo.
Maar zo ver kwam het niet. Op een dag ging de tweede mevrouw met het potje naar de vijver. En het potje kreeg een hele belangrijke taak, als transporteur van zeven kikkervisjes. Van de vijver van de tweede mevrouw, naar de vijver van een derde mevrouw die een eindje verderop woonde. De zeven kikkervisjes werden door het potje veilig gehouden tot ze in de nieuwe vijver te water gelaten werden. Het potje ging met de tweede mevrouw terug naar huis. Als dank voor de goede diensten werd het potje gefotografeerd. Nu woont het potje in de fietsenschuur van de tweede mevrouw. En verheugt zich al op nieuwe dingen in zijn glazen leven.
Mevrouw 1 = Hilde
Mevrouw 2 = Tineke
Mevrouw 3 = Cecile
We zagen er wat tegenop, het uitrijden van de 3200 kilo steentjes voor de oprit. De eerst big bag hadden we al vorige week verspreid. In het weekend waren er drie nieuwe neergezet. Voornemen was elke avond een van de big bags te verwerken. Maar we hadden buiten de waard gerekend. Reint, de buurman, bood aan even te komen helpen. Op maandag avond begonnen we te scheppen, en met Reint in turbo-tempo was de klus in een uur geklaard! Daarna relaxed bijkomen met een kop verse cappuccino op het terras.
Vrijdag na een regenbui scheen de zon op een groepje tulpen. Ik stond ze te bewonderen en zag opeens een klein geaderd witje op een van de tulpen zitten. Naar binnen en snel de camera gepakt. Toen ik terugkwam zat de vlinder er nog steeds. Beetje dichterbij, nog een beetje, afdrukken, Net mis. De vlinder was gevlogen. Wel fraaie tulpen op de foto.
De volgende morgen zat ie er weer! En nu wel op de foto. Op de onderkant van de vleugels een raster van fijne grijze streepjes, het klein geaderd witje.
Aanvankelijk hadden we alleen paarsblauw bloeiende bosooievaarsbekken in de tuin. Een heel rijtje, bloeiend in mei en nog een beetje in juni. Magneet voor bijtjes. De geranium zaait zich wat uit, maar niet vervelend, blijven compacte planten, in bloei zo’n 50 cm hoog.
Bij de zaailingen zat af en toe een wit exemplaar, meestal waren het de paarse. Maar als ik nu kijk zie ik op heel veel plekken de witte, geranium sylvaticum ‘Album’. Wit is aan de winnende hand! Bij deze geranium hangen de knoppen eerst in trosjes naar beneden, en als een bloem bijna opengaat richt de tros zich op en gaat omhoog staan.
Van de AH zijn er allemaal moestuintjes om te verzamelen. Mijn zus Mieke heeft de hele serie. Wel zaak om ze goed water te geven, die turfpotjes drogen supersnel uit. Ook nodig om heel snel weer te verpotten, elke zaailing in zijn eigen potje. Alleen past het dan niet meer in dit moestuintjesdisplay.
Vorig weekend waren de akeleien nog dicht, nu staan ze volop te bloeien. In allerlei tinten, van bijna wit, witgroen tot diep donker paars. En ook vele tinten roze, wat laf licht roze, maar ook stralend donkerroze kleuren.
Het weekend was er een van regen, loodgrijze hemel, dikke bui, en dan weer felle zon. Met de behoorlijk hoge temperatuur, tegen de 20 graden, ploft de tuin bijna uit elkaar van het groen. Na zo’n bui, met de zon op de nog natte planten, zijn de kleuren intens.
Onze oprit is in de loop der jaren steeds smaller geworden door oprukkend groen. De brede strook tegen het huis aan in cypreswolfsmelk, ooit een plukje op de hoek van het huis, nu een brede zoom.
Tweede tuinklus deze week, een stukje van het grindpad, dat nogal begroeid en bemost was geraakt, afschrapen met een graafhappertje. OP de bovenste foto is dat de linkerkant van de oprit. Vrijdagochtend was ik begonnen met het weer vrijmaken, zichtbaar maken van de bielzen en keitjes die oorspronkelijk de scheiding tussen oprit en border vormden. Dat was flink graven en scheppen.
‘ s Middags kwam de graver, en toen heb ik gevraagd een wat breder stuk te schrapen, als ie er toch is. Met planten in het grind en al ging de bovenlaag eraf. In ongeveer een half uur.
En nu ligt het kaal te wezen voor een week. Volgende week komt het grind. Dit weekend zo veel mogelijk egaliseren.
NB. Eddy heeft proefondervindelijk aangetoond dat de wortels van de kleine Japanse duizendknoop sterker zijn dan de hark van Gardena.
Langzamerhand zijn er heel wat planten uit onze tuin, naar andere tuinen verhuisd. En omgekeerd hebben wij krijgertjes te kust en te keur.
Bij het naarstig harken van onze oprit (egaliseren voordat het nieuwe grind volgende week komt) brak de hark. In het lokale tuincentrum Tubantia ging ik een nieuwe halen, zo’n blauwe Gardena. En zoals meestal raakte ik even aan de praat met de mevrouw van de Tubantia. Niet over sneeuwklokjes deze keer, die zijn al uit beeld, maar wel over andere bollen. Dat het een goed bollenjaar was geweest (niet te warm, dan zijn ze zo snel uitgebloeid). Of ik nog een plekje in de tuin had, vroeg ze. Nou is wel even zoeken, zei ik. Ze gaf me twee bakjes kleine botanische narcisjes mee. Vrijwel uitgebloeid, maar aan de laatste bloempjes kun je nog zien hoe ze eruit zien. Echt piepkleine bloempjes, het trompetje niet gefranjerd, maar meer een geel ballonrokje, hoepelrokje. De bloemblaadjes heel zacht wit geel.
Ik heb ze in de voortuin, naast de biels geplant. Op een plek waar ik niet in de loop van het jaar opeens wat anders neerzet. Dus volgend voorjaar, als je langs onze tuin wandelt: kijk naar de mini narcisjes in volle bloei.