Gister weer een keer in Franeker, op bezoek in het Eise Eisinga Planetarium (werelderfgoed!). Altijd leuk, echt eens heen gaan als je er niet eerder bent geweest. En anders gewoon nog een keer. Zie foto onderaan.
Rond de Martinikerk in Franeker is een mooie tuin aangelegd, die in de nazomer erg mooi is. Zoals dit hoekje met de zonnehoeden. En volop vlinders op dezer mooie zonnige augustus dag. Kleine vossen, als je goed kijkt zie je er minstens drie op de derde foto. “Die hebben we bij ons in de tuin dit jaar nog niet gezien…”, verzuchtte ik tegen Eddy. “ Volgend jaar maar zonnehoeden planten”.
Ha! Vandaag, zondag, een kleine vos gezien bij ons in de tuin. Op een van de vele paars bloeiende kattenstaarten. Toch maar een zonnig plekje vrijmaken voor de zonnehoeden. En hopen op een beter jaar wat slakken betreft.
De verschillende soorten kleinfruit in onze tuin loopt uiteen. Dus meestal gaan kleinere hoeveelheden vruchten na de pluk en schoonmaken eventjes de diepvries in. Om dan op een regenachtige of juist snikhete middag jam van te maken. Eerst even ontdooien en dan klein halfuurtje later : weer een voorraadje op hun kop staande jampotjes.
Deze keer bramen als hoofdmoot (ongeveer 600 gram), wijnbes als vulling en voor de mooie kleur. En een paar verdwaalde blauwe bessen en paarse kruisbessen die ik nog tegenkwam.
Een lange juffer, metallic blauwgroen. Die landt de afgelopen paar dagen steeds op de uitgebloeide stengel van een vingerhoedskruid. Lekker hoog, mooie uitkijkplek voor de libelle. En mooi voor ons om van dichtbij te bekijken. Een houtpantserjuffer waarschijnlijk.
Maar of het nu de houtpantserjuffer, de gewone, de tengere of de zwervende pantserjuffer is … Daar moet ik toch een betere foto voor zien te maken. Deze week weer eens op de vaste plek gaan kijken.
Hij staat al weer een tijdje aan de rand van ons terras. De rode terrasvaas, waar ik elke keer een paar stengels uit de tuin in zet. Een per ongeluk afgeknipte bloem, of juist als die vrolijk bloeiende, maar onhandig over het tuinpad hangende oreganotakjes. Eddy had laatst een mooie bos bloemen gekregen die binnen p de eettafel stond, maar de paar warme dagen vorige week deden het vaaswater binnen niet erg goed, een soort groene soep. Vandaar dat in de tuinvaas nu ook een aantal bloemen uit de bos staan. De zonnebloemen, en ook die inblauwe bloemen, soort onbekend. En 1 bloem, drijvend in een schaaltje op onze terrastafel.
Vanuit Westerholm, een woonzorgcentrum voor ouderen in Haren, kwam het verzoek of de Hortus op bezoek kon komen in Westerholm voor een presentatie. Veel van de bewoners zijn niet meer in staat op eigen gelegenheid naar de Hortus – ook in Haren – te komen, maar zijn wel geinteresseerd in een verhaal. Begin oktober ga ik daar een verhaal vertellen, met mooie plaatjes uit de Hortus, die heb ik genoeg. En van de week ging ik even op bezoek bij Westerholm om te kijken hoe de zaal eruit zag. Verona gaat over de activiteiten voor de bewoners en had met uitgenodigd. Zij liet me ook de recent aangelegde tuin zien, en de planten schilderingen in de gebouwen zelf. In drie gebouwen in het complex wonen mensen die nog geheel zelfstandig leven (zijn huren een appartement), mensen die 24/7 hulp nodig hebben, en alles er tussen in. Mooi, midden in het dorp, en alle mensen door elkaar.
Eerder dit jaar al een mooi plaatje van de tuin van Westerholm, we wandelen er heel vaak langs, maar ik was er nog niet eerder binnen geweest.
Wie herkent deze vrucht? Foto is vandaag in eigen tuin gemaakt.
Antwoord 25 augustus: het is het hart van een uitgebloeide waterlelie, onder water verdwenen en te voorschijn gekomen toen ik de vijver wat aan het opschonen was. Ik zette de ‘knop’ in een glaasje met een bodempje water. De volgende dag: snot.
Rik is bijna afgestudeerd bioloog en gaat meehelpen in de Hortus bij de wetenschapstent op het kinderfestival. 1500 bezoekers, kinderen tussen 4 en 12 jaar van alles te doen. Rik gaat in verschillende bakken en terraria beestjes vangen om die aan de kinderen te laten zien., Vandaag leipen we al even door de Hortus om te bekijken waar goede plekken waren waar het kleine grut, bodemdiertjes, te vinden is. Al wandelende door verschillende delen van de tuinen onderbrak Rik steeds het gesprek met ….
” Sorry hoor, maar even kijken welk krekeltje dit is. “ Rik is aan het oefenen om krekels op hun geluid te herkennen. ” ” Waar waren we ook weer in het gesprek?” ” Hé zag je dat, een hommebijvlieg, mooie naam , hè? Geen hommel, geen bij, geen vlieg, maar een zweefvlieg.” ” Zie je al die gaatjes in de grond, die zijn van de bijenwolf, een grote solitaire wespsoort. “
We kijken rond naar oude boomstronken, stapels stenen, een groot gat in de grond (foto 1), waar een wespennest blijkt te zitten, proberen vast te stellen welk die de grote keutel (foto 4, bijna 10 cm lang) heeft achtergelaten: met pitten van pruimpjes, gras, schildjes van insecten , …. . Terwijl ik dit schrijf bedenk ik me ineens dat het ook een braakbal kan zijn!
De tijd vliegt voorbij, bijna twee uur later neem ik weer afscheid van Rik. Time flies when you are having fun.
Bij een wandeling over het strand, na een verse regenbui, of bij eb. Of een zandig pad in het bos, nog net vochtig. Of in de winter in verse sneeuw. Allemaal mooie plekken om diersporen te zien. Ze ook herkennen, dat is nog wat anders. Daar moet ik nog wat op oefenen.
Deze zijn van afgelopen week, resp in Drenthe tijdens een wandeling en vanmorgen in de Hortus (foto 3).
Strekpoot is een aandoening aan de achterpoten van koeien, maar het is ook de naam van een hooiwagen. De wetenschappelijke naam is Dicranopalpus ramosus. De naam strekpoot komt van het zijwaarts gestrekt houden van de poten in rusthouding, de wetenschappelijke naam slaat op de tweetakkige tasters.
De soort is pas in 1909 in Marokko ontdekt en heeft zich inmiddels over een groot deel van Europa verspreid. De eerste exemplaren zijn in Nederland gemeld in 1992: in Weesp , Utrecht, Hilversum en Amsterdam. Intussen komt de soort overal in Nederland voor, ook in Haren op ons terras. Niet te missen als je hem eenmaal gezien hebt, door de opvallende stand van de poten.
De mannetjes worden tot 4 mm, de vrouwtjes tot 6 mm groot (poten niet inbegrepen).
De Graanrepubliek, een inmiddels 25 jaar oud boek van Frank Westerman over de opkomst van de grootschalige graanteelt in Oost-groningen, het verdwijnen van de kleine boeren en opkomst van de ‘graanbaronnen’; Sicco Mansholt en schaalvergroting en uiteindelijk de de ondergang van de graanbaronnen. Ga het boek toch eens lezen.
In Oost Groningen, maar ook in zuid Drenthe is nog volop graan te zien, en nu ongeveer is de oogsttijd. De combines rijden over de velden en maaien, dorsen en schonen het graan in een rondgang. Vroeger ging dat allemaal handmatig. Maaien met de zeis, opbinden tot schoven, in de winter uitspreiden over de dorsvloer, en met kromsluit of dorsvlegel de graankorrels uit de bloeiwijzen halen.
Een van de tuindelen in Hortus botanicus Haren is de akker. Een aantal jaren geleden waren hier vierkante veldjes met granen, bijvoorbeeld eenhoorn ingezaaid. Dit jaar in sierlijk slingerende stroken een aantal voedselgewassen: Tarwe, boekweit (‘raad zaad’), rogge, gerst, haver en koolzaad. Erg leuk dat als je daar langs loopt er altijd mensen staan te kijken en proberen te achterhalen welk gewas in welke strook staat. Boekweit valt wel op, hele andere bloeiwijze met de witte bloempjes. Inmiddels heeft tuinmedewerker Richard voor naambordjes bij de stroken gezorgd.
Met vrijwilligers Sikke en Miriam, en tuinbaas Walter gaan we binnenkort plannen maken voor de akkertjes volgend jaar. Met meer aandacht voor informatievoorziening en educatie.
Ook hier is het graan bijna rijp. Voor het kinderfestival op 8 september in de Hortus gaan we in de ‘wetenschapstent’ ook een demo/workshop/ rondleiding bij de akker doen, en misschien wel zelf meel maken van het graan. Of het ook nog lukt om pannenkoeken te bakken …. we gaan het zien.