Mossoorten groeien overal, in tuinen, op muurtjes, en uiteraard in het vrije veld en landschap. Bij mos denk ik in eerste instantie aan vochtig en schaduw, daar groeien mossen goed. Er zijn ook allerlei mossen die juist heel goed tegen kou (antarctica) kunnen. Of tegen de droogte, zoals de haarmossen. In het voorjaar, tijdens een wandeling half april zagen we in de zanderige stroken naast een een paar jaar geleden aangelegd fietspad grote oranje plakkaten mos, ruim 70 cm in doorsnee. Sommige plekken knaloranje, andere plekken meer bruin-oranje. Van dicht bij waren de sporenkapsels van dit mos goed te zien. Dit blijken de vrouwelijke exemplaren van het haarmos te zijn. En de de donkerdere plakkaten bleken de mannelijke kolonies te zijn, met een soort veelhoekige doosjes (foto 4).
Welk haarmos het is precies is, dat weet ik niet. Zie ik aan de foto’s niet af. Hoe dan ook, het zijn -van dichtbij- zeer fotogenieke mosjes!