Laarmanlandschap

In de Hortus beginnen de herfstkleuren zich te tonen. We liepen er vorige week een rondje, en maakten deze ‘landschapsfoto’s’ in de Laarmantuin. Met de rug richting de Biotoop (vroeger gebouwen van Universiteit Groningen) ten zuiden van de Hortus gelegen en kijkend vannoord west naar noord oost. Wow. En nog eens : Wow.

Corsicaanse mint

Nakomeling van stukje Corsicaanse mint, door Ernst ooit meegenomen uit Sissinghurst. Had al eerder een stukje gehad, en voorin een border gezet, maar dat was verdwenen. Afgelopen week werd ik er weer aan herinnerd door een item in Gardeners World, en ik vroeg aamn Ernst of ie nog een stukje had. Ja hoor, zou hij wel meenemen naar de plantenruil.

Nu heel goed kijken, daar naast die mosjes, daar staan nu drie ministukjes tussen de voegen van de rand van het terras.

Najaarsplantenruil bij Renée

15 oktober was het weer tijd voor de najaarsplantenruil van de IVN werkgroep Wilde Planten. Deze keer bij Renée in de tuin. Renée doet nog niet zo lang mee, voor haar de eerste plantenruil, en ook nog in eigen tuin. Stuwende kracht is , zoals altijd Ernst, voorzitter van de werkgroep, al heel lang. Ook toen het nog geen IVN werkgroep was, maar een zelfstandige Wilde Planten Kring. We hadden geluk met het weer. De vrijdag ervoor was het grijs, en miezerig. De zaterdag ochtend ook nog klein beetje nat, maar tijdens de ruil van 10:30 tot 12 was het droog. Ook helemaal niet koud.

Ik was nog niet eerder in de tuin van Renée geweest, maar was er wel regelmatig langsgelopen. Langs de lange kant van de tuin loopt een fietspad/ wandelpad, dat ik een aantal jaren geleden gebruikte om naar de fysiotherapeut te lopen. In het juiste seizoen lagen er altijd van die grote ronde hazelnoten op het fietspad, die ik mee naar huis nam. De hazelaar – zoals nu blijkt- staat in de tuin van Renée.

Renée heeft veel bomen en struiken in de tuin staan. Natuurlijke beplanting, nu veel in herfstkleuren. Een paradijs voor ‘wildlife’: vogelhuisjes, een paddenhuis (“maar de padden snappen het niet, zegt Renee“), eekhoorns (met speciale looproutes over latten naar het voederhuisje), heel veel vogels. Een lange, smalle tuin, met ene forse vijver. Achter in de tuin een schuur, met aal alle kanten mooie gesorteerde stapels hout. Kleine houtjes, grotere houtjes, stammetjes.

Recept als altijd: plantjes brengen voor wie wil, plantjes halen voor wie wil. Kopje koffie of thee. En wat lekkers: deze keer muffins.

Plantenruil brengen en halen

Fietskar vol gebracht naar de plantenruil. En voor het eerst sinds jaren ook weer wat nieuwe dingen mee terug gebracht.

Brengen

– vijverplanten, zoals wateraardbei, snoekkruid, gele lissen, kattenstaart.
– stekmateriaal kleine anjers
– stekmateriaal en gewortelde stekken: citroen geranium en pepermuntgeranium
– filipendula venusta ‘rubra’
– tas vol kweeperen (van Jitske)
– zaad van grote oranje afrikaan (tagetes)
– kerstboompje
– polletjes luzula pilosa (ruige veldbies)

Willie ontfermde zich over alle overgebleven waterplanten (voor de eenden).

Halen

– zaailing francoa sonchifolia (chileense bruidsbloem), van Ernst
– paar venkel zaailingen (penwortel, altijd vraag of het lukt: 2 in pot op terras, 1 in zijborder 87, bijna bij de heg aan straatkant, 1 in border bij stapelmuur)
– vaste judaspenningen, van Roos
– gele helmbloem, van Roos (1 begin pad naar vijver, rechts, onder de berberis, 1 links van serre, smalle border waar voorheen buxus haagje stond))
– kleine paarse geranium , uit grindpad van Willie ( naast de gele helmbloem, onder de berberis)
– ceratostigma (check), van Roos (staat nog in emmer water, 2e foto)
– 3 kleine moederkruid (in boomspiegel elstar geplant)
– maarts viooltje (in boomspiegel elstar)
– paar handen vol van die leuke kleine rode sierappeltjes

En een plant waarvan Roos dacht dat het een tanacetum was, soort boerenwormkruid, witbloeiend, terwijl Willie het als een achillea (iets met gigant?) bestempelde. Als ik het blad zo eens bekijk, denk ik dat het inderdaad de achillea Giant Yarrow is. Maar eens kijken in hoeverre de plant aanslaat, en volgend jaar de bloei bekijken. In het derde perkje links voor neergezet, naast de nieuwe vaste judaspenningen. In de zichtlijn vanaf het terras.

Bloem en bij

In de achtertuin hebben we een forse pol asters die nog prachtig staan te bloeien. IN de achtertuin, half overschaduwd soms door de pruimenbomen zijn ze hoog geworden en na de regen van afgelopen week is de pol een beetje uit elkaar gevallen. De bloemen hangen nu breeduit over een zijpaadje dat al maanden niet meer begaanbaar is. Overgroeid door van alles en nog wat, en nu dus de hangende asters er bij. Geeft niks, we kunnen altijd met een omwegen aan de andere kant van het zijpaadje uitkomen, langs de meidoorn haag met buurman Jan.

Mooi ook bij siergrassen. Zoals de hele uitstalling die we zagen bij een kwekerij in Onnen, tijdens ons wandelrondje vandaag.

Prive stukje oerwoud

Het was zo aangenaam vanmiddag, dat we op het bankje tegen de fietsenschuur in het zonnetje een radlertje dronken. Rechts van ons scheen de lage middag zon onder de bomen door. Langs de geelgroene hakanoclea en dieper naar achter, waar de struikvarens staan. In de zomer komt de zon niet zo ver, en staan de varens in de schaduw van de bomen erboven. Een klein prive stukje oerwoud. Zo mooi.

Die van kabouter Spillebeen

Toch nog even deze foto’s van ‘de enige echte’ paddenstoel. De vliegenzwam, rood met witte stippen. In centrum Haren is een klein veldje, op een pleintje waar we eerdere jaren ook veel paddenstoelen zagen. Bij ons ommetje afgelopen maandag nog even langs dit veldje. En we werden niet teleurgesteld.

Nou deze dus. Ook andere soorten trouwens. Meer dan op de wandeling van de dag ervoor in het bos.

Eikels

Dit jaar is – in ieder geval voor sommige soorten eiken – een mastjaar. Een jaar waarin er extreem veel eikels zijn. Meestal is een jaar daarna een dip in het aantal: de boom heeft dan in het mastjaar zoveel energie in de eikels gestopt, dat ie een jaar moet bijkomen. Bij beuken, eiken en kastanjes komt een mastjaar ongeveer 1 x per 4 jaar voor. Mast in deze betekenis staat voor ‘varkensvoer’: vroeger werden de varkens vetgemest met eikels.

In het lokale sufferdje (digitale versie) bieden mensen zakken eikels aan (soms 1 kilo eikels voor 30 cent, andere aanbieders gaven ze gratis mee). Da’s makkelijk rapen, in zo’n jaar als dit.

9 oktober, in de tuin

Heerlijke nazomer dag vandaag. Na een flinke wandeling vanmorgen via de ook nog even de tuin in. Een stukje van de verhoogde border bij het stapelmuurtje kon wel wat onderhoud gebruiken. Het was eerst een mooi hellend stukje grond met allemaal welke lage bodembedekkers in verschillende kleuren, maar langzamerhand was er groter spul in terecht gekomen dat de bodembedekkers verdringt. Verwijderd: een kerstboompje (inmiddels 50 cm hoog, die stond er al jaar of 2-3), een aantal pollen van een eurphorbia (ik denk e. dulcis, zoete wolfsmelk), een flink aantal uitlopers van kleinen anjertjes, een kleine es (boompje in wording), diverse pollen ruige veldbies (luzula pilosa), een aantal geraniums en een filipendula rubra ‘robusta’, een zachtroze grote zus van de moerasspirea.

Een deel klaargezet voor de najaarsplantenruil volgende week (hoe krijg ik het allemaal mee?). De rest op de composthoop.

Al dit schepwerk was bedoeld om een leuk bodembedekkertje, familie van de aardbei, met blauwgroen blad en witte bloempjes, weer wat te ontzetten. Jaren en jaren geleden kreeg ik een stukje van Willie mee op een plantenruil, mooi plakkaat geworden met flinke wortelstokken onder de grond en ook een soort knolachtige verdikkingen (handig voor voedsel en wateropslag). Paar stukjes opgepot, van de anderen deel van de oude wortels verwijderd en weer teruggezet op de zelfde plek.

Maar niet voordat er een aantal bollen onder gezet waren: allium bollen (uitklaar gevallen als teentjes knoflook, dus niet zeker of dat komend jaar wat wordt, een flink aantal witte narcissen (n. recurvus), en twee plekjes met roze typen, vorig jaar opgegraven en in de schuur laten opdrogen.

Om gegraaf van de vele buurpoezen te voorkomen in dit ‘kale stukje’ grond heb ik een paar plantjes die ik nog in potten had staan er boven op geplant.

Nog steeds mooie rode bloemen van de incarnaatklaver. En heel leuk (foto 2): een aantal zaadjes in de uitgedroogde pluimpjes is ontkiemt. Dat had ik al eens eerder gezien bij kaardebollen.

Vanaf tuinbank: uitzicht op een zacht wiegende bos helianthus lemon queen (met veel bijen) door de wuivende stipa gigantea halmen heen.
En Foto 4: de bonte klimop die tegen de verre schuur groeit is volwassen geworden en heeft een enorme hoeveelheid bloemknoppen. De bloemen vormen een feestmaal voor insecten – wespen, bijen , zweefvliegen – als ze binnenkort open gaan.

Zwellichamen

De titel van dit blog klinkt een beetje ‘Bommelachtig’, zoals de Zwelbast uit een van de Marten Toonder verhalen. Een zwelbast is familie van de blaasdraken, een soort draak die groter word als ie boos is en weer krimpt als de boosheid over is.

Maar ik heb het nu over zwellichamen, de delen van schimmels in de grond die in dit seizoen massaal de grond uitkomen en vocht nodiug hebben om goed te kunnen groeien. Dit zijn natuurlijk paddenstoelen. De term zwellichamen werd vanmorgen in een item over paddenstoelen in het zondagochtendprogramma Vroege Vogels gebruikt.

Mooie aanleiding om een wandelingetje te maken naar een bos. In ons geval een iets langere versie van een vaak gelopen ommetje, richting Glimmen en door het Quintusbos. Afwisselend felle opklaring (zonnebril) en dan weer even bewolkt. Op het nieuwe dijkje door de polder (juist daar waar even helemaal geen schuilplek was) een bui op ’t hoofd.

En wat betreft de paddestoelen… viel een beetje tegen. Nog niet heel veel gezien. Misschien doordat veel paddestoelen toch een beetje schutkleur hebben, bruinig, grijzig, en tussen het afvallend blad niet erg opvallen. Toch alvast een paar op de foto gezet. De mooiste deze keer de goudhoed, een zeldzame soort.

Het oranjegele trechtertje is mini-mini, de hoedjes maar een paar mm in diameter. De satijnzwam staat in ons eigen grasveld. De andere drie stonden in het quintusbos in Glimmen.