Ook dit jaar weer overwinterende zwartkopjes. Meestal vertrekken ze naar Zuid Europa voor de winter, maar de laatste jaren blijven ze succesvol over. Minstens twee mannetjes, een ervan zie je op de foto’s hieronder. En 1 vrouwtje, met bruin kapje in plaats van zwart. Behoorlijk territoriaal ook: rond deze kamperfoelieboom, waar een pindacake in hangt, zitten ze vaak actief andere vogels te verjagen. Pas bij het uitvergroten van de foto op mijn computer zag ik het witte oograndje van man zwartkop.
HA! De Hortus is ook weer open! Een van de lunchwandelingen deze week bestond uit een rondje Hortus. De eerste vroege sneeuwklokken stonden in bloei. De grote, galanthus Elwesii, met breed blad, volle ronde klokken, 20-25 cm hoog.
Onze sneeuwklokjes zijn wat later en staan meer in schaduw. Daarover later meer.
Onze oude picknicktafel stond de laatste jaren vooral enorm rustiek te wezen. Veel mosjes gaven de tafel en banken van Europees tamme kastanjehout een extra gloed. Poezen vonden de picknick set fijn: om op te slapen, half onder de schaduw van de overhangende struiken, of om even aan te krabben. Op de bank zitten was ‘op eigen risico’: midden in de zomer -met korte broek- enig risico op splinters, in andere seizoenen grote kans op natte billen en in alle seizoenen was het zaak om heeeel voorzichtig te gaan zitten en weer op te staan.
Eddy bestelde bij Jemar in Assen een nieuwe picknickset. Van Europees douglas hout. Jemar staat voor Jeffrey en Marian, een klein bedrijf uit Assen dat de picknicktafels met de hand maakt op bestelling. Een week of drie zou het duren, dus genoeg tijd om de beoogde plek leeg te maken, dachten we. Maar nee, Jeffrey was zo snel, dat al na een dag of drie een telefoontje kwam: ” kunnen we de picknick tafel vandaag nog brengen? En. Is er genoeg plek, zodat ik de tafel vast in elkaar kan zetten? Twee maal Ja.
Tegen 5 uur op maandag kwam Jeffrey aan met de picknickset op de aanhanger. Een joekel, bijna 2 x 2 meter. Jeffrey aan de ene kant en wij twee aan de andere kant. Schuifelend over de oprit. Even werd het spannend, de oprit is breed genoeg, maar we moesten ook nog met de tafel tussen de pergola en het huis door…. Een paar cm speling bleek genoeg. En toen stond de tafel op het ronde terrasje, nog even naast de oude. Knal oranje nog, de kleur van het verse hout. Dat gaat langzaam vergrijzen.
Samen in een grote groep stonden kleine beuken bij de kweker in de grond dat vonden ze wel leuk, en
omdat het winterseizoen was gingen ze in rust de kleine beuken bijelkaar Samen en in slaap gesust.
Ze merkten niets van schop en spa die ze uit de grond optilde En meegaf aan een tuin-mevrouw die nieuwe beuken wilde.
De oude brede beukenhaag was in de loop der jaren hier en daar wat dun geworden; als Opa’s grijze haren.
Een paar jonge verse beuken dat leek een goed idee. Dus nam de groene tuin-mevrouw Flink wat beukjes mee.
Iets te veel voor bij de haag: 5 pasten niet meer in de rij Gelukkig had ze een tuinvriendin: die kreeg ze en was blij.
De vijf beukjes die ik van Jitske kreeg met kale wortels. Ze staan inmiddels in de kale plekken die wij ook in onze oude beukenhaag hebben. Die haag zal minstens 60-70 jaar oud zijn!
Zaterdag prachtig weer, wat een verschil met de natte zondag. Zaterdag ochtend om 11 uur ‘even voor de lunch’ naar buiten om de vijf beukjes te planten. Die had ik van Jitske gekregen. Eerst met de de schep plekken zoeken in de oude beukenhaag, waar de beukjes het beste konden komen. Vanaf de kant van de buren, daar loopt de haag vlak langs de garage, en is wat smaller gesnoeid. Makkelijker om met de spa bij de grond te komen. Nu is een beukenhaag ongeveer op zijn doorzichtigst: het oude blad begint, zeker met de flinke wind afgelopen week, steeds meer af te valllen, het nieuw blad moet nog komen. Daardoor viel ook op hoeveel andere struikjes zich inmiddels tussen de haag van beuken hadden genesteld. Uitgezaaide ligusters en cotoneasters, wat verdwaalde hulstjes, en via uitlopers aan de wortels, allerlei kornoeljes. Voordat ik de beuken in de gegraven gaten plaatste begon ik wat van het niet-beuk-zijnde-spul te verwijderen.
Klonk! De schep stootte op steen. En er kwam een baksteen te voorschijn, Klonk! Klonk! Nog een en nog een. Inmiddels half 1 lunchtijd, straks verder.
De opgraving leverde zo’n 30-40 bakstenen op. Ik heb een emmer vol met kleine struikjes met kale wortels in een emmer water staan. De kleine beukjes staan tussen hun grote familieleden. De oude picknicktafel is verhuisd naar een plekje verder naar achter in de tuin, dat lukte nog net, voordat ie helemaal uit elkaar valt. Niet om op te zitten, maar om een plantje op te zetten en om langzaam door de tuin en al haar beestjes en plantjes en schimmels en mossen veroverd te worden.
Lekker buiten. zwarte handen. kwetterende vogels. Uiteindelijk tot vier uur heerlijk buiten bezig geweest.
Zondag was nat! Zie de stenen van de opgraving de dag ervoor. Rechts de beukenhaag.Terras aanin het water
Zaterdag was het nogal grijs en vooral heel veel wind. De vogels zaten even op de pinda’s en doken dan weer de struiken in om een beetje te schuilen. Zondag een stuk rustiger en ook bijna de hele dag zon. Met een lekker kop cappucino in de hand gingen we ons half uurtje vogel tellen, van 10-half 11. Mooie oogst, maar vandaag geen staartmees en specht (die zien we bijna dagelijks). Zojuist onze telling ingestuurd naar de website van de nationale tuinvogeltelling. En terwijl ik dit typ hoor ik de hoge piepjes van…. staartmezen.
In het blaadje van IVN, afdeling Haren Groningen las ik een leuk artikel over een ‘citizens science’ project van de Hortus Leiden. De bedoeling is dat je, bijvoorbeeld in je eigen straat, inventariseert welke stoepplantjes er in de kieren tussen stoeptegels, of langs de stoeprand groeien. En dat kun je het hele jaar door doen. De soorten die je gezien hebt kun je dan -digitaal- invoeren in een app. En er is zelfs een stoepplantjes nieuwsbrief!
De Hortus heeft een grote poster uitgebracht (te downloaden of te kopen) met de meestvoorkomende plantjes. Of als je per maand wilt kijken, dan kun je ook de kleine maandposters gebruiken.
Dat lijkt me een mooie activiteit voor dit jaar, elke maand een rondje door eigen straat, en determineren maar. Kan nog net voor de maand januari.
Zaterdagmiddag waait er een forse westerstorm, in sommige delen van het land windkracht 10. Niet echt wandelweer, maar ik wil er toch even uit. In ongeveer een half uur loop ik langzaam de straat door, eerst aan de kant van de oneven nummers, aan het eind omkeren, dan helemaal naar het andere kruispunt langs de even nummers, en dan weer naar huis. Telefoon in de hand en neus naar de grond: wat is er zoal te zien aan stoepplantjes…. Ik neem een heleboel foto’s, die ik later thuis -uit de wind, lekker warm- op mijn gemak kan determineren.
Voorbijgangers kijken me wat bevreemd aan. Wat doet die nou?, hoor ik ze denken. Heb je iets mooi gevonden?, zegt langslopende buurvrouw Sieneke. Ik kijk naar stoepplantjes. Ben je naar paddestoelen aan het kijken, roept bijna-buurman Renze , als hij op de racefiets langs komt. Ik kijk naar stoepplantjes.
Thuisgekomen begin ik met identificeren. Een spreadsheet openen en een lijst maken. Als ik niet zeker ben van het plantje gebruik ik de app Obsidentify. Door in de app een foto te maken met mijn telefoon van de foto die ik eerder buiten maakte en die nu op mijn laptopscherm staat. Werkt reuze goed, in de meeste gevallen. Een enkeling kan ik nog niet vinden. Zaterdag eind van de middag zit ik op ruim 25 geïdentificeerd, 2 onbekend, en nog een heel stel te gaan. Dat moet wachten tot morgen. De app heeft een limiet aan het maximaal aantal soorten die je op 1 dag kunt identificeren… Morgen verder (of met de telefoon van Eddy).
De oogst van januari 2022 54 verschillende plantjes , waarvan ik er 5 nuet kon identificeren. Deels omdat de plantjes pas net boven de grond waren, of deels vertrapt (stoepplantje, he, daar wordt gelopen.) Wat later in het jaar wordt het vast makkelijker, als de plantjes wat groter worden en ook gaan bloeien.
Hopklaver, vergeet-mij-niet-je, gewone veldsla, de onvermijdelijke kleine veldkers, tijmereprijs.
Opa’s en oma’s: als de kleinkinderen op bezoek zijn, ga met ze op stap om stoepplantjes te zoeken en op naam te brengen. Met een app als obsidentify gaat dat erg goed, met bijna alle suggesties van de app was ik het eens.
Ergens afgelopen najaar vroeg Jitske om een stek van de schapenkophortensia, die toen zo mooi stond te bloeien. Even wachten tot het voorjaar, zei ik, dan snoei ik hem flink terug. Stekken van het snoeisel slaan goed aan. Bewijs in eigen tuin te vinden. Op verschillende plekken heb ik kleinere en grotere struiken, allemaal gestekt van het eerste struikje dat ik ooit kocht rond 1997. Die staat onder de pergola.
Naast de serre hebben we een tweetal hortensia’s, boerenhortensia’s, en daarvoor, tegen het pad aan, een schapenkop. Die is langzamerhand groter geworden dan de boerenhortensia’s en neemt zo het zicht op de rode en witte bloemen erachter weg. Die schapenkop kwam dus op de lijst om verplant te worden. Nog wel nadenken waarheen….
Een en een is twee. Ah, natuurlijk! NaarJitske toe. Dan heeft ze niet een stek, maar meteen een struikje van 80 cm hoog. Dus gistermiddag de struik uitgespit.Jitske kwam hem halen op de fiets. Struik achterop, wortelkluit onder de snelbinderspin. En als het goed is staat deze schapenkop inmiddels weer fijn met de wortels in de grond, 1,5 km verderop.