Loopkevers en meer

Jitske had al een paar keer gevraagd of ik het leuk zou vinden een keer mee te gaan naar een determinatieavond van kevers. De Onneresch is een stuk land dat aangekocht is door Land van Ons. Met de bedoeling van dit agrarische land een steeds diverser stuk land te maken, minder intensieve landbouw, geen chemicaliën, andere gewassen (bv boekweit), en extensiever maaibeheer. Vanaf maart 2022 loopt er een leverproject. Vrijwilligers van Land van ons graven potjes met alcohol op verschillende plekken op een stuk weiland in, en halen die een paar dagen water weer op: met een oogst aan kevertjes en andere kleine beestjes. En met (andere) vrijwilligers , onder leiding van een zeer enthousiaste dame Chris, worden de beestjes daarna uitgezocht en zo mogelijk -onder de microscoop- op naam gebracht.

Afgelopen dinsdag ging ik mee. Elk een microscoop, en een bakje met beestjes. Chris had de oogst vooraf gezeefd: een grove zeef voor de grote beestjes, en een fijne zeef voor minibeestjes. Wij namen een potje met grote. De eerste opdracht was: selecteer op 1. loopkevers, 2. kortschild kevers, 3. overige kevers en 4. de rest. Na een korte instructie konden we beginnen, met pincet de beestjes sorteren. Een heel gepriegel. Daarna in aparte buisjes bewaren, extra alcohol erbij, briefje met hoofdgroep in het buisje en op het buisje (met alcoholbestendige inkt!) . En daarna een beginnetje met determineren. Een buisje met ‘onze’ loopkevers: dat was wel makkelijk, bijna allemaal dezelfde: de veelkleurige kielspriet. Een van de determineerders vond ook een koperkleurige koelspriet (lijkt er sprekend op, maar met kleine puntjes in het halsschild).

Het beste kon je de kevers op hun rug leggen, en dan met de pincet de achtste poten een beetje uitstrekken. Ver volgens het aantal stekels aan de binnenkant van de scheen van de kever tellen. Op dat detailniveau gaat het determineren! En dan is een goede microscoop echt nodig. Een mooie site met kevers hier.

Als we het niet zeker wisten, kwam Chris even meekijken: ik had 1 afwijkende kever, dacht ik, zag er wat anders uit. “Een leuk soortje”, aldus Chris, “een chlaenius”. Met een behaard in plaats van glad dekschildje. We hadden geen tijd om verder in detail te determineren, dus de chlaenius ging samen met de andere loopkevers weer in een apart buisje’loopkovers’. Voor een andere keer.

Bloem en bij

In de achtertuin hebben we een forse pol asters die nog prachtig staan te bloeien. IN de achtertuin, half overschaduwd soms door de pruimenbomen zijn ze hoog geworden en na de regen van afgelopen week is de pol een beetje uit elkaar gevallen. De bloemen hangen nu breeduit over een zijpaadje dat al maanden niet meer begaanbaar is. Overgroeid door van alles en nog wat, en nu dus de hangende asters er bij. Geeft niks, we kunnen altijd met een omwegen aan de andere kant van het zijpaadje uitkomen, langs de meidoorn haag met buurman Jan.

Mooi ook bij siergrassen. Zoals de hele uitstalling die we zagen bij een kwekerij in Onnen, tijdens ons wandelrondje vandaag.

Kiekeboe

Mijn thuiswerkplek is de kamer aan de voorkant van het huis. Als ik opzij kijk naar recht een raam waardoor ik uitkijk over een bloembak met (nu uitgebloeide) lavendel en santolina. Tijdens het bellen afgelopen donderdag zag ik uit een ooghoek iets bewegen. Kiekeboe, wie kijkt naar nieuwsgierig naar binnen? We noemen haar Aagje. Ze moet ergens hier in de buurt wonen, banjert regelmatig door de tuin.

Nieuwsgierig Aagje

Wants en wants

Twee wantsen op de stokroos. De rode vuurwants was me als eerste opgevallen. Bij de hoek van het huis hebben we een paar stokrozen staan en daar bleken verschillende vuurwantsen op te zitten. Toen ik de camera haalde om deze foto’s te maken zag ik opeens ook de groene wants. Veel breder schild ook.

Pimpels

Een enorm goed pimpelmezenjaar bij ons in de tuin. We hebben een pindasilo hangen in een inmiddels overleden fluweelboom. Het mooie daarvan is dat er geen blad aanzit waardoor we de vogels goe kunnen zien. Genieten vanaf het terras. En als ik er -heel langzaam naar tie loop- kan ik tot een meter of twee vandaan komen voor ze wegvliegen. Vlak na het uitvliegen van de nesten zijn de familiegroepjes van de mezen nog steeds naar elkaar (en de jongen naar hun ouders) aan het roepen. De pimpelmeesjes hebben dan nog licht grijze petjes, nog niet dat heldere lichtblauw. Nu zijn ze veel stiller, maar nog steeds in groepjes. We telden er 7. Links en rechts van de fluweelboom vinden zicht grote rozenstruiken, mooie schuilplaatsen voor de pimpelmezen en koolmezen. Vorige week –grote mezenschrik — toen er een sperwer over de tuin vloog. Paniekroepjes overal, en een hele vlucht meesjes vloog van de ene rozenstruik naar de andere, niet 7 of 8 zoals we eerst dachten, maar we schatten in 25-30! De enige keer dat we er zoveel tegelijk gezien hebben. In een flits.

Amfitheater

Afgelopen week ben ik bezig geweest om een stukje van het oerwoud dat inmiddels rond de vijver is ontstaan wat uit te dunnen. Onder andere een hele partij wateraardbei , deels in de vijver, deels aan ‘land’ weggehaald; ook een deel van de gele lissen en ook een aantal -inmiddels uitgebloeide- kattestaarten. Helemaal vergeten dat er een keienrand aan deze kant van de vijver was, met een kiezelstrandje. Nog terwijl ik er mee bezig was, kwamen de eerste groene kikkers, als in een soort amfitheater op de kiezels zitten. Lekker in de zon, snuit naar het water en wachten op langsvliegende insectjes. Niet makkelijk te zien, maar het zijn er een heleboel! De kikkers bedoel ik. Zo kunnen wij ze ook weer beter zien, tenminste als we heel langzaam komen aanlopen. Anders is het luisteren naar het aantal plonsen.

Nieuwe rups – calophasia lunula

Gisteravond rond uur of negen zat ik op het terras te lezen. Uit een ooghoek zag ik iets bewegen op het terras. Een rups, geel met zwart. Van een soort die ik niet eerder had gezien. Fotootje in de app Obsidentify -en tadaa! – het is de rups van het vlasbekuiltje. Een nachtvlinder met de gele vlasbekjes als waardplant. De gele vlasbekjes hebben we niet in de tuin, maar wel de vlasleeuwebekjes/ walstroleeuwebekjes. Die lust de rups ook wel. Ik zette de rups op zo’n leeuwbekje vlak langs het terras. En ze begon meteen aan een zaaddoosje te knabbelen. Toen ik even verder keek bleken er nog twee rupsen te zijn.

Mooi kleurig pakje hebben ze aan, die rupsen. Rupsen zijn er van juni tot september. Dan gaan ze verpoppen en overwinteren als pop. De vlinders vliegen in twee generaties van mei tot eind augustus. De vlinders vliegen overdag en ’s nachts, op vlasbekken, maar ook op spoorbloemen. Wij hebben in de voortuin een grote bos witte spoorbloemen. Benieuwd of ik daar nog een laatste vlinder zie vliegen. Bruin met bruin met grijs en opvallende witte halve maantjes op de vleugels. Niet zo kleurig als de rups.

Muntvlinder en bij

De appelmunt bloeit volop in de achtertuin. Witte pluimen boven een wollig blad. Insecten zijn dol op de bloemen. Niet alleen de muntvlindertjes, ook de honingbijen bezoeken de bloemen graag.

Deze week ook weer eens het ommetje langs de vlindertuin van het Groningerlandschap kantoor. Met floxen en zonnehoeden in bloei. Een lekkernij voor de aardhommel.

Mini springer

Vandaag, zondag, vanaf een uur of 11 tot vanmiddag 4 uur was het regenachtig. De regenton zit weer goed vol. 13 mm, goed voor de tuin. En een signaal voor de slakken om alle afgeregende blaadjes e.d. op te gaan ruimen. Ook fijn voor de kikkertjes, die nu niet alleen in het grasveld, maar ook gewoon over het terras springen. Kleiner dan de slakken, echt net uitgekomen.

PT86

Knobbelzwaan PT86 kwamen we tegen tijdens een wandeling, in het kanaal in Oude Pekela. Met een aantal al grote, maar nog wel grijs gekleurde jongen. Even tellen. 1, 2, 3. . Nog een vierde vlak bij de oever. 4 dus. Nee toen we naar de rand van het water liepen bleek daar nog een vijfde te zwemmen. Of eigenlijk ’te varen’. Dit vijfde jong dreef op een houtvlot dat tegen de kant aan lag. Ik maakte een foto met de telefoon van een afstandje. want toen ik dichterbij kwam, kwam PT86, een van de ouders me even waarschuwen dat het niet een goed plan was nog dichterbij te komen. Begrepen!