Help de insecten

Door in je tuin bloemen en planten neer te zetten waar veel insecten op af komen, help je de biodiversiteit een handje. En bijna geen betere plant in deze tijd van het jaar (en een groot deel van de zomer) dan tuingeraniums! Op een zonnige eind mei-dag, rondje tuin, en bingo.

Beestjes bij de vleet.
Op tuingeraniums.
In de loop der jaren hebben we er toch een heel aantal bij elkaar verzameld.
De geraniums bedoel ik.
En de insecten, die komen vanzelf.

Wie van de drie: stippelmot

Een klein exemplaar van een kardinaalsmuts in onze tuin zat vol met spinsel waarin tientallen rupsjes rondkropen. Grijs met zwarte stippen. Ah, dacht ik. Die herken ik. Al eerder zoiets gezien in de meidoornhaag (op kleine schaal).
Het is natuurlijk de ‘kardinaalsmuts- stippel mot’!
Hoe ziet die er uit, als mot? Nou zo.

Stippelmot.

De rups nog even door de Obsidentify-app gehaald. Meidoornstippelmot dacht de app, of de appelstippelmot, maar niet de kardinaalsmutsstippelmot. Hmm. welke zou het dan zijn? Op wikipedia staan verschillende stukjes over stippelmotten. En ook dat de meidoorn- , appel- , wilgen- , en kardinaalsmutsstippelmot alleen door nauwkeurig microscopisch onderzoek van de genitaliën uit elkaar gehouden kunnen worden. Dat is in vlindervorm.

Hoe zit het met het rupsenstadium? Kun je ze dan uit elkaar houden?
Daar zijn de verschillende teksten niet helemaal eenduidig over. Ik neig naar de meidoornstippelmot, als ik wat plaatjes kijk. Weer vreemd is dat de kardinaalsmuts niet als waardplant voor de meidoornstippelmot wordt genoemd. En dat weet ik wel zeker: de inmiddels geheel kaalgegeten struik is een kardinaalsmuts. En de rupsjes zijn nu ook verdwenen (ergens verstopt om te verpoppen).

Erika

Pok, pok, pok. Het houten dekseltje van het eekhoornkastje klapperde. Vast Erik weer, dachten we. Nee, deze keer was het niet Erik, maarErika. Rode staart, en stukje kleiner. Het voederkastje is vanaf het terras gezien, aan de achterkant van een van de stammen van de hazelaar. Voordeel is dat ik heel langzaam de achtertuin in kan lopen richting de hazelaar. Ik zie de eekhoorn eerst niet, en omgekeerd geldt hetzelfde. Gistermiddag langzaam naar achter lopen en heeeel langzaam om het hoekje van de stam kijken. Rode staart! Het is niet Erik, maar Erika.

Nog een beetje verder: achtereind van een eekhoorn te zien; kop en voorpoten hangen in het voederkastje om een pinda te scoren. De eerste paar pinda’s eet ze met rug naar me toe, staart over haar rug gekruld, dan draait ze zich om. Lichte paniek. Daar sta ik, op ongeveer 2 meter afstand, heel stil. Kwetterende fluitgeluidjes. Ze vindt het niet pluis, en kijkt me alert aan. Schuift een paar meter omhoog de hazelaar in. Maar komt een paar minuten later nog weer terug. Nu heb ik mijn telefoon bij me, voor foto’s en een filmpje-met-geluid.

Volgende keer de grote camera met mooie lens.

Erik de Eekhoorn

Omdat de bomen langzaam groener en dichter worden is het gehuppel door de takken van Erik de Eekhoorn niet overal meer te volgen. Daarom mooi dat ie zo vaak komt, om een showtje op te voeren dat we hem bijna dagelijks zien. Met een bijna zwarte staart. Door de boomkruinen, via de zwarte Els omlaag, hop door de hazelaar naar de fluweelboom. Daarin hangt de pindasilo. Gister maakte Eddy deze leuke foto’s, en vandaag bij het avondeten buiten kwam ie weer langs. Eerst weer de pindasilo, waar hij dan horizontaal aanhangt. En daarna naar het eekhoonvoederkastje. Die hangt in de hazelaar, een de achterkant van een van de stammen. Gezien vanaf het terras. Niet goed te zien , dus. Erg leuk, als je er op let: Erik tilt het dekseltje van het voederhuisje op , en als ie het weer dicht laat vallen horen we steeds ‘pok!’. Nu we dat eenmaal weten, kunnen we ook op het pok letten, en dan kijken of we Erik zien.

Ongeluk zit in klein gaatje

Vorige week, volop zon en ik deed de ramen van de logeerkamer open om eens goed door te laten waaien. Toen kwam ik dit bizarre schouwspel tegen. Kijk maar eens goed. Een arme hommelkoningin, in deze tijd van het jaar op zoek naar een holletje, waar ze een nest kan starten, kwam ongelukkig klem te zitten in een gaatje van het raamuitzetijzer. En ze kwam er niet meer uit….

Toen ik haar vond was ze niet meer in leven. Ze zat stevig klem. Een vleugeltje vrij, de andere vast en langs haar lijfje in het gaatje. Ze was al dood, en toch wilde ik niet zo hard trekken dat ze in tweeen zou breken. Niet dat ze het zou merken… maar ik wel. Heel voorzichtig trekken en een beetje wrikken. Ik kreeg haar los. Haar laatste vlucht was naar beneden, in de voortuin, bij de taxus.

Dril gearriveerd

Een week geleden kwamen de eerste bruine kikkers weer aan in de vijver. Sommigen zag ik als eerste in het water, anderen nog op het land, op weg naar de vijver. Elke ochtend eerst even in de vijver kijken of er al kikkerdril lag. Vrijdag nog niets, wel de eerste ‘gepaarde’ kikkers, zaterdag ochtends de eerste 2-3 blobs, en vandaag -zondag- minstens 30 blobs.

De mannetjes bruine kikker zijn wat kleiner dan de vrouwtjes en klemmen zich vast op de rug van het vrouwtje. Zodat ze zeker weten dat – als zij eitjes gaat leggen- hij er als eerste bij is om de eitjes te bevruchten. Gister zagen we een paartje kikkers uit de vijver springen, op het land. De een op de rug van de ander. Ik dacht eerst, die moet ik de weg terug wijzen, naar de vijver. Zetje in de goede richting. Plons. Goed zo, weer in het water. 10 minuten later zagen we het tweetal weer op het land. Toen bedacht ik pas… het vrouwtje heeft haar eitjes gelegd, taak voldaan, en kan nu weer vertrekken. En het mannetje is gewoon een sul, als ie haar vast blijft houden, terwijl de actie toch echt in de vijver is.

Over sullen gesproken. Wat denk je van de bruine kikker op foto 6. Die heeft een groene kikker omarmd. Dat gaat niet werken. Die leggen pas weken later eitjes. En wie weet is het niet eens een groene kikker vrouwtje…

Henk

Afgelopen maandagochtend liep ik naar de bijkeuken om koffieapparaat aan te zetten. He, wat een gek vogeltje. Nee dus. Voor de eerste keer dit seizoen weer een muis op de pindasilo gespot. Met uitgestrekt pootje zat ie minuten lang pinda’s tussen het gaas vandaan te peuteren. Heel eventjes kwam er een koolmees aan, maar ging snel weer weg. De eerste foto snel met telefoon gemaakt. Niet superscherp, maar je ziet wel vogel en muis.

Mees en muis

Omdat de muis zo lang bleef zitten had ik tijd genoeg om de Nikon met grote lens te gaan halen. Ondertussen kwam onze ochtend visite binnen, en we lieten ze de muis zien. Gevieren bleven we een tijdje kijken en lieten de muis toen maar alleen. HIj hing maar door, met steeds dikkere wangzakken (een beetje hamsteren?).

Naam van de muis is ook helder: Henk, omdat die met op bezoek kwam. Tja en als het een vrouwtjesmuis is, dan heet ze Pauline.