Een gezond en veilig 2025 toegewenst.
Op zijn Gronings: veel hail en zeeg’n int nije jaar
Alles in en om onze tuin
Een gezond en veilig 2025 toegewenst.
Op zijn Gronings: veel hail en zeeg’n int nije jaar
Helleborus foetidus of stinkend nieskruid is een plant die je nu kunt zien bloeien. Van soms december tot aan maart april bloeit de groenblijvende plant met groengele bloemen, soms met een roodachtige rand. Met diep ingesneden donkergroene, soms bijna paarsachtige, bladeren is het een echte winterbloeier. Centimeter of 40-50 hoog. Op een plek waar het nieskruid het naar de zin heeft kan de plant zich uitzaaien. In het vroege seizoen een welkome bloem voor (wilde) bijen.
Alle delen van de plant zijn licht giftig, het kneuzen van het blad schijnt te stinken, vandaar het eerste deel van de naam. En waarom dan nieskruid? De gedroogde wortels werden tot poeder vermalen en zorgen bij opsnuiven ervan dat er flink geniesd moest worden. Vroeger werd niespoeder veel toegepast bij verkoudheid, als symptoombestrijding, het niesen kan een opgelucht gevoel geven. (En soms werd gedacht dat door het niesen boze geesten werden uitgedreven). De oude Grieken gebruikten het wortelpoeder bij krankzinnigheid en epilepsie. Ook werd het toegepast als braakmiddel, bij verstopping en tegen hartritmestoringen. Het gif werd vroeger als wormmiddel gebruikt voor vee.
De plant is zeldzaam als wilde plant in Nederland, en is recent ingeburgerd in Zuid Limburg en de duinen bij Cadzand en Bergen. Oorspronkelijk komt de plant uit Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Is nu in veel tuinen aangeplant.
De onderste foto is van een exemplaar dat groeide in de tuin van mijn ouders in Bunnik. Foto uit 2017. Een ooit meegenomen stekje heeft het destijds niet gehaald hier bij ons in de tuin. De bovenste twee foto’s zijn genomen in de tuinen bij het kantoor van Groninger Landschap, hier in Haren. Vast onderdeel van een van onze ommetjes. En als je er veel wilt zien: op de rotstuin in Hortus Haren groeien ze bij bosjes.
Na wekenlang grijs, nu meer variabel weer. Dat betekent ook opklaringen, tussen buien door. Met de lage zon kun je dan mooie ”Hollandse luchten’ zien. Ook andere verschijnselen aan de hemel als regenbogen, uitwaaierende wolken en valstrepen.
Tijdens de wandelingen hebben we het zelf droog gehouden, terwijl overal om ons heen de wolken hun vrachtjes water loslieten.
Floron organiseert jaarlijks de eindejaars plantenjacht; tussen kerst en 3 januari kijken welke bloeiende (wilde) planten je zoals tegenkomt in deze periode. Heb je de actie gemist, volgend jaar weer een kans. De top 10 van dit jaar:
Ook nu nog prima te doen (in eigen tuin bijvoorbeeld) is de rozettenjacht. Veel planten maken eerst een laagblijvend bladrozet. Ze blijven groen in de winter en omdat ze zo laag zijn hebben ze minder last van evt bevriezing. En als er sneeuw valt hebben ze meteen een warm dekentje. Onderstaande collage maakte ik van foto’s die ik binnen 15 minuten maakte in eigen tuin, net voor de kerst. Het leuke van rozetten vind ik dat ze in eerste instantie veel op elkaar lijken. Maar als je ze een jaar/ paar jaar volgt herken je al heel snel welke plant bij welke rozet hoort. Van de derde van links op de onderste rij (ooit van Ernst gekregen), las ik recent dat het (ook) een kamerplantje is. Ga ik toch eens een exemplaar binnen zetten.
Net als vorig jaar vierden we kerst bij familie in de buurt van Utrecht, en overnachten in een -erg leuk- hotel. Het Eye hotel. De ochtend na het kerstdiner hadden we een rondleiding geboekt bij DOM under, opgravingen onder het DOM plein. Dat was pas om 12:00 uur, dus genoeg tijd om een stukje door de stad, onze vroegere studiestad, te wandelen. Onder andere langs de Domtoren, na 8 jaar eindelijk weer eens zonder de steigers er om heen, en dit jaar konden we ook de tuinen bekijken naast de Domkerk: het Pandhof. Vorig jaar was er geen toegang.
Ga vooral eens kijken als je in de buurt bent. Onderhouden door vrijwilligers. De buxussen zijn vervangen door lonicera.
Langzamerhand komen alle vogelvoer silo’s en mandjes weer te voorschijn. Nu is het nog stil wat betreft mussen, wandt de silo met zonnepitjes staat er nog niet. De paal heb ik inmiddels naast de budleija in de grond gezet, die silo wil ik eerst nog even goed schoonmaken met soda. Om een beetje plek te hebben voor de silo (en beter zicht te hebben op de vogeltjes vanaf de bank, STRAKS, heb ik de budleija een lichte snoeibeurt gegeven. Op een van de oude snoeistompen kwam ik een paar wat half ingedroogde, gerimpelde paddenstoeltjes tegen. Nu heeft het weer flink geregend en de judasoortjes zijn weer stevig.
Stevig is eigenlijk niet het goede woord. Als je het aanraakt voelt het een beetje als gelatine of een siliconen bakvormpje.
De judasoor is eetbaar en wordt gebruikt in oosterse keukens. Die van ons laat ik lekker aan de struik zitten. Het is een parasitaire plant die meestal op vlier groeit.
Al een tijdje ben ik mij aan het oriënteren in de mogelijkheden van ‘iets met hout’. Daarom wil ik zeker nog eens terug naar het depot van het universiteitsmuseum Groningen. Om verder te neuzen in materiaal dat geschikt is om te gebruiken voor een/enkele kleine tentoonstellingen in de Hortus. Er hing bijvoorbeeld aan het plafond een enorme bamboe-‘stengel’ in twee delen, naar schatting wel 10 meter hoog als je ze op elkaar zet.
Een xylotheek, een verzameling blokjes hout, dat lijkt me wel wat. Of van alle bomen die in de Hortus worden omgezaagd een houtschijf bewaren, of een blok hout. Om jaarringen te tellen, maar ook om verschillen in kleur, gewicht en groeisnelheid te zien. In het Herbarium Frisium in Wolvega hebben ze ook een (educatieve) collectie, heb ik recent gemerkt. Jan Poutsema, bestuurslid Hortus, vertelde over een botanische tuin in Aken, die een soort installatie buiten in d tuin had met blokken hout aan een ketting. Je kon de blokken niet meenemen maar wel optillen en gewicht voelen.
De collectiebeheerder van het depot van het universiteitsmuseum vertelde over een verzameling stukken hout in een kistje van sterrenkundige Jacobus Cornelis Kapteyn. Hij is het Meets bekend om zijn sterrenkundig werk, maar deed ook onderzoek naar boomringen en de invloed van zon op het klimaat (en dus groeisnelheid bomen). Het kistje zou zijn zoekgeraakt in het depot…. Mysterie! Dat is leuk om eens uit te pluizen.
De werkzaamheden aan de informatieborden van het evolutiepad-in- wording in Hortus Haren vordert gestaag. Meeste foto’s en figuren zijn al bijelkaar verzameld door Roel. Van een paar hele vroege plantensoorten, die deels al zijn uitgestorven, bestaan de illustraties uit foto’s van fossielen. WE hebben zo nog niet allemaal, of niet van allemaal een supergoed foto. Ik help Roel, ecoloog, die het leeuwendeel van schrijf en verzamelwerk doet, met het zoeken naar de laatste plaatjes. Onder andere door een afspraak te maken bij het depot van het universiteitsmuseum, met Jan Waling Huisman. Jn Waling had eigenlijk al vakantie, maar was bereid even terug te komen om Roel en mij vrijdagmiddag een eerste blik te gunnen.
Zo’n depot is echt een snoepwinkel als je van oude spulletjes houdt. We zijn er maar kort geweest, en Jan Waling had rij 36b van de rijdende archief kasten open gezet. Hier lagen ongeveer 60 dozen met fossielen van planten. Afkomstig van het vroegere botanische lab; eerst in de rozenstraat in centrum Groningen, bij de oude Hortus; toen verhuisd naar het biologisch centrum in Haren. Roel, vertelde dat toen hij hier biologie studeerde, de fossielen in mooie houten ladekasten in het biologisch centrum stonden. Die laden raakten langzaam leger (destijds publiek toegankelijk). Toen de biologische faculteit is gesloten zijn de fossielen in kartonnen dozen gegaan en naar het depot. De kasten zijn verdwenen en helaas is er geen goede inventarisatie van wat er is aan fossielen en welke informatie erbij hoort.
Jan Waling liet ons een paar dozen zien, en we werden helemaal enthousiast. Roel herkende er al een paar waar hij naar op zoek was; ikzelf herken het vooral als ‘een varentje’, of ‘een blaadje’ . Als een soort lopende band hebben we met zijn drieën alle 60 dozen even van de plank gehaald, geopend, gefotografeerd, gesloten en weer op de plank terug gezet. Half uurtje. Hiermee kan Roel thuis kijken van welke fossielen hij – begin volgend jaar- nog meer/ betere foto kan maken. Dan is het goed nog een extra lamp mee te nemen.
Iemand geïnteresseerd in geologie, die dat een mooie klus lijkt ?
In Hortus botanicus Haren is al jaren geleden een blauwe paaltjes wandelroute uitgezet, een kleine 60. Vanuit de rondleidersgroep van vrijwilligers zijn ook teksten gemaakt met wat er allemaal te zien is bij de verschillende paaltjes. Da’s allemaal een beetje veel geworden, dus ik heb de actie op me genomen op me de wandeling in kleinere stukjes te hakken. Vorige week probeerde ik de wandeling – zonder kaart- in de richting ’tegen de klok in’ te lopen, dat bleek tegen de richting van de makers in te zijn. Dit ging niet helemaal goed, en na een paaltje of 15 was ik de route kwijt.
Gister, zaterdag, het was nog een uurtje droog, besloot ik de wandeling de andere kant op te lopen, nog steeds zonder kaart. Als ik achteraf de kaart met blauwe stippen en de door mij gelopen route bekijk, dan zie ik dat ik de meeste wel heb gevonden. Een kleine lus langs de rotstuin, en over de boulevard terug heb ik gemist.
De komende twee weken is de Hortus gesloten. Mocht je het leuk vinden om -in gedachten- een wandeling van ongeveer een uur te maken, ga dan in een luie stoel zitten of op de bank liggen, start bijgaand live verslag van de wandeling, en sluit je ogen. Luister naar de live beschrijving en wandel met me mee. Af en toe is het geluid wat minder goed, het waaide nogal.
Jaaahhh.
Het wordt al weer langer licht!
Gister 21 december was de korte dag van het jaar. Vandaag, 22 december, gaat de zon één seconde later onder dan gister. Dus de avondschemering valt een fractie later. Scheelt ook dat het na een ongebruikelijke lange periode van grijs weer en continue bewolking, de zon nu weer regelmatig te zien is. Tussen de buien door.
In de ochtend komt de zon nog wel steeds ietsje later op.