Vooruitdenken voor Hommels

Hommels zijn dol op lavendel.

Onze lavendel, eind juni

Wij hebben 1 soort lavendel in de tuin.
Bloeit allemaal tegelijk.
Laatste week juni, eerste helft juli.
Terwijl er verschillende soorten zijn.
Vroegbloeiend en laatbloeiend.

Wat als ik nou een serie verschillende lavendels plant?
Lavendel  in bloei van mei tot oktober.
En in een beetje goed jaar bloeit de vroege lavendel, indien teruggeknipt na de bloei, later in het jaar een tweede keer.

Hommels blij.
Wij blij.

Vlinderlavendel – lavendel stoechas pedunculata – mei
lavendula x intermedia grosso – juni
lavendel angustifolia muntstead – juli
lavendel angustifolia hidcote – augustus
lavendula dentata royal crown – september oktober

Omdat sommige niet (geheel) winterhard zijn, wacht ik  nog even met aanschaf tot het voorjaar. Bijvoorbeeld via de website van directplant, die planten kunnen thuisbezorgen. Je kunt ze ook op een afhaalpunt in de buurt halen. Het dichtstbijzijnde  punt is nog geen half uur fietsen. Heb meteen een herinnering in mijn agenda gezet voor maart 2019, met verwijzing naar dit blogje.

Zoek de verschillen

Twee foto’s, genomen vanaf mijn favoriete plekje op de bank.
Zoek de verschillen tussen de foto’s (en meld ze als reactie op dit blogje).

Foto 1
Foto 2

Op deze plek zit ik meestal deze blogjes te typen.
Behalve het raam op de foto, uitkijkend op de zijborder, is er iets naar rechts op de foto de voorruit. Van daaruit kijk ik over een laag stukje van de vuurdoorn (met vorige week een merel) naar een boompje waarin een dikke kluit kamperfoelie groeit en waar we vaak de vetbollen voor de vogels inhangen.

Boom met ellebogen

Zondag was ik  -zoals elk jaar op deze dag- op bezoek bij mijn zwager.
’s Morgens had een een beetje gesneeuwd, grootste deel van de dag was het miezerig en mistig. Kom, zei Carel, ik laat je nog even de mooiste boom van Zeist zien. Die staat op het Zusterplein aan ten westen van de Nassau-Odijklaan, vlak bij slot Zeist.

Nu al het blad eraf is is de mooie grillige vorm goed te zien. Meerdere stammen, waarvan er een paar met dikke ‘ellebogen’ op de grond leunen. Een prachtige klimboom. Duidelijk op leeftijd. Als we onder de boom staan en omhoogkijken zien we allemaal stalen kabels en ‘ankers’ die de verschillende stammen en takken bij elkaar houden. Een beetje zorgelijk kijk ik naar een bundeltje paddestoelen op de stam. Als dat maar geen honingzwam is…

Thuis zoek ik op welke boom het is. Snel gevonden. Het is een oude witte paardekastanje, Aesculus hippocaustanum, cultuurvorm Baumannii. Stam omtrek ruim 5 meter en hoogte ruim 25 meter.

De boom staat er al vanaf de tweede helft van de 18e eeuw, bijna 270 jaar oud! In de periode 1748 – 1751 werden de gebouwen van de Broedergemeente gebouwd, met aan de ene kant het Zusterhuis aan het zusterplein, aan de andere kant van de straat het broederplein. Voor de symmetrie had ik op het broederplein ook zo’n grote kastanje verwacht, maar die is misschien al eerder een keer gesneuveld.

De boom staat in de top 5 van mooiste bomen in Utrecht.

Wist je dat  ook de Anne Frank boom een witte paardekastanje, ongeveer uit dezelfde tijd als dit Zeister exemplaar.

Bomen planten

Vandaag kwam Ties.
Om de boompjes die we laatst gekocht hadden te gaan planten.
Helemaal droog was het niet.
Half 1 reed het busje voor.
Met de drie boompjes op hun zij in de aanhangwagen.

Als eerste de sierpeer, de hoogste van de drie.
Die staat nu net voorbij het huis, aan de rand van het halfronde terras.
Twee grenenhouten palen er naast en vastgezet met paar lussen kokostouw.
Na ongeveer drie jaar zijn de paaltjes vergaan, kun je ze zo afbreken, en ook het touw is dan op. De meeste bomen zijn na drie jaar goed geworteld.

Daarna de amberboom, de breedste van de drie.
Op de plek van een grote pol molinia, in de zijborder. De molinia, met kluit van bijna 50 cm, zo groot als de boomkluiten, staat nu geparkeerd in een grote bloempot achter in de tuin. Misschien vind ik er nog een liefhebber voor (met auto…).

Tot slot de gingko, de kleinste en smalste van de drie.
In de voortuin, bijna op de hoek van de tuin, richting buurman Jan. Aan de kant van Jan staat nog het restant van een enorme berk, die de afgelopen paar jaar steeds slechter werd en in porties wordt verwijderd. De Gingko is nog heel klein en groeit langzaam. Maar op termijn kan het een boom van groot formaat worden. De meerstammige vogelkers werd afgezaagd om plaats te geven aan de gingko. Een taxus zaailing heb ik verplant naar achter in de tuin. Een stel andere zaailingen heeft Ties op ruim een halve meter afgezaagd. Dat kan mooi een groen blok worden, waar de Gingko achter staat. En zo kunnen we ook weer makkelijker bij de heg langs de straat kant.

Inzakken en omvallen

De halmen van de miscanthus siergrassen staan nog behoorlijk goed overeind. Dat is niet zo met de bijna 2 meter lange halmen van het siergras molinia. Die hebben de neiging om pardoes om te vallen, van de ene op de andere dag, en waar dat over een pad heen gebeurt , halmen los trekken of even een knippertje erbij. De grote bladeren van de darmera peltata zijn nu ook allemaal omgevallen. De grote bos bladeren van de koningsvaren had ik met een stukke stroomdraad bij elkaar gebonden. Aan een paaltje. In de zomer. Die zijn nu -en masse- als 1 grote bos omgevallen (tweede foto, midden links)

En tussen de bruinen en gelen…. opeens stralend oranje rood.
Een paar beschutte takken van een grootbladige cotoneaster staan nog prachtig te stralen in gekleurd blad. Met het vochtige weer ook nog hoogglanzend. Even genieten.

Vrolijke voorkant

Laatst ging ik een nieuw blok kopen met blanco papier.
Om te oefenen met tekeningetjes maken.
Ik zou een 1 daagse tekencursus gaan volgen.
Even naar de action.
Dit is de voorkant van het blok, zo vrolijk.

Als ik het gebruikt heb, doe ik de voorflap weer terug en leg het blok met de voorkant naar boven in de la van mijn bureau.
Elke keer als ik het blok weer ga gebruiken, moet ik weer glimlachen.
Het leuke is dat de spreuk voor iedereen kan gelden.
Ieder met zijn eigen ‘ happy’.

Maandfoto november 2018: madelief-fijnstraal

Dit exemplaar van de zomerfijnstraal staat half december nog enthousiast te bloeien.  Stuk later begonnen met bloeien dan de andere exemplaren, die van juni-augustus bloeien.
NB. Als je denk, hmm, die foto, deze compositie, komt me bekend voor. Klopt. Zie hier.

Het is meestal een eenjarige, de pluizige zaadjes kiemen in de herfst en vormen rozetten. De rozetten van de exemplaren van volgend jaar zitten al volop tussen de voegen van het ronde terrasje naast ons huis. Bovenstaand  exemplaar heeft het geluk gehad dat ze niet in de loop van straat naar fietsenschuur staat, maar er net naast. Veel van de zaailingen, nu nog platte rozetten waar we overheen kunnen lopen, hebben een plek midden in het pad gevonden. Dat wordt wat volgend jaar. Verplanten is lastig, ze zitten in de voegjes en als ik rozet er uit probeer te krijgen breekt de penwortel af. We zullen zien.

Lydia

Meestal begin ik elk blogje met een foto. Eerst een plaatje, dan er wat tekst omheen bedenken. In voorjaar en zomer is dat super makkelijk: dan een kort rondje door de tuin met fototoestel of telefoon(camera) en ik heb een heleboel bronnen van inspiratie.

Op een natte herfst- of winterdag is dat minder voor de hand liggend. Het is lastiger om snel mooie foto’s te maken, minder kleuren, minder licht. Tuurlijk kun je ook nu mooie foto’s maken, maar dat vereist meer voorbereiding, goede belichting of evt. bijlichten, statief. En dat komt er nu niet zo van.

Het blijft bij een kort tuinrondje. Kraag hoog opgetrokken, handen in mijn warme jaszakken. Een kort tochtje met het schillenbakje naar de composthoop achter in de tuin. Een snelle beweging van de hark om afgevallen blaadjes van het pad in de borders te vegen. Dat is nu ook zo goed als klaar, de bomen zijn vrijwel kaal en de meeste bladeren liggen nu op een grote stapel in een reusachtige plastic zak: bladaarde in wording.

De enkele foto die ik nu maak, heb ik al eerder gemaakt. De knaloranje vuurdoornbesjes. Die langzaam maar gestaag worden weggewerkt door de verzameling merels. Begin 17e eeuw (1) verscheen deze struik in Europese tuinen.

Vuurdoorn, pyracantha coccinea. Aan de vrucht, de sterretjes met 5 punten, zie je dat de vuurdoorn tot de rozenfamilie behoort. Ga maar eens een willekeurige rozenbottel bekijken!
Lydia, midden onder in beeld. Beetje onscherp, want moest snel en zonder te veel beweging om haar niet te verschrikken, mijn telefoon pakken en foto maken. Midden boven, de witte vlek, is een pindacake, waar voornamelijk kleine vogeltjes op komen.

Vanuit een ooghoek zie ik beweging. Op een meter afstand van waar ik zit te schrijven, op de vuurdoorn juist achter het raam zit Lydia, een mereldame. Besje na besje verdwijnt in haar snavel. Alsof ze door heeft dat ik net over haar schrijf…

Vuurdoornweetje van wikipedia
Alice M. Coats, Garden Shrubs and Their Histories (1964) 1992, s.v. “Pyracantha” notes that it does not appear in John Gerard’s Herball of 1597 but was in gardens before 1629, when John Parkinson mentions it, as the “ever greene Hawthorne or prickly Corall tree”.

Meer
hier.

Uit de hand gelopen hobby

Dat geld voor de orchideeën van Frans Reinhart uit Haren. Van Hobby, al 50 jaar, tot orchideeënkwekerij. Orchideeën kweken is gebleven en al jaren doet Reinhart mee met Kom in de Kas. En waar veel kwekers dat alleen maar een of twee weekenden per jaar doet, laat Reinhart het bordje gewoon het hele jaar staan. Dus toen we vandaag tijdens een wandeling in het dorp het bordje zagen staan, pasten we ons rondje zo aan dat we langs de kassen wandelden.

Oh, zei Eddy, moet je deze eens zien. Met de kleur van ola-ijsjes.
Stukje oerwoud nagebouwd
Aechmea Blue Rain, een kokerbromelia

Eerst door een ontvangstruimte waar groepen tot 60 personen kunnen worden ontvangen. Voor een lezing over orchideeen en dan een rondleiding, door de kas, of bij mooi weer door de buitentuinen. Jaren geleden waren er ook anthuriums, rij na rij. Daar zijn Frans en Wilma 6 jaar geleden mee gestopt. Te veel aanbod, te lage prijs, te veel werk daarbij. We hadden al eerder gezien dat de anthuriums weg waren, maar nog niet dat er zo veel vogeltjes stonden. Hele rijen met grote volières en vliegkooien. Eerst een grote kooi met kanaries en zangvogeltjes. Mooie trillers en liedjes. Verder naar achter allerlei soorten parkieten en rosella’s, mooie kleuren, dat wel, maar die wil je niet in je huiskamer (zo schel). Nieuwste lichting is een aantal hokken met fazanten, steeds een paartje van elke soort. Gewone fazanten, goudfazanten, zilverfazanten.
Een jonge ondernemer, in vijveraanleg en onderhoud, is ook in het complex getrokken. Genoeg ruimte. En de grote vijver die hij buiten aangelegd heeft trekt weer nieuwe bezoekers. Een gesloten economie , zei Wilma. Hij kan in een deel van onze kassen zijn bedrijf starten, en helpt ons dan weer met zijn diensten als elektriciën en met de website (nieuwe webwinkel)