Geraniums, of eigenlijk pelargoniums, daar had ik nooit zo veel mee. De rode hanggeraniums die op de balkons van alle Oostenrijkse (houten) huizen hangen. Ik ben meer van de tuingeraniums (die echt geranium heten; of ooievaarsbek). Of van de geurgeraniums, citroen en pepermunt. Geurgeraniums zijn trouwens weer pelargoniums. Maar ik merk dat ik pelargonoiums leuker ga vinden. Misschien wel door de lezing over pelargoniums een tijdje terug. Daar kocht ik een derde soort geurgeranium, de royal oak. In een mandje op het terras, nog geen bloemen.
Langzaam begin ik te snappen waarom pelargoniums zo populair zijn: ze bloeien eindeloos door.
We hebben er nu eentje (te leen) die in een pot staat met nog twee andere roze planten. Een berg van kleur. De geranium heeft hele donkere bladeren, waar de bloemen mooi tegen afsteken.