2 x Jakob, 1 x Sint Jan

In de Hortus vandaag veel Jakobskruiskruid in bloei gezien, met daarop de olijk geel zwart gestreepte Jakobs-vlinder-rups. Een stukje verderop bloeiden grote hoeveelheden oregano, met daarop de Jakobsvlinders zelf. Niet geel-zwart, maar rood zwart.
Altans dat dacht ik! Totdat Ben me er op wees dat de afgebeelde vlinder weliswaar (ook) rood zwart was, maar niet de Jakobsvlinder. Het is namelijk de St. Jans vlinder.

Rups van Jakobsvlinder op Jakobskruiskruid

We hebben in de achtertuin in het bloemenweitje 1 Jakobskruiskruid staan. En we hebben ook veel bloeidende oregano. Als ik nou volgende keer als ik naar de Hortus ga een klein potje meeneem, en een of twee rupsen meeneem en die op onze ene bloemstengel zet….
In mijn broekzak meenemen -vandaag- vond ik toch niet zo handig.

Sint Jans Vlinder

Ben gaf me nog deze tip:
Op NatureToday heeft nog niet zo lang geleden een stukje gestaan waarin de beide vlindersoorten die inderdaad veel op elkaar lijken naast elkaar zijn gezet. Op de site van de Vlinderstichting staat ook een stukje over de relatie Jakobskruiskruid en Jakobsvlinder (https://www.vlinderstichting.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/giftige-sint-jacobsvlinder-waarschuwt-vogels) met een duidelijke foto van deze soort.

En warempel!

Bij een wandeling rond het Paterswoldse meer in mei kwamen we een hele groep witte Judaspenning tegen in de berm. Vlak bij het Scandinavisch dorp, op een viersprong bij de oude Badweg.
In de tuin hebben wij de paarse variant. We hadden het plan opgevat om -als bij ons in de tuin de zaden rijp zijn – de wandeling nog een keer te doen. Vorig weekend was het zo ver.

We konden de plant eerst niet terug vinden, de planten en kruiden en grassen en bramen waren hoog opgeschoten, hoger dan de judaspenning. En we zagen dat aan elke kant van het fietspad een strook van ongeveer een meter breed van de berm kort was gemaaid, een paar weken terug zo te zien. De judaspenningen hadden vlak bij het pad gestaan, dus waren waarschijnlijk ook gemaaid. WE zochten nog even verder, naar de juiste plek, in ons geheugen. Zo’n zijpaadje naar rechts, en dan een flauwe bocht. Hier moest het ongeveer zijn.
En warempel! (Lo and behold, zouden de Engelsen zeggen).
Tussen het gemaaide gras zagen we de wit verkleurde stengels -en penningen- van de plant liggen. De rest van de wandeling zwaaide ik met een judaspenningentak in mijn hand. De zaadjes inmiddels uit de vliesjes gepeuterd en klaar om een deze dagen te zaaien. Deels in potjes.

Rimboe of half uurtje lopen van huis?

Een paar maanden geleden ontdekten we een nieuw wandelpaadje, parallel aan het reguliere wandelpad langs het meer. Nu lopen we er elke keer langs als we ons rondje meer (12 km) doen. Heel smal en, met de uitbundige groei van de laatste weken, bijna een jungle.

Rondje Drenthe

Wij wilden gaan fietsen en of wandelen. Vrienden van ons, Mirjam en Pieter, zouden gaan kanoen in Drenthe. Wellicht treffen we elkaar, was de gedachte. De hele dag heen en weer appen om te kijken wie waar was. Wij bleken veel te vroeg bij de beek, de Hunze te zijn, waar Pieter en Mirjam zouden gaan varen. (Of zij waren te laat?).

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is drenthes-aa-landschap.jpg
Uitzicht Nationaal Park Drentsche Aa

In ieder geval hebben we een prachtige dag gehad. Om 9 uur op de fiets, en na een rondje van 70 km, weer thuis. In het dal van de Hunze aan de ene kant van de Hondsrug, en later in het dal van de Drenthsche Aa, aan de andere kant van de Hondsrug. ‘ s Morgens het rijk alleen, nieumand onderweg. Het laatste stuk ’s middgas, in de buurt van Annen en Zuidlaren wel veel fietsers op de weg, soms lastig op de smalle schelpenpaadjes in het bos.

Naast rode klaprozen, ook een paar paarse, bij de Bonnerklap (klap=brug).
Zaaddozen nog niet rijp…..
Knap gevaarlijk in Nieuw Annerveen!

De Wylgen: Bij Sjoerdtje en Piet in de tuin

Wat voelt dat rijk!
Zomaar op een doordeweekse maandagmiddag op tuinbezoek.
Het had de maandagochtend (15 juni) aan een stuk door geregend.
Even leek het erop dat ons plan in het water zou vallen.
De regen stopte, de zon kwam er bij.
Met Jitske op weg naar Friesland, naar de Wylgen (vertaling voor de niet-Friezen: de wilgen). We gingen op bezoek bij Sjoerdtje, een vriendin van Jitske nog van de lagere school!

Een oude boerderij, de afgelopen jaren helemaal afgebroken en steen voor steen weer opgebouwd. Prachtig. Dar helpt het dat Sjoerdtje altijd als werkvoorbereider in de bouw heeft gewerkt. Anders begin je misschien niet aan zo’n klus. Wij waren er vooral voor de tuin, dus snel naar buiten.
Uitkijkend over een grootgrasveld, overlopend in de weilanden daarachter (borrowed view). Rechts een lange bloemenborder, ongeveer 1,5 meter breed, als eilandborder in het gras. Makkelijk om van twee kanten bij de planten te kunnen komen. Vol met bloemen, vorm, kleur .

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is eilandborder.jpg
Eilandborder

Bij elk plantje heeft Sjoerdtje een verhaal.
Die was van mijn beppe, dat is een roos van mij moeder, die pepermunt-boom van Piet gekregen ipv een bosje bloemen. Die heb ik van Sietske. Dat plantje komt bij De Rode Pimpernel vandaan. Die heb ik gezaaid van zaden die ik uit Frankrijk kreeg,

De parasol was niet meer nodig, de 10-20 jaar geleden aangeplante bomen gaven heerlijk schaduw. Vogelhuisjes -en vogels- in overvloed. Onder 1 huisje waar koolmezen hadden gebroed zag Sjoerdtje allerlei plukken (schapen) haar liggen. Even schrok Sjoerdtje, ze dacht dat de steenmarter het nest had geruimd. Nee hoor, koolmezen waren een tweede nest begonnen in hetzelfde nestkastje en hadden de nestkast zelf eerst goed schoongemaakt. Inmiddels hoorden we de jongen van tweede nest al weer piepen.

Van deze prachtige witte kaardebol hebben we zaailingen meegekregen. Nog stekeliger dan de gewone lilapaarse kaardebol. Eerder kreeg ik al een foto van ontkiemende kaardebol zaadjes met uitnodiging een keer langs te komen.

In de tuin allerlei Engelse invloeden, een roos uit Engeland, zaadjes uit Engeland, maar ook een “nursery bed”. Vlak naast de moestuin van Piet een rij bakken waar allerlei planten en bloemen kunnen worden opgekweekt.
Mooi tuinbezoek.

En als afsluiting nog even langs Burgum, bezoekje (met 1,5 meter) aan Jitskes moeder. En zeer enthousiaste hond Beike. Wist je dat zo ongeveer alle Friesche honden Beike heten?

Als dit je achtertuin is….

Ommetje uitloopgebied

De Oosterpolder bij Haren was lang geleden onderdeel van een enorm moerassig gebied van het Gorecht. Nu is het uitloopgebied voor de wijk Oosterhaar. Na verschillende uurtjes in de tuin gingen we aan het eind van de een middag afgelopen week nog een ommetje door dit gebied maken. Jasje mee, want het kon gaan regen, voor de temperatuur was het absoluut niet nodig.

Over een dijkje van de Oosterpolder waar vele honderden vingerhoedskruiden bloeiden. En allerlei andere wilde planten. Mooi hoor. En opeens zagen we ook pardoes een ijsvogeltje. blikkerend blauw, op een tak boven het water. 1 minpuntje, en dat lag niet aan het landschap. Weer vergeten een flesje water mee te nemen, en als de wandeling dan toch goed twee uur wordt (steeds en stukje verder), dan wordt het best dorstig..

Blote digitalis

Soms hoor je wel eens dat mensen regelmatig dromen dat ze naar hun werk gaan en vergeten zijn hun broek aan te trekken. Planten overkomt het wel eens in het echt. Deze foto’s zijn van een vingerhoedskruid die ‘vergeten’ is om bloemen, de vingerhoedjes te maken. Wel meeldraden en stampers, maar de bekende vingerhoedjes ontbreken. Ik zag het van een afstandje al, omdat deze toorts een gelige kleur had, niet wit of paars. En van dichtbij zie je waarom. Bizar.

Bij Ina H. in de tuin

Vogelverhalen: Thomas

  1. Hoe komt het dat Willie in de achtertuin geen slakken heeft en in de voortuin wel?
  2. Waarom draagt Willie een boerenzakdoek op haar hoofd?

Als je bij Willie op bezoek gaat in de tuin kom je er achter. Zaterdag was ik even bij Willie en Gerard op bezoek. En wie Thomas is? Niet de hond, die heet Okke en zat binnen. Thomas is een van de drie loopeenden die Willie heeft aangeschaft om de slakken in de tuin op te eten. Thomas is het mannetje, donkerbruin, met een fiere krul in zijn staart. En twee witte dames. Werkt heel goed. In de omheinde achtertuin scharrelen de eenden de hele dag rond. ’s Avonds gaan ze in een zelfgebouwde ren.
Ze komen niet in de voortuin, ergo, daar wel slakken. Net als in onze tuin, is het bij Willie een grote , weelderige plantenzee.
Geinig die eenden. Een nadeel. Thomas heeft nogal een opvliegend karakter (of wil zijn dames goed beschermen). Okke, de hond kan niet vrij in de tuin rondlopen als de eenden buiten zijn. Thomas rent meteen naar hem toe en begint de veel grotere hond te pikken. Die reageert uiteraard geergerd, en dan moeten Willie en Gerard tussenbeide komen. Okke kan de eenden in een hap verwonden of zelfs doden als ie aangevallen wordt. Dan Okke naar binnen of toch buiten, en dan in zijn bench. Maar ook daar heeft de felle Thomas de hond al eens verwond. Gelukkig vind Thomas mensen blijkbaar geen indringers die verjaagd moeten worden.

Thomas de loopeend en zijn dames

Zo kom je meteen bij antwoord op vraag twee. Willie draagt een boerenzakdoek als bescherming tegen de zon. Een tweede reden is dat je Willie dan terug kunt vinden in de tuin!. Anders verdwijnt ze tussen het groen.

Houd je duim maar eens voor de zakdoek: dan zie je pas wat voor een schutkleur Willie hier heeft.

Het bezoekje was eind van de middag, Willie begon mij aan te wijzen waar overal clematissen zitten. Hier kijkt ze naar het westen, laagstaande zon. Willie heeft er intussen meer dan 10.

Vogelverhalen: Roodstaart

Nest gekraagde roodstaart in stuk holle stam van appelboom

Afgelopen woensdagmiddag een tuinbezoekje op afstand bij Ina. Het huis, staat Oost West, en aan de Noordzijde van de tuin een grote houten garage/ werkschuur voor Rindert. En daarnaast, een beetje verhoogd, een overdekt terras. Open aan de zuidkant en glas aan de westkant. Heerlijk om te zitten, met een kopje thee. Ina vertelt over de gekraagde roodstaart die al een aantal jaren op dezelfde plek broedt, net aan de andere kant van de glazen want, nog wel onder de overkapping van het terras. Daar stond een hol stuk van een stam van een oude appelboom decoratief te wezen. En toen werd dit plekje door een paartje roodstaarten goedgekeurd als woonplek.
Dat die beesten helemaal uit Afrika komen elk jaar, zegt Ina vol verbazing, en dan juist bij ons in een blok hout gaan nestelen. Hoe bijzonder is dat? Elk jaar in mei kijken we naar ze uit, vervolgt ze, en zijn dan superblij als ze er weer zijn.

Ina laat me de foto’s zien van zoon Rutger, die de dag ervoor op bezoek was. Met Camera om de vogels op de foto te kunnen zetten. Vijf eitjes in het nest.

Met een lekker rupsje, in het licht van de laagstaande zon. Foto Rutger Hiemstra
Hallo kindertjes, hier ben ik! Foto Rutger Hiemstra.

Ina haalt nog een kopje thee. Ik ga het nestje nog even van dichtbij bekijken. Kan zelf niet om de bocht kijken in het nestkastje, maar mijn telefoon kan dat wel. Hmm, niets te zien van de eitjes. Als ik de foto een beetje uitvergroot en wat lichter maak, snap ik waarom. Geen eitjes, de vogeltjes zijn inmiddels uitgekomen. Volgens mij zie ik 6 snaveltjes.

Fietsommetje

Gek woord, fietsommetje. Toen ik het typte las ik het als fiet-sommetje, en niet als fiets-ommetje. Het gaat om dat laatse. Gister, zaterdag, waren we vroeg wakker, smeerden wat extra boterhammetjes en sprongen op de fiets. Een rondje richtig Zuid-Laren, even langs het hunebed in Midlaren, stukje bos, langs de bosrand en dan weer door de open weilanden. In Zuidlaren een capuccino-to-go (vanaf maandag mag het terras weer open) en langs de oostkant van het Zuidlaardermeer omhoog. We reden iets oostelijker dan onze gebruikelijke route en troffen een prachtig natuurreservaatje en waterwingebied in een: Tusschenwater. Daar werden we wel even stil van.

Langs de noordkant van het meer weer terug richting Haren. Niet via het veerpontje bij de palingrokerij, die is corona-gesloten. Wel het fietspad door de Westerbroekstermadepolder. Vanuit de vogelkijkhut aan de kant van het Zuidlaardermeer kwamen we deze grote stier tegen boven op een dijkje. Hij hield de boel goed in de gaten, in de vallei achter het dijkje liepen veel meer hooglanders, deels heerlijk door 1 meter diep water banjerend.