Zwavelzwam ?

Wandelend in het Sterrenbos aan de zuidrand van Groningen zagen we gister uit een ooghoek een opvallende verschijning. Op een opgevallen stronk groeide een grote witte zwam, met allerlei uitlopers. Een geweizwam of zo, maar dan een hele grote?

Wat in verwarring door de app Obsidentify die met 99 % zekerheid aangaf dat het de zwavelzwam is, laetiporus sulfureus. Huh? zwavelzwam is toch geel? Beetje verder zoeken laat zien dat oudere exemplaren inderdaad naar wit verbleken. Als je googled op ‘zwavelzwam wit afbeelding’ dan zie je allerlei witte exemplaren. Ik ben nog niet helemaal overtuigd. Vorm lijkt heel anders. Zie eerdere blog.

Iemand een idee?

Tekening 9 – Koperwiek

Volgend weekend, van 27-29 januari 2023 is weer de nationale tuinvogeltelling. We gaan zeker ook weer meedoen. Omdat we altijd al voer hebben buiten hangen komen er veel vogels in de tuin. Prima te zien vanuit huis.

De koperwiek hebben we dit jaar nog niet gezien hier in de tuin. Die zien we vooral in jaren waar het vroeg in de winter koud weer is. Dan komen ze vanuit Scandinavië naar onder andere Nederland om de bessen uit de hulst te eten. Dat gaat deze winter in ieder geval niet meer lukken. De bessen zijn ondertussen door de merels opgepeuzeld.

Het warme vochtige weer van afgelopen weken heeft er voor gezorgd dat er schimmelvorming ontstond op de vetbollen die we buiten hebben hangen. Die hebben we weggegooid. Meer tips over schoon vogels voeren hier.

Klontjestrilzwam

Volgens de app obsidentify en waarneming.nl: exidia nucleata; Volgens wikipedia: myxarium nucleatum. Het is een geleizwam die saprotroof leeft: op afgevallen takken en omgevallen loofbomen, vooral zachtere soorten als esdoorn, populier en es.

De vruchtlichamen van de klontjestrilzwam zien eruit als wittige klodders, soms een beetje mat wittig/grijzig , andere keren bijna transparant. Op internet las ik dat de witte klontjes waaraan de soort zijn naam te danken heeft, kristallen (calciumoxalaat) zijn die in het vruchtlichaam te zien zijn. Meestal dan, want soms zijn de klontjes niet of lastig te zien en moet een microscoop uitsluitsel geven. Anders zou het ook nog de stijfsel(tril)zwam (Exidia thuretiana) kunnen zijn….

Twee jaar geleden ook over geschreven, toen wist ik de naam nog niet.

De geleizwam lijkt van warmte te houden. Als je de kaarten bekijkt op waarneming.nl van de laatste 20 jaar als soort filmpje zie je dat de zwam 20 jaar geleden nauwelijks voorkwam en nu vrijwel in heel Nederland. Klik hier en start filmpje door op het blauwe driehoekje boven in beeld te klikken.

Koetjes in de wei

Zaterdag was het fris, zonnig en er was weinig wind. Perfect om een rondje rond het Paterwoldse Meer te wandelen. Op de plekken waar er de hele dag geen zon komt kon een plas bevroren zijn, en lag er een vlies ijs op het water. Op de grasvelden aan de westkant van het meer grote groepen meerkoetjes. Nu in de winter kun je ze samen zien optrekken, alles koek en ei. Als het straks weer lente wordt gaan de hormonen opspelen en dan wordt het weer een heel gekrakeel waar elke meerkoet zijn eigen territorium probeert vrij te houden van concurrenten.

Toen we rustig langs het wandelpad liepen waren de meerkoeten gezellig aan het grazen. Toen ik stopte om een foto te maken, vonden ze dat niet zo leuk, en begonnen ze allemaal richtig het water te lopen.

Wintergeur

De sarcococca hookeriana staat weer in bloei. Klein heestertje dat ik in 2019 vlak naast de deur zette, en dat nu redelijk aan de groei is. Bloeit nu in de winter met lekker geurende bloempjes. De plant staat half beschut omdat ie niet extreem winterhard zou zijn. Alhoewel… kan vorst tot -15 graden verdragen. Wanneer komt dat nog voor?

Een goede plek is schaduw of halfschaduw. Dat klopt wel. De grond moet vochtig, maar wel waterdoorlatend zijn en humusrijk. Hmmm, dan staat ie toch niet echt goed. Vlak tegen het huis aan in de regenschaduw van de dakgoot. Dat is wellicht de reden dat het blad er toch niet perfect uitziet. Beetje gelig her en der; zag er zeker in de droge tijd afgelopen zomer wat vermoeid uit.

De Nederlandse naam is vleesbes. Zou komen door de zwarte vlezige bessen die in de zomer aan de struik komen. Bij ons struikje heb ik nog nooit bessen gezien. Ik zou zeggen dat het ook van de vleesroze kleur van de schutbladen rond de witte bloempjes kan komen.

Verdwenen vlekken

Vorig jaar maart was ik bij een Groei en Bloei lezing over geraniums en pelargoniums. Daar kocht ik een pelargonium quercifolium ‘Royal Oak’. Een geranium met geurend blad (harig en een beetje kleverig) met opvallende donkerrode vlekken .

De hele zomer stond de plant buiten, bloeiend met roze bloempjes met donkerroze accenten op de bovenste twee blaadjes. Groeide goed, maar alle nieuwe bladeren warm groen. Richting koude nachten ging de plant naar binnen en daar staat ie nu op mijn werkkamer, samen met onder andere een citroengeranium en een pepermuntgeranium. Leuk dat er nog steeds af en toe bloemen aan komen, de foto’s zijn van vandaag. Maar geen rode vlekken op het blad. Ik zal de kweker een bericht sturen en vragen hoe dat zit. Misschien alleen in de lente?

Hittegolf in de winter

Klimaatverandering klopt luidruchtig op de deur. De afgelopen jaren zagen we dat aan grote droogte met bosbranden, aan terugtrekkende gletsjers, aan langdurige regenval en overstromingen. Meestal denk je dan aan de zomer. Maar ook in de winter (volgens de kalender) kan er sprake zijn van een ‘hittegolf’ : als de temperatuur heel veel hoger is dan het langjarig gemiddelde.

Via de link zie je een klein filmpje van het temperatuurverloop op 1 januari 2023. Met de donkerrode en zelfs witte kleuren, ook boven Nederland: 10-15 graden warmer dan normaal.

Intrigerende plaatjes. En toen ik er een tijdje naar aan het kijken was, zag ik het opeens. Het is een groot wit konijn!. Zien jullie dat er ook in? Als je het konijn eenmaal gezien hebt, kun je het niet meer niet-zien.

En wat betekent dat voor de tuinen. Ook die krijgen te maken met droogte perioden en extreem natte perioden. De kou wordt steeds minder, maar uiteraard zijn er uitschieters waar het behoorlijk vriest. welke planten zijn hier tegen bestand? Welke planten zijn overlevers (of aanpassers, zo je wilt). Een drietal voorbeelden.

  1. Eikvaren of polypodium vulgare
    De sterkste van de wintergroene varens, die ook bij strenge vorst nog groen blijft. Het blad is mooi ingesneden en spreidt zich bijna horizontaal uit. De eikvaren kan goed tegen droogte en schaduw. Op plekken waar andere planten allang het loodje leggen, blijft de eikvaren overleven. Zelfs op oude muren, kurkdroog, is de eikvaren te vinden. Leuk als bodembedekker in de spiegel van een boom of bv een rode kornoelje: zet dan 10 tot 15 planten per vierkante meter. Klein nadeel is dat het verse ‘voorjaarsloof’ pas in de loop van juni uitloopt, veel later dan bij veel andere varens. Tip: de varen combineren met voorjaarsbollen.
    In onze tuin staan de dikvarens helemaal achterin onder de kleine appelboom, met pollen Spaanse boshyacint er vlak bij.
  2. Aster Divaricatus
    De meeste asters zijn laatbloeiers, maar deze aster divaricatus is daarop een uitzondering. De eerste bloemen zijn al te zien vanaf juli en de plant bloeit door tot aan oktober. Ongevoelig voor meeldauw en bodembedekkend: zet 8-10 planten per vierkante meter. Doet het god in schaduw (is van oorsprong een bosplant), maar ook volle zon. Wij hebben een randje langs een tuinpad, grotendeels in de schaduw en een flinke pol in de voortuin op het zuiden. Bij hele langs droogteperiodes verliezen de donkergroen blaadjes wat van hun glans. De planten op iets beschaduwde plaatsen kunnen er wat beter tegen.
  3. Kalimeris incisa
    Deze familie van de aster staat nog op mijn verlanglijstje. De kalimeris dank haar populariteit de laatste jaren aan de lange en rijke bloei: ook deze plant begint vroeg (voor een aster), al in juni en kan doorbloeien tot september. Een oersterke plant, die goed tegen droogte kan en door haar bossige groei met veel vertakkingen ook bestand is tegen storm en regen. De bekendste cultivars zijn ongeveer 60 cm hoog: Alba heeft kleine witte bloemen, de bloemen van Blue Star hebben een hint van lichtblauw. Standplaats bij voorkeur in de zon.

Tekening Tuinhek – 8

Twintig, dertig jaar geleden was het gebruik van tekstverwerkers programma’s nog niet breed verbreid. Daarvoor had je de tapmachine en Typex, als je een foutje maakte. Met de komst van de tekstverwerkers en het tijdperk van digitale teksten werd het veel simpeler teksten te corrigeren, of te doorzoeken. En spellingcheckers (rood kriebeltje onder een mogelijk foutgespeld woord) maakten het nog makkelijker. Het programma stelde een alternatief woord voor. Met mijn kamergenoot op het werk maakten we lijstjes van de meest grappige of gekke suggesties.

Bij het intypen van mijn eigen naam Tineke kwam als suggestie Tienhoek en ook Tuinhek. Moest ik weer aan het denken bij deze tekening.

Houtwal om in te wonen

Wie er allemaal in de houtwal achter in de tuin woont … dat zullen we nooit echt weten. Ongetwijfeld allerlei insecten en kleine beestjes. Soms vogeltjes (nestelen of schuilen), en misschien ook wel een egel. Altijd al lastig te zien wie er gebruik van maakt, ook toen de wal nog relatief nieuw was. Inmiddels verdwijnt de wal onder een dikke deken van klimop. Nog mooiere schuilplekken. Nog minder te zien.

De lichtgroene bladeren linksonder zijn van de voorjaarszonnebloem. Over een paar maanden staan hier de gele zonnetjes te bloeien. Heel lang.