Daar word ik vrolijk van.
’s Morgens vroeg aan het begin van een mooie lentedag
wordt ik vriendelijk toegelachen door dit paaltje.
Alsof ie nog knipoogt ook.
Alles in en om onze tuin
Daar word ik vrolijk van.
’s Morgens vroeg aan het begin van een mooie lentedag
wordt ik vriendelijk toegelachen door dit paaltje.
Alsof ie nog knipoogt ook.
De primula’s die ik 1 mei plantte zijn deels al weer verhuisd. Toen ik ze begin vorige week bekeek, degenen die aan de zuidrand van de vijver stonden, bleken de ‘Miller’s crimsons’ slap van de warmte en was een bloemstengel afgeknaagd door slakken volk. De twee appleblossoms waren nog niet in bloei, wel waren er knoppen te zien. Maar … de bladeren waren behoorlijk aangeknaagd. Een grote bloempot voor de appleblossoms gezet voor een beetje schaduw. En een grote pepermuntgeurgeranium in pot voor de Millers geplaatst. Beetje schaduw, terwijl ik nadacht over een definitieve oplossing.
De volgende ochtend lag de bloempot, terracotta, bovenop een van de primula’s, waarschijnlijk een rondstuiterende (buur)poes. De bloemstengel was nog maar heel kort en leek niet afgebroken, alleen platgebogen.
Ondertussen had ik – midden in de nacht- bedacht dat een plek waar de grond altijd vochtig is, maar de plantjes nooit echt in het water staan, het voormalige rietmoerasje is. Dat is een ronde gemetselde bak die ‘binnen’ het vijverfolie is opgenomen. Ooit stond daar riet in, totdat dat deze de muur begon te ontwrichten door de groeikracht. Toen vervangen door onder andere gele lis. En inmiddels ook diverse aangewaaide varens en andere planten. Vrijdag flink hakken en wrikken met de spade om enkele gele lissen (wist je dat die knalroze wortelknollen maken?) en varens uit te scheppen. En daar hebben de Miller’s crimsons en appleblossoms een nieuw plekje gevonden. In de schaduw van een varen, en met altijd vochtige voeten. Wat ik alleen niet kan beïnvloeden is de slakken. Toen ik de foto’s voor dit stukje aan het uitzoeken was, zag ik opeens een naaktslak (foto x) op een bloem. Het is nu half 9 ’s avonds. Ik rende nog even naar buiten om evt (naakt) slakken te verwijderen. Zaten er toch weer twee bij…. potverdikkie.
Ik had 1 plantje van de derde soort, de carminea gekocht. Er zaten drie rozetjes in het potje, die ik iets uit elkaar zette. Grappig dat twee echt hardroze zijn, en de derde juist heel zacht roze. Met een soort bloem bepoederd.
Plan voor de toekomst: op termijn alle gele lissen op deze plek weghalen, zodat het een veldje primula’s wordt … Hopelijk zoveel dat de slakken het niet opkrijgen.
Paardenkastanjes in volle bloei zijn altijd imposant met hun kaarsen van bloemen. Meestal bloeien ze wit (vanuit de verte gezien dan), maar soms heb je roodbloeiende exemplaren. Vorig weekend waren we met vrienden in een huisje met een enorme tuin, waarin ook monumentale bomen. Grote hoge dennen, een treurbeuk en ook kastanjes. OP de foto lijken het twee bomen, links een witte (gewone) en rechts een rode. Maar…. het blijkt 1 boom te zijn. Waarschijnlijk is de rode vorm ge-ent op een onderstam van een gewone paardenkastanje, en onder de ent is een tak van de oorspronkelijke onderstam uitgelopen, en gegroeid, en gegroeid. De hoofdtak van het witte deel is inmiddels al 40 cm in doorsnee, vlak bij de sta, van de boom. Het witte deel is wel groeikrachtiger, dikkere kaarsjes ook. Op termijn zal de hele boom teruglopen naar de wilde vorm.
5 verschillende tomatenplantjes kreeg ik van Hilde, met een sateprikkertje ernaast voor de steun. En naambordjes. Ze had een pakketje met zaad van maar liefst 12 soorten tomaten van Holly gekregen, en drie zaden van elke soort gezaaid. En ze kwamen allemaal op. Dan zit je wel opeens met ruim 30 planten. Een paar daarvan zijn dus naar hier verhuisd.
Vorige week heb ik ze elk in een grote pot gezet. Ik ga ze op het terras verder opkweken. Hoe hoog worden ze, appte ik, dan weet ik hoe lang de stok moet zijn die ik erbij zet. Antwoord kwam snel: Neem maar een lange stok, ze worden allemaal tussen de 1 en 2 meter….
Hmmm, nog maar eens nadenken hoe ik dat doe. Zulke lange stokken blijven nooit een heel seizoen recht staan in een pot. Misschien per tomaten plant een touwtje naar de bovenkant van de serre?
Ik zal eerst de poot van de parasol weer buiten zetten en daar de tomatenplanten achter opstellen.
Niet meteen de meest voor de handliggende kleuren om te combineren. Toch werkt het goed, oranje en donkerroze rozen in een bos. Die kreeg ik van Luda, bij een etentje dat we organiseerden zaterdagavond. Vegetarische rijsttafel: vrijdag middag en zaterdagmiddag staan koken.
Lekker gegeten, maar bleek veel te veel. Dus vanavond (met extra fleece) op terras buiten: rijsttafel revisited. Ennuh, nog niet op: paar gerechten bewaard voor morgen.
Monty Don was in Gardener’s World afgelopen vrijdag hoge primula’s lang zijn vijver aan het planten. In roze en rode kleuren. En vandaag was het plantjesmarkt in de Hortus. Ik had me voorgenomen geen planten te kop[en …. alleen hoge primula’s. Speurend langs de kraampjes op zoek naar de opvallende kleuren. In eerste instantie vond ik ze niet. En bij een tweede ronde vond ik er opeens een. Bij Vaste planten kweker De Bazuin. Geen wonder dat ik de kleur nog niet vond. De Primula Japonica Carminea bloeit later (mei-juni) dat de gewone inheemse gele, en wordt zo’n 60 cm hoog. De plantjes waren nu nog laag en groen, met een eerste aanzet tot bloei. Ik nam drie plantjes mee; toen ik wilde afrekenen bleek dat de kweker verschillende soorten had…. twijfel, twijfel. Uiteindelijk wel drie meegenomen, maar van drie verschillende soorten. Ze willen vochtige grond, maar geen continue natte voeten. En doen het mooi in grote groepen. Na de bloei afknippen, kan een herbloei in augustus uitlokken.
Volgens een Amerikaanse website vereisen de Japanse primula’s ‘moderate care’. Dat komt omdat ze extreem gevoelig zijn voor hitte en droogte. Bij planten of als het enigszins droog aanvoelt: 4 inches water, dat is een hoop!. Dan ook de bladeren met plantenspuit bevochtigen. Hmmm, als dat maar goed komt. Ze moesten eigenlijk ook niet in de de volle middag zon… Twee van de drie staan daar nu wel.
Twee van de primula’s heb ik links van het tuinpad langs het diepe deel van de vijver gezet : tussen de gele lissen en het grasveld. Zouden als ze echt 50-60 cm hoog worden, zichtbaar moeten zijn van het terras. De ‘Appleblossom’ wordt 50 cm hoog, bloeit zachtroze met een rood oog in de maanden mei-juli. De ‘Miller’s Crimson’ wordt nog iets hoger, 60 cm, bloeit karmijnrood, mei-juli. Allemaal zon of halfschaduw met wens van vochtige grond. Elk van de plantjes bestond uit een aantal rozetjes, die ik los van elkaar getrokken heb, en apart in de grond gezet. Ben benieuwd.
Wel belangrijk om ze in de gaten te houden, als ze net als de inheemse primula’s in de nazomer onder de grond verdwijnen is er risico van omspitten. Dat zou jammer zijn.
Omdat de bomen langzaam groener en dichter worden is het gehuppel door de takken van Erik de Eekhoorn niet overal meer te volgen. Daarom mooi dat ie zo vaak komt, om een showtje op te voeren dat we hem bijna dagelijks zien. Met een bijna zwarte staart. Door de boomkruinen, via de zwarte Els omlaag, hop door de hazelaar naar de fluweelboom. Daarin hangt de pindasilo. Gister maakte Eddy deze leuke foto’s, en vandaag bij het avondeten buiten kwam ie weer langs. Eerst weer de pindasilo, waar hij dan horizontaal aanhangt. En daarna naar het eekhoonvoederkastje. Die hangt in de hazelaar, een de achterkant van een van de stammen. Gezien vanaf het terras. Niet goed te zien , dus. Erg leuk, als je er op let: Erik tilt het dekseltje van het voederhuisje op , en als ie het weer dicht laat vallen horen we steeds ‘pok!’. Nu we dat eenmaal weten, kunnen we ook op het pok letten, en dan kijken of we Erik zien.
De WPTK – Haren is al een aantal jaren opgegaan in IVN- en is daar een werkgroep van. Wel is er nog een erfenis (bruidschat) van toen de club nog zelfstandig was (met een jaarlidmaatschap van maar liefst 5 euro/jaar :-). Het aantal leden wordt inmiddels wel kleiner en kleiner (en ook de grijze haren zijn ver in de meerderheid). Omdat de tuinkring 50 jaar bestaat, jubileum jaar, besloot het bestuur deze keer een kraam op de plantjesmarkt in de Hortus te huren. Samen met een aantal andere leden potte ik een aantal plantjes uit de tuin op, en vanmorgen om half 10 in de Hortus , plantjes in de fietskar. Mooi weer, zon, dat was bof. En een mooi plekje ook, bijna aan het begin van de route. Vooral de kleine kaardebol, die ik had meegebracht vond gretig aftrek.
Het is nog niet heel warm, zeker niet met de stevige wind. iIj tuinklussen in de zon is een hoedje toch al wel prettig. Nu zet ik steeds dit tuinhoedje op, door Ingrid voor mij gehaakt. Alleen als ik voorover gebogen boven de vijver hang moet ik even uitkijken dat het hoedje niet in het water valt. Zit namelijk niet heel strak op mijn hoofd. Op de foto sta ik op het muurtje van de vijverrand, met mijn rug naar de vijver toe. Gehurkt maakte ik een plekje vrij van de nogal enthousiast groeiende gele dovenetel. En de al even enthousiaste guldenroede. Deze ’thugs’, zoals Monty Don ze zou noemen, groeien vanonder de enorme klimroos. Daar kan ik nu nog wel onder komen, maar over een paar weken hangen de sierlijke nieuw gegroeide takken tot aan de vijverrand. Mooi voor de vele roosjes, lastig voor tussentijds ‘onderhoud’.
Een aantal jaren geleden voordat de roos zo groot werd, hadden we steeds een vrolijk bloeiende rand van vrouwenmantel langs de vijverrand. Vorige week had ik opeens ruin 10 vrouwenmanteltjes die zich in de spleten van het terras hadden gevestigd. Of die daar even wegkonden, vroeg Eddy. Wat te doen met die leuke plantjes. Toen kwam het vijverrand idee weer langs. NB. omdat ik een paar keer bijna achterover viel in de vijver, had ik uit voorzorg mijn mobiele telefoon maar even binnen gelaten, en niet in de zak van mijn fleece.