Harrie in de bocht

Nabuurpoes Harrie vind de vogeltjes erg interessant. Regelmatig springt ie in de amberboom, waar een spiraalsilo met vetbolletjes hangt. Op dit moment moet ik zeggen: hing.
Harrie miste de pimpelmeesjes op een haar na en ging toen maar aan de silo met vetbolletje hangen.

  1. twee pimpels aan de vetbol. op de grond, net links van de stam een oranje vlek: Harrie!
  2. Als een katapult schiet Harrie omhoog
  3. pimpel 1 zie je nog net helemaal links op de fotonet links van het meest linkse raam. Pimpel 2 of een haar na gemist door klauw Harry. Je ziet de pimpel vaag, ter hoogte buik Harrie, net rechts van de stam. Grappig hoe de achterpootjes van Haarie nog in de sprong in de lucht hangen.
  4. Pimpel twee zie je nog als vaag vlekje, ongeveer een derde van links en een vierde van onder op deze foto. Voor de grashalme. Inmiddels hebben de achterpootjes van Harrie de stam bereikt.
  5. De spiraalvormige silo veert nog na. Daar kun je best in happen en aan trekken.
  6. Oeps, bij loslaten silo spring te veer terug en stuitert de silo helemaal uit de boom, inclusief vetbollen.
  7. Harrie er meteen achteraan. Staat een beetje beteuterd te kijken omdat de vetbol niet meer ‘beweegt’ nu ie op het grindpad ligt. Harrie druipt af.

Maandfoto januari 2021: vogels

Pimpelmezen in overvloed. Koolmezen ook. Twee zwartkop mannen en twee roodborsten ook dagelijks. Net als merels, vinken, mussen en twee tortels. De heggemus en de winterkoning zie ik af en toe, ze wonen vast in onze tuin maar zijn wat minder opvallend van kleur en zitten vaak wat verstopt.
Al jaren niet gezien in onze tuin, en nu twee dagen achter elkaar in een groepje van vier: distelvinken (putters). Geweldig kleurige vogels, echte zadeneters. Dat zie je aan hun stevige korte snavel, net als andere vinken. De kaardebollen (grote distelsoort) in de achtertuin kunnen we niet zien vanuit huis, daar komen ze ongetwijfeld ook langs ( ’t zijn distelvinken, he). Nu weet je ook waarom je je uitgebloeide teunisbloemen gewoon de hele winter moet laten staan. Voor de vogeltjes, en dit jaar niet alleen mezen, maar ook de putters. Eddy zette de putter op de foto.

Zo eens in de week komt ook een groepje staartmezen langs. Altijd in groepjes. Op de foto drie, van de week zagen we er acht.

Kerststorm Bella

De kerststorm Bella is nog flink bezig. Hier in Groningen vooral windvlagen. De bomen zijn kaal, dat scheelt en bewegen soepel mee met de wind. Zondagmorgen een voorzichtige blik naar buiten om te kijken of er stormschade was. Dat viel mee. Geen ongewaaide bomen of afgebroken rakken. Wel een uit de boom gewaaide pindasilo en een omgevallen paal van de zadensilo. Even zoeken, want er is ook nog een plastic schaal, die tussen de paal en de silo zit. Die was losgeraakt en weggewaaid. IN een windluwstukje bij de deur, kwam ik de plastic schaal weer tegen. Pindasilo inmiddels weer stevig in de book gehangen. De vogelsilopaal nog wat verder in de natte grond geslagen, zadensilo er weer op.

De vinken vinden het wel prettig dat er nu ook wat zaad op de grond ligt. Lekker makkelijk.

De vogels kunnen weer verder, tussen de windvlagen door.

Raamvoederaar

Dit jaar hebben we voor het eerst een raamvoederaar. Een perspex bakje dat met zuignappen aan de buitenkant van het raam in de woonkamer is geplakt. En op 15 cm erboven, ook met zuignappen een doorzichtig dakje: dan blijft het zaad/vogelvoer in het pakje droog. Het heeft een tijd geduurd totdat de vogeltjes er durfden komen, maar nu horen we regelmatig een tikje/ bonkje als een koolmees of pimpelmees op de rand van het bakje land. Een zonnepitje wordt gesnaaid en ze vliegen bijna meteen weer weg naar een naburig boompje. Het bakje hangt op 1 meter hoogte, dus relatief laag en in open ruimte.

Raamvoederaar met zonder vogel

Vanmiddag de telelens op de camera gedaan om -vanuit huis- de vogels op de voederaars en voedersilo’s op de foto te zetten. Eerste poging van dit winterseizoen. Na een hal uur de camera op de voederplekken gericht te hebbebn (lamme armen!) in arrenmoede maar een foto van de lege raamvoederaar gemaakt. Voor deze keer moet je er de pimpelmees bij denken. Wordt vervolgd.

Da’s ook wat: tijdens het schrijven van dit blogje zijn er al twee pimpelmezen en twee koolmezen langs geweest ….

Black Silver

Deze schoonheid kwamen we tegen bij onze wandeling door het dorp vanmorgen. Foto maken voor Carel, die vind deze katten zo mooi. Een Maine Coon denk ik. Eerst even van een afstandje, want misschien loopt ze wel weg. Maar nee hoor, de kat kwam gewoon naar me toe en ging toen op een meter of twee van ons af zitten poseren.

Wat doe jij daar? Ik kom even kijken.
Hallo, ik ben Zilver.
Zal ik even mooi zitten?

Merels en Muis

De appels van de Groninger Rode Kroon verzamel ik altijd als wintervoorraad voor de merels. In de schuur is de kruiwagen gevuld met valappeltjes. De appels die nog aan de boom zaten en die ik geplukt heb (dus geen buts) liggen naast elkaar op dienblaadjes op de werkbank in de verre schuur. Af en toe verdwijnt er een als Muis langskomt. Ook dit jaar eet Muis steeds maar van een appel tegelijk. En ze maakt de appel helemaal op in ongeveer een week/ 10 dagen, voordat ze aan de volgende begint.

Pendelaar

De eerste keer dat ik dit zag, jaren geleden, dacht ik nog: wat toevallig, dat een afvallend blaadje precies verticaal in de spleet tussen twee tegels van het pad terecht komt. Het blaadje bleek stevig vast te zitten.

Maar is geen toeval. Nu ik er op let kom ik bij het schoonvegen van de paadjes in de herfst, vooral van het wilgenblad, een heleboel plekken tegen waar de blaadjes, soms zelfs kleine takjes rechtop staan.
Hier wordt gewerkt! Door een pendelaar.

Eten en poepen

Zo doen regenwormen dat: afgevallen blaadjes omlaag de grond in trekken en ze daar stukje bij beetje verwerken. Ze eten de grond met organisch materiaal, halen er voedingsstoffen uit en poepen de rest weer uit. Compost. En door hun gegraaf wordt de bodem luchtig, zakt het regenwater makkelijker weg en kunnen planten beter wortelen.

De gewone regenworm is een pendelaar.

Een regenworm kan 10 jaar oud worden, maar haalt dat meestal niet. Ze zijn geliefd bij mollen, egels, dassen, spitsmuizen, duizendpoten, vogels en parasieten. ER zijn in Nederland ongeveer 25 soorten regenwormen, die je in drie groepen kunt indelen. De pendelaars graven diepe verticale gangen en trekken resten van planten naar beneden. Er zijn ook wormen die altijd ondergronds blijven, grond eten en horizontale gangen graven. En je hebt strooiseleters, die plantenresten op de bodemlaag afgrazen.