Vanmorgen vroeg naar de serre om de tuindeuren open te zetten. Blijken er al bezoekers te zijn op het overdekte terras. Goed 2 meter uit elkaar.
Goed toeven op zo’n terras.
Alles in en om onze tuin
Vanmorgen vroeg naar de serre om de tuindeuren open te zetten. Blijken er al bezoekers te zijn op het overdekte terras. Goed 2 meter uit elkaar.
Goed toeven op zo’n terras.
Vorige week al aangekondigd en vandaag was bedoeling om 2e vlogje te plaatsen, het 2e filmpje uit eigen tuin. En wat bloeit er nu rijker- begin juni- dan de vele rozen. Dat is het onderwerp deze keer.
Filmpje maken kost toch meer tijd dan ik had gedacht, dus die houden jullie van mij te goed. Wel weer een mooi plaatje van de Ghislaine. Met bij.
Of ze gebroed hebben in het kastje aan de achterkant van onze schuur, of het huisje om de hoek bij buurman Jan, of een huisje bij buurvrouw Sieneke. Daar kom ik nooit meer achter. Maar het was een geweldig broedsucces. Vrijdag eind van de middag, toen we eten gingen koken, opeens een hele familiegroep pimpelmeesjes. Nat van de regen, maar het leek ze niet te deren. Vrolijk gekwetter en enthousiast bezig aan de pinda’s in de pindasilo vlak bij het huis. Een meter of 3 naar rechts van de pindasilo een meidoorn, die net uitgebloeid is. Ook daar blijkbaar veel lekkers te halen. Het ritselde van de pimpels. We probeerden ze te tellen, maar dat bleek moeilijk. De volgende dag kwamen ze terug, en inmiddels had ik de camera met telelens ook klaargezet. En dan krijg je een plaatje zoals hieronder. Ahhhh.
Niet zo scherp, maar wel bewegend. Klik op deze link voor een filmpje en probeer te tellen hoeveel pimpels je ziet. Eventueel filmpje af en toe even stilzetten om te tellen…
Als je bij Willie op bezoek gaat in de tuin kom je er achter. Zaterdag was ik even bij Willie en Gerard op bezoek. En wie Thomas is? Niet de hond, die heet Okke en zat binnen. Thomas is een van de drie loopeenden die Willie heeft aangeschaft om de slakken in de tuin op te eten. Thomas is het mannetje, donkerbruin, met een fiere krul in zijn staart. En twee witte dames. Werkt heel goed. In de omheinde achtertuin scharrelen de eenden de hele dag rond. ’s Avonds gaan ze in een zelfgebouwde ren.
Ze komen niet in de voortuin, ergo, daar wel slakken. Net als in onze tuin, is het bij Willie een grote , weelderige plantenzee.
Geinig die eenden. Een nadeel. Thomas heeft nogal een opvliegend karakter (of wil zijn dames goed beschermen). Okke, de hond kan niet vrij in de tuin rondlopen als de eenden buiten zijn. Thomas rent meteen naar hem toe en begint de veel grotere hond te pikken. Die reageert uiteraard geergerd, en dan moeten Willie en Gerard tussenbeide komen. Okke kan de eenden in een hap verwonden of zelfs doden als ie aangevallen wordt. Dan Okke naar binnen of toch buiten, en dan in zijn bench. Maar ook daar heeft de felle Thomas de hond al eens verwond. Gelukkig vind Thomas mensen blijkbaar geen indringers die verjaagd moeten worden.
Zo kom je meteen bij antwoord op vraag twee. Willie draagt een boerenzakdoek als bescherming tegen de zon. Een tweede reden is dat je Willie dan terug kunt vinden in de tuin!. Anders verdwijnt ze tussen het groen.
Het bezoekje was eind van de middag, Willie begon mij aan te wijzen waar overal clematissen zitten. Hier kijkt ze naar het westen, laagstaande zon. Willie heeft er intussen meer dan 10.
Afgelopen woensdagmiddag een tuinbezoekje op afstand bij Ina. Het huis, staat Oost West, en aan de Noordzijde van de tuin een grote houten garage/ werkschuur voor Rindert. En daarnaast, een beetje verhoogd, een overdekt terras. Open aan de zuidkant en glas aan de westkant. Heerlijk om te zitten, met een kopje thee. Ina vertelt over de gekraagde roodstaart die al een aantal jaren op dezelfde plek broedt, net aan de andere kant van de glazen want, nog wel onder de overkapping van het terras. Daar stond een hol stuk van een stam van een oude appelboom decoratief te wezen. En toen werd dit plekje door een paartje roodstaarten goedgekeurd als woonplek.
Dat die beesten helemaal uit Afrika komen elk jaar, zegt Ina vol verbazing, en dan juist bij ons in een blok hout gaan nestelen. Hoe bijzonder is dat? Elk jaar in mei kijken we naar ze uit, vervolgt ze, en zijn dan superblij als ze er weer zijn.
Ina laat me de foto’s zien van zoon Rutger, die de dag ervoor op bezoek was. Met Camera om de vogels op de foto te kunnen zetten. Vijf eitjes in het nest.
Ina haalt nog een kopje thee. Ik ga het nestje nog even van dichtbij bekijken. Kan zelf niet om de bocht kijken in het nestkastje, maar mijn telefoon kan dat wel. Hmm, niets te zien van de eitjes. Als ik de foto een beetje uitvergroot en wat lichter maak, snap ik waarom. Geen eitjes, de vogeltjes zijn inmiddels uitgekomen. Volgens mij zie ik 6 snaveltjes.
Kom snel kijken, zei Eddy, wat er nu voor vreemde vogel op de pindasilo zit. Dit is de pindasilo aan de zijkant van het huis, op een afstand van zo’n twee meter van de erker. Mooi om hier vogels te bekijken in de winter. Heel langzaam komen aanlopen, dan schrikken ze niet.
Deze hadden we nog niet eerder gezien. Eddy ging hem van dichtbij bekijken.
Vreemde vogel op de pindasilo. Klik op de link voor filmpje.
In de wilg in de achtertuin zitten aan de voorkant twee holen, de een net onder het midden, de ander iets meer naar boven en naar links. In dit onderste hol wonen de Janssens, een vrij luidruchtige spreeuwenfamilie. De pubervogels maken een kabaal van jewelste. De ouders Ted en Sarah Janssen hebben het er maar druk mee. Af en aan vliegen ze met voedsel. En als ze weer vertrekken blijven de jongelui nog minuten lang sputteren.
Het is niet duidelijk of het bovenste hol op dit moment bewoond is. Een paar weken geleden zag ik er een spreeuw naar binnen gaan, maar deze week eens goed opgelet, en geen beweging gezien. Of het zijn hele stille spreeuwen. Mogelijk is er ook nog een nest aan de achterkant -vanaf ons terras gezien. Buurman Jan kwam vorige week vertellen dat hij spreeuwen steeds een beetje aan de achterkant van de wilg zag verdwijnen.
Vanmiddag nog even paniek in de tent toen er een sperwer over kwam vliegen. Ted , de spreeuw, vloog allerlei geluiden makend rondjes ver van het nest. Om de sperwer, een echte jager, weg te lokken van het nest. Minutenlang ging dat door, toen keerde de relatieve rust weer. En kon hij weer aan de slag met het voederen van de jongen.
Als een kat een plant was, dan kon je kleine poesjes maken door de kat te stekken. Gewoon in een bak met grond, watergeven en dan komen er worteltjes aan. Als de kat lang genoeg blijft zitten dan. Buurpoes van paar huizen verderop, Suzan, deed haar best. Uren lang bracht ze vandaag weer door in een van de plantenbakken. Nog geen stekjes gevonden.
Is het je opgevallen dat Turkse tortels bijna altij in tweetallen te zien zijn. Tegenover ons huis staat een lantaarnpaal, daar zitten ze met zijn tweeen. Toen we de voedersilo nog in de tuin hadden staan: met zijn tweeen op de pergola. Meestal voorbijgangers, passanten in onze tuin. Maar dit jaar hebben ze besloten om hun intrek in onze tuin te nemen.
In ieder geval voor het eerst dat we ze zo uitgebreid bekijken. Vanwege corona-thuiswerken én het mooie weer zitten we elke dag buiten, bij de koffie, om te lunchen, bij het avondeten. Vanaf het terras kunnen we dan rustig bekijken wat het vogelvolk zoal uitvoert. Nu de bomen nog niet allemaal/ helemaal in het blad zitten is het nog makkelijker te zien, dan wat later in de zomer.
Twee weken terug zagen we een paartje Turkse Tortels, laat ik ze Ayla en Umut noemen enorm druk bezig. Ayla zat in een an de drie wilde pruimen en Umut vloog naar de hazelaar. Hij draaide daar wat rond, brak een takje af en bracht die naar Ayla. Dat herhaalde hij de hele middag. Op een vrij onmogelijke plek, een hele steile , open vork in de pruimenboom drapeerde Umut de takjes, niet meer dan een open mikado-stapeltje. Geen enkel verband of versteviging. Geen enkele beschutting voor de gaaien of eksters. Dat lukt toch niet, dachten we. Ayla dacht van wel en ging er vol goede moed op zitten. Een dag of twee. Onder de pruimenboom lag een stapeltje takjes. En na nog een dag was Ayla weg. Toch niet geschikt.
We vermoeden dat het paar wel in de buurt bleef, regelmatig zagen we een tortel vliegen. Gistermiddag, eigenlijk op zoek naar een nestje van staartmezen die rondkwetterden in de bonte hulst, zag ik Ayla weer zitten. Precies boven het dwarspaadje achter in onze tuin. Een stuk meer beschut, dat wel. Ze moet ergens op onderstaande foto zitten. Over de kwaliteit van het nest heb ik wederom twijfels. Toen ik vanmiddag nog eens voorzichtig ging kijken, zag ik vrijwel de hele onderkant van Ayla. En heel weinig nest: ook nu weer een zielig hoopje takjes. Daar kan toch geen ei in blijven liggen zou ik zo denken.
Wordt vervolgd.
Dit weekend was nationaal bijentelweekend. Veel mensen konden mee doen, mooi weer en thuisblijfadvies. Hommels zijn niet zo moeilijk, groter en langzamer, en je hoort ze vaak al zoemen voor je ze ziet. De kleinere wilde bijen en zweefvliegen zijn lastiger. Ze vliegen zo heen en weer. Tegen 4 uur ’s middags staat de zon volop te schijnen op een van onze bijenhotels, daar wiebelt het dan van de bijtjes. Vooral de rosse metselbij, maar gister zag ik volgens mij ook 1 maal de veel zeldzamere blauwe metselbij.