Stoere Vent

Hopping in the rain

Donderdag 24 april  was een warme, zonnige dag ruim boven de 20, bijna 25 graden. Tegen 19:00 was ik thuis. Net op tijd, want een paar minuten later barstte een onweersbui los. Eddy had gekookt en we zaten te eten op het overdekte terras. De  grote druppels ploften op de grond en het vijveroppervlak.

De tuin begon te bewegen. De eerste flinke bui is het signaal voor de bruine kikkers, die na de paringstijd nog in de vijver waren blijven rondhangen: vertrektijd!
Overal hopten de kikkers rond, over het grasveld, over het pad voor het terras, sommige over het terras. Minstens 10 konden we zien vanaf de plek waar we zaten te eten. Sommige mannetjes nog met de lichtblauwe kin/borst die hoort bij de paringskleed.

Dat is nog eens een dikkerd!
En deze bleven met zijn drieen nog een beetje in de kleine vijver hangen. Bijzonder, drie verschillende kleuren.

Zoef

Kijk goed midden op de foto. Zie je Zoef?

Kennen jullie Zoef de Haas nog?
Van de fabeltjeskrant. Zoef had altijd haast, rende heen en weer, zoef, zoef heen, zoef zoef en weg was ie weer. Zo’n snel beestje hadden wij afgelopen week ook in de tuin. Een veldspitsmuis, we noemen hem Zoef. Veel muizen en spitsmuizen zijn ’s nachts actief, maar de veldspitsmuis staat er om bekend dat ie ook overdag actief kan zijn. BIj ons in de tuin dus. IK zag hem langs schieten, en kon hem toen een tijdje volgen, deels met het oog, direct of door het bewegen van de plantjes waar hij onderdoor liep. Deels met het oor, geritsel van de blaadjes, en piep, als ie een leeg stuk overstak.

Ik had hem al een paar meter gevolgd, toen ie richting tuinpad liep, mooie kans om hem op de foto te zetten als ie zou oversteken.

Zoeff, in een flits voorbij.
Als je op de foto kijkt zie je duidelijk dat het een veldspitsmuis is. Toch?

Niet zo heel veel bijen

Dit weekend was bijen-tel-weekend, maar we hebben er niet zoveel gezien. Het was te koud. En te veel wind. Gelukkig hebben allerlei bijtjes (hommels) een bontjasje aan. Maar toch vliegen ze met dit weer het liefst op het warmst van de dag, zo tussen 11 en 2. En dan ook nog op zonnige beschutte plekjes met bloeiende bloemen.

Erg lekker op dit moment vinden ze de buisbloemen van smeerwortel en van longkruid. Zie foto. Op de bijenhotels zag ik ze vandaag nauwelijks, maar het half uur dat ik telde was er ook geen directe zon op de bijenhotels.

Akkerhommel op longkruid

Vossedruif – status

Eind oktober vorig jaar kreeg ik van Michiel een paar bolletjes van de vossedruif. Spannend of ze op zouden komen, want ik bleek ze niet op een optimale plek gezet te hebben. Waarschijnlijk te nat in de winter…

Poes Sprot komt even kijken wat ik aan het doen ben.

Niets te zien, en opeens twee weken geleden groen blad, en bij een van de twee nu twee bruin-gele druifjes van bloemen. De andere 3 lijken niet opgekomen. Of zijn ze ondertussen opgegeten. Op de foto’s zie je dat de slakken ze blijkbaar erg lekker vinden…

Romeo en Julia

Merelvrouw
Voor aan op het gars, merelman, verder naar achter net op straat merelvrouw

Lunchwandeling. Ik sloeg net de Holsteinlaan in en zag een dode vogel op de weg liggen, een merelvrouw. Ik keek even om naar een geschikte plek om haar in de berm te leggen en zag -licht ontzet- nog een dode vogel liggen, een merelman, 2 meter terug. Wat is hier gebeurd? Beiden tegen een auto gevlogen?  Beiden uit de boom gevallen?

Ze lagen er in ieder geval nog maar kort, geen uitwendige schade te zien en nog slap. Ik heb ze maar bij elkaar gelegd. Helpt de vogels niets, maar voelde voor mij iets beter.

 

Aurelia in februari

Vier uur ’s middags.
Op een zonnige en uitzonderlijke warme 28 februari.
Wim was net vertrokken, na een kopje thee.
Op het terras komt nog geen zon, dus de tuinstoelen staan op het tuinpad richting vijver.
Ik zwaai Wim uit en loop terug naar de tuinstoelen.
Om de theekopjes op te ruimen.
Mijn mond valt open van verbazing.

Op de leuning van de tuinstoel zit een vlinder in de zon.
Een gehakkelde Aurelia die op een beschut plekje heeft overwinterd.
Op 28 februari.
Te vroeg natuurlijk, het gaat weer kouder en natter worden.
Ik vertel mezelf dat ze gewoon weer terug gaat naar haar schuilplek.
Samen genieten we van de voorjaarszon.