Fantasy-bos

In sommige fantasy of sciencefiction films zie je de hoofdrolspelers door een vreemd bos wandelen, met allerlei lianen, hangende planten, kleuren en geluiden. Achter elke boom kan dan een elf of een alien staan. Zo’n bos hebben wij vlakbij. In deze tijd van het jaar, vroege herfst, is het bos bij het Friescheveen zo;n fantasy bos. De omgevallen bomen en ook struiken worden overdekt met klimplanten, winde, wilde wingerd en hop. Als een groene deken. En vanuit de staande bomen komen meters lange ‘lianen ‘ naar beneden hangen. De hopbellen hangen met honderden aan de lange hopranken, de wilde wingerd begint mooi rood te kleuren. En donkere stukjes bos worden opgelicht met de talloze witte bekerbloemen van de winde.

Elp – Drenthe

Vandaag een prachtige wandeldag. Met Henk en Pauline gaan wandelen in de buurt van Elp, in het natuurgebied ‘Hart van Drenthe‘. Het is net te ver bij ons vandaan om daar makkelijk te komen met de fiets. Vandaag gingen we met de trein naar Assen en vandaar met de auto naar Elp. Een parkeerplaatsje midden in het natuurgebied, en wandelen maar. Een kilometer of 16 en bijna niemand tegengekomen. Bossen, allerlei vennetjes, groot heide veld, heel veel verschillende dennenbomen en sparren. Volgens Pauline en Henk is er ook een boom bij die iets later in het jaar, in de herfst, naar gehaktballen ruikt !! Ze hebben nog niet kunnen vaststellen welke. Nu in ieder geval nog niet te ruiken. Wel de geur van een douglasspar: als je daar een paar naalden fijnwrijft ruik je niet een dennegeur, maar een frisse sinaasappel/ citrus geur. Lekker!

Malvaceae – kaasjeskruidfamilie

De kaasjeskruidfamilie, of malvaceae bestaat uit honderden soorten, die inheems zijn in warme gematigde, subtropische en tropische streken over de hele wereld. Ze bloeien in de nazomer en als je in deze tijd van het jaar een beetje rondkijkt kom je ze overal tegen. In verschillende kleuren, in verschillende maten.

In Nederland en Belgie komen de volgende geslachten voor:

  • Althaea (geslacht Heemst);
  • Malva (geslacht Kaasjeskruid);
  • Tilia (geslacht Linde):
  • Abutilon.

Onder de altheae horen de stokrozen, maar ook de hibiscus- heesters, soms grote struiken, 2 x 2 x 2 meter met honderden kleinere bloemen. zoals bij onze buren in de tuin. Eerder deze week zagen we een eindje verderop in de straat een veel kleinere heester, met GIGANTISCH grote roze bloemen. Echt zo groot als een dinerbord. En diezelfde zagen we vandaag bij Henk en Pauline in de tuin. Hibiscus Moscheutos heet ie. Ik weet niet of ik deze echt mooi vindt, zo enorm groot en knal. Maar wel een eyecather in de tuin waar ie staat. Winterhard tot min 10, sterft wel af bovengronds in onze streken, gedraagt zich als vaste plant.

Natuur en Tuin – bostuin

Laatste tuin van het rondje bracht ons via in Noordbroek. “Natuur en Tuin”, een 2100 m2 grote bostuin van Maarten en Sannie Schotsman. Ze wonen hier al vanaf 1999 en zijn inmiddels met pensioen. Veel van hun tijd word besteed aan de tuin. Het bijhouden van de borders, het planten van veel bollen, en veel andere schaduw planten en struiken. Overal staken kleine haringen met gele labels in de grond, met alle namen van de planten. Handig omdat niet alle planten gedurende het hele jaar boven de grond zijn.
Moet jij thuis ook maar doen, zei Eddy, dan ziet onze tuin er ook meteen veel georganiseerder uit.

We kregen een routekaart mee om ons via de smalle kronkelpaadjes door de tuin te leiden. Door stukken ‘bos’, rondom vijvers, langs een beekloopje, en ook een Engelse border. Op het zitje achter in de tuin zaten we een tijdje in de schaduw, genietend van het langsstromend beekje en geklater van de fontein. Rond de vijver is inmiddels een strook ingeplant met van alles en wat, om het de reigers moeilijk te maken de vijver leeg te vissen. Waar de plantjes nog klein waren her en der een rol gaas (foto 4).

Sannie vertelde dat veel mensen tegenwoordig met de fiets kwamen naar een open tuinen dag, met al die elektrische fietsen. Wij wezen op onze fietsen, aangedreven door menskracht. Inmiddels hadden we goed 40 km gefietst, en nog ruim 20 te gaan.

Westeind

Dit jaar doen we zelf niet mee met het open tuinen weekend, andere jaren wel. Dan meestal maar 1 van beide dagen, zodat ik de andere dag nog ergens kan kijken. En elk jaar komen er dan toch mensen kijken op de ‘gesloten’ dag. Vandaag waren wij twee van die mensen die in de tuin op Westeind in Zuidbroek kwamen kijken. Niet goed in het foldertje gekeken, daarin staat dat deze tuin zaterdag open en zondags gesloten was…. Maar we mochten toch even rondkijken. De vrouw des huizes wees ons het verstopte begin van een klein paadje dat we konden volgen om zo een omtrekkende beweging om de grote vijver, met fontein, te maken. Slalommend en af en toe om planten heen stappen, behoorlijk vol gegroeid. Waar doet me dat aan denken?, zei Eddy. Als de paadjes in onze tuin in de loop van de zomer steeds smaller lijken te worden. Aan de achterkant van de tuin een weitje met drie paarden, 1 eigen en twee logeerpaarden. En een stukje bos. Dat bleek het restant te zijn van een vroegere coniferenkwekerij die van de ouders van de huidige bewoner Willem was. Toen de kwekerij stopte bleven grote aantallen coniferen achter. Dat was 15 jaar geleden, inmiddels groot opgegroeid tot een bos, waar inmiddels ook allerlei andewre bomen tussen zijn geplant. Regelmatig uitdunnen levert dan steeds weer hout op voor de houtkachel, aldus Willem. Toen we weer vertrokken na het rondje tuin stapten Willem en zijn vrouw ook op de fiets om zelf nog tuinen te gaan kijken in de buurt.

Poeltjelaan

De tweede stopplaats op ons opentuin fietsrondje was een 7 augustus was de tuin van Berendina Visser in Zuidbroek. Wow! We waren onder de indruk van de vijvertuin. Midden in het agrarische land ineens een met bomen omzoomde tuin. Met verschillende vijvers, graspaden, een bamboebosje en exoten: bananen, canna’s in lekker knal kleuren.

“Toen we hier 20 jaar geleden kwamen”, vertelt Berendina, “was het alleen een grasveld. Nog voor we aan het huis begonnen, gingen we aan de gang met de tuin: het uitgraven van de eerste grote vijver. ” De grond die daarbij vrijkwam is gebruikt om een deel van de tuin op te hogen. De plek voor het latere bamboebosje. Berendina houdt van verzamelen. Zo het ze een kleine dertig verschillende magnolia’s, een heel stel nog klein, maar ook al grote. En azalea’s. En rhododendrons. En Hemerocallissen. De daglelies, canna’s, oranje crocosmia’s staan nu in bloei. In het voorjaar moet het er prachtig uitzien met bloeiende azalea’s en rhododendrons en azalea’s. Helemaal achter in de tuin werd een stukje opnieuw aangelegd, met een stromend beekloopje. ” Hier hebben we flink wat van de hoge bamboe weggehaald, zegt Berendina, ” als je nog een stekje wilt …” En ze wijst naar een ‘stekje’ van de bamboe die in een grote pot stond, en boven het huis uitsteekt. Meter of 5 hoog. Dit stuk gaat Berendina verder met nieuwe schaduwplanten inrichten.

klik op de galerij voor grotere foto’s

Na een rondje door de tuin, haalden we ons meegebrachte lunchpakketje uit de fietstas. Met een kopje thee en koffie van ‘het huis’ hadden we een ideale lunchplek, op het terrasje aan de grote vijver. Uitzicht zoals op de laatste foto.

Veenborg Welgelegen

Hemelsbreed zo’n 15 km van ons vandaan, en nog nooit eerder geweest. De veenborg Welgelegen in Sappemeer. In het programma van de open tuinben estafette stond de tuin van deze borg genoemd, mooie reden om eens langs te gaan. De borg is nu van het Groninger Landschap en wordt verhuurd voor feesten en partijen, vooral bruiloften. En dan natuurlijk foto’s maken in de eind 2021 geheel in ere herstelde Franse barok-tuin. Een verzonken vijver, buxushaagjes, symmetrische borders, mooie grote bomen, brede paden, rozentuin. Vroeger flaneerden hier vrouwen in weelderige jurken met parasols. De borgheer verdiende een fortuin met de turfwinning.

De Veenborg stamt uit 1655. Toen Jan Cornelis Spiel erin trok keek hij uit over een eindeloos zompig moeras, het Bourtangermoor. De natte wildernis bevatte een enorme schat: turf. Verveners als Spiel ontgonnen het veen en vervoerden het ‘zwarte goud’ via de vaart naast de borg naar de stad Groningen. ’s Winters woonden ze in stadspaleizen, ’s zomers in hun veenborgen.

Eind 2021 is de tuin grondig opgeknapt, zoals ze er in de vroege 18e eeuw uitgezien moet hebben. Met vele duizenden nieuwe buxustruikjes langs alle paden (foto 3 en 5). Dat van die buxussen is niet zo handig. Zou verwachten dat Groninger landschap toch wel enige kennis had van het verschijnsel ‘buxus’ rups… De eerste rupsenvraat was al zichtbaar aan de nog maar 15-20 cm grote struikjes.

Een slimme (optische) truc om de tuin groter te laten lijken was de symmetrische borders, vanaf de borg gezien, steeds smaller te laten worden. Op de tekening in foto 6 kun je dat goed zien.

Muntvlinder en bij

De appelmunt bloeit volop in de achtertuin. Witte pluimen boven een wollig blad. Insecten zijn dol op de bloemen. Niet alleen de muntvlindertjes, ook de honingbijen bezoeken de bloemen graag.

Deze week ook weer eens het ommetje langs de vlindertuin van het Groningerlandschap kantoor. Met floxen en zonnehoeden in bloei. Een lekkernij voor de aardhommel.

PT86

Knobbelzwaan PT86 kwamen we tegen tijdens een wandeling, in het kanaal in Oude Pekela. Met een aantal al grote, maar nog wel grijs gekleurde jongen. Even tellen. 1, 2, 3. . Nog een vierde vlak bij de oever. 4 dus. Nee toen we naar de rand van het water liepen bleek daar nog een vijfde te zwemmen. Of eigenlijk ’te varen’. Dit vijfde jong dreef op een houtvlot dat tegen de kant aan lag. Ik maakte een foto met de telefoon van een afstandje. want toen ik dichterbij kwam, kwam PT86, een van de ouders me even waarschuwen dat het niet een goed plan was nog dichterbij te komen. Begrepen!

Visarend en rondje

Visarend

Zondagmiddag twee tuinen bezocht tijdens het open tuinen weekend van Groei & Bloei, afdeling Haren/ Eelde. De eerste tuin van Tineke en Jan Bos, een bekende tuin voor mij. Alle tuinen hier in de buurt zijn nieuwe voor Ingrid, die op bezoek was. Veel kleur, veel hogere (vaste) planten, volop bomen en zoveel paadjes die je kon nemen…. “Genoeg paadjes om keuzestress van te krijgen”, aldus Jan. In het achterste deel, richting het Paterswoldse meer veel vlinder- en bijenplanten.

Van de wit bloeiende lysimachia clethroides (wederik) kan ik later een stukje komen halen. Alleen niet naast tere plantjes zetten, is het advies dat ik mee krijg. Nogal een enthousiaste plant. En het subkopje visarend? Aan de noordkant van de tuin hebben Jan en Tineke een weiland, dat recent gemaaid is. Het afgemaaide gras is op twee grote bulten gegooid, en daar schijnen regelmatig visarenden op te zitten! Uitkijkend over het nabije water. We kregen een verrekijker mee om ze te bekijken, maar helaas, nu zo midden op de dag … wel bulten geen visarenden.

Rondje

De tweede tuin lag in Eelde, iets verder nog dan Museum de Buitenplaats, 4 km op de fiets. De tuin van Marie Jose. Verdeeld in afzonderlijke blokken en kamers, gescheiden door 1-1,2 m hoge hagen van buxus (wonderbaarlijk groen, waar zijn de rupsen?) en beuken. Flinke stukken grasveld en daartussen -in brede borders- veel hoog bloeiende planten. Ik werd meteen enthousiast van de vele floxen die nu in bloei staan, niet eentje, maar heel veel. Sommige floxen waren hoge soorten, andere waren niet erg hoog op andere plaatsen, maar hier in de tuin wel. Afgesproken om een keer een paar stekken te komen halen. Her en der in de tuin stonden kattenstaarten, kogeldistels, veronicastrum. Aan de randen struiken en hoge bomen met meer schaduwplanten als ondergroei. Een kas, een overdekte half open schuur waar allerlei zaden te drogen hingen, potten en bakken vol met van alles: van minihosta’s tot gezaaide witte bidens. Overduidelijk een tuin waar liefhebbers aan het werk zijn.

Handig tuinonderdeel: het rondje van Marie Jose (derde foto). Een rondje, van betonijzer met drie pootjes haaks erop gelast. Om de pootjes heeft Marie Jose stukjes koperbuis geschoven en deze met de hamer een beetje platgeslagen totdat ze klemvast zitten. Deze ‘minikrukjes’ staan nu onder de potten met hosta’s. Slakken houden niet van koper, naar verluid, dus ze klimmen niet meer in de hosta potten.